100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting pathologie $7.08   Add to cart

Summary

Samenvatting pathologie

 91 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van pathologie aan HoGent, afstudeerrichting FBT gegeven door Ancy Leroy. Enkele annotaties toegevoegd na het examen zelf Ik behaalde een 15/20 in eerste zit door het maken + leren van deze samenvatting!

Preview 4 out of 68  pages

  • July 13, 2023
  • 68
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
PATHOLOGIE
1. INLEIDENDE BEGRIPPEN
Epidemiologie
= Studie van voorkomen en verspreiding van ziekten onder de bevolking: wie door de ziekte getroffen en welke factoren bepalen dit? Houdt zich
niet bezig met diagnose & behandeling.

Incidentie
= Aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per aantal van de bevolking. Per 1.000 per jaar of per 100.000 per jaar. In kaart brengen
van gegevens is nuttig: opsporen van oorzaken, preventie, leren over het mechanisme van de ziekte.

• Darmkanker vooral in Azië en Portugal
o Reden: eetgewoonten (pikant) in Azië, aanwezigheid bacterie in Portugal (Helicobacter pylori) door straathonden.
• Reden maagkanker: stress, bacterie, maagzweren, voeding
• Zika virus door muggen
o Gevaarlijk voor zwangere vrouwen → afwijkingen kind: microcefalie
o Symptomen: koorts, rode ogen, pijn
• Norovirus: diarree en overgeven
• Covid19 ó spaanse griep

Prevalentie
= aantal gevallen per duizend of per honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking.

Morbiditeit
= aantal personen van een bepaalde bevolkingsgroep/populatie dat binnen een bepaalde tijdsperiode door een ziekte wordt getroffen

Mortaliteit
= aantal sterfgevallen in de bevolking als gevolg van een bepaalde ziekte, medicijn- of drugsgebruik, verkeer… gedurende een bepaalde
tijdsperiode uitgedrukt in %

Etiologie
= Oorzaak van een ziekte. De oorzaak kan genetisch, door infectie, chemisch, door straling, mechanisch zijn.
Idiopathische etiologie à wanneer oorzaak onbekend is

Pathogenese
= Het meestal stapsgewijze ontstaan, ontwikkelen van een aandoening en het verloop ervan.




Getallen kunnen interpreteren
Vb: 5.467.613 à mortaliteit
ENDOGENE OORZAKEN
= Aangeboren of congenitale afwijkingen. Dit wil zeggen een afwijking of ziekte waarmee men ter wereld komt
Erfelijk
Fouten in het DNA; in de chromosomen. Soorten chromosoomafwijkingen:
Numeriek Structureel
= wijken af in het aantal = wijken af in structuur
Down syndroom = trisomie 21 Deletie
Patau syndroom = trisomie 13 • VCFS, Williams Beuren
Edwards syndroom = trisomie 18 Duplicatie
Turner syndroom = monosomie X (enkel bij meisjes) Inversie
Klinefelter syndroom = 47, XXY (enkel bij jongens) Insertie
Translocatie


1

, VCFS
= Velo cardio fasciaal syndroom = CATCH 22 (cardial disorder, abnormal facies, thymus hypoplasie, cleft palat, hypocalcemie)
• Deletie van stukje in chr22, structurele afwijking
• Betrokken genen: VEGF = vasculaire endotheliale GF → mensen met VCFS brengen deze factor niet tot expressie.
• Kortere onderkaak; geen plaats voor de tong dus duwt in gehemelte waardoor er een open gehemelte ontstaat. (cleft palat)
• Kleine thymus waardoor de productie van T-cellen laag is. (thymus hypoplasie)
• Geen bijschildklier waardoor er geen parathormoon is en waardoor de concentratie aan Ca²+ daalt (hypocalcemie)

Opsporing deletie van chr22
Adhv FISH techniek: DNA probe (met fluo tag) complementair aan stukje dat ‘weg’ is wordt toegevoegd → kleur/geen kleur
FISH techniek = fluorescerend in sito hybridisatie

Niet-erfelijk
= Afwijkingen zitten niet in het genetisch materiaal, maar is wel aanwezig bij de geboorte door schadelijke op foetus. Vooral tijdens de
organogenese/embryogenese in het eerste trimester van de zwangerschap, is de foetus kwetsbaar. Een misvormende invloed op de foetus
noemt men een teratogeen effect. Schadelijke inwerkingen kan gebeuren door bv:

• Infecties = besmetting van de moeder door een m.o. dat door de placenta naar het kind overgaat
o Rubella (rode hond) = virus dat bij de foetus hartafwijkingen en doofheid kan veroorzaken
o Toxoplasma
o CMV
• Chemisch
o Medicatie (Softenon), alcohol, drugs
• Straling
• Zuurstof tekort bij de bevalling zelf → hersenbeschadiging
• Erythroblastosis foetalis = ziekte van de foetus door rhesusantagonisme tussen moeder en kind

TOXOPLASMOSE
= aandoening veroorzaakt door parasiet toxoplasma met de kat als gastheer (uitwerpselen) = kattenbakziekte
• Vrouwen + voor toxoplasma = levenslang immuun
• Vrouwen – voor toxoplasma = niet immuun = maandelijkse bloedanalyse bij zwangerschap
o Besmetting na bevruchting → afwijkingen toonbaar via vruchtwaterpunctie (opzoek
naar DNA van parasiet op muizen).
o Symptomen = mentale afwijkingen rond 2 jaar, calcium afzettingen in de hersenen,
oogafwijkingen, doof
o Oplossing: bloed laten trekken voor de zwangerschap! In het begin is de kans op
overdraagbaarheid klein (kleine placenta), indien het overgedragen is heeft het wel
grote gevolgen. Aan het einde is de kans op overdraagbaarheid groot (grote placenta),
maar zijn de gevolgen klein omdat alles ontwikkeld is.
CMV
= Cyto Megalo Virus = gelijkaardige symptomen als toxoplasmose. Overdraagbaar via snot

Softenon tegen ochtendmisselijkheid: thalidomide blokkeert/bindt op de promotor van VEGF, waardoor er geen O2 toevoer is à geen
angiogenese à kortere ledematen
Thalidomide wordt gebruikt bij kanker: bloedvat niet gevormd; kankercellen ontvangen geen zuurstof en kan zich niet verplaatsen (ó
angiogenese).

ERYTHROBLASTOSIS FOETALIS
= Rhesusantagonisme: moeder Rh – en kind Rh + : moeder eerst geen Aln tegen
rhesus antigenen. Bij bevalling komt moeder in contact met (lichaamsvreemde)
rhesus antigenen → aanmaak anti rhesus Aln die potentieel gevaar vormen voor
volgend kind dat mogelijks Rh + is.

Te kort aan foliumzuur (vit B11): vit B11 zorgt voor aanmaak van DNA =co-factor bij
synthese. Bij anticonceptiegebruik daalt foliumzuur gehalte na 10 jaar. (Inname 2
maand voor zwanger noodzakelijk) à tekort kan leiden tot neurale buisdefecten.




2

,EXOGENE OORZAKEN

Fysische oorzaken
• Mechanische geweld inwerking = trauma
• Temperatuur
o Hoge T = hypermetabolisme → niet genoeg O2 → proteolyse
o Afkoeling = vasoconstrictie → slechtere weefseldoorbloeding
o Sterke afkoeling = vasoconstrictie → slechtere doorbloeding → regulatie vaattonus gaat verloren + vasodilatatie treedt op →
hogere permeabiliteit van de vaatwand
o Bevriezing = kristalvorming → beschadiging membranen → celdood, necrose
• Luchtdruk
o Luchtembolie bij duikers: stikstof diffundeert naar de bloedbaan en wordt vloeibaar door de hoge druk. Duiker snel omhoog:
vloeibaar stikstof wordt gasvormig waardoor er gasbellen ontstaan in de bloedbaan ie O2 transport voorkomen → Caissonziekte
= acute decompressie → ischemie
• Geluid
o Oren beschadigd → hersenen creëren geluiden (getuut) = Tinnitus
o Duur en intensiteit spelen een rol
• Elektriciteit
o Elektrocutie (verhitting van de stroom doorheen de weefsels) → necrose
• Straling
o Ioniserende stralen zijn energetische stralen (X-stralen) en veroorzaken radiolyse waarbij uit H2O de radicalen H° en OH°
vrijkomen. Radicalen hebben een hoge energie en kunnen bosten met DNA →De elektronen slaan los en moleculen worden
instabiel.
§ Korte golflengte, hoge energie = minder diep in het weefsel, meer schade
§ Lange golflengte, lage energie = dieper in het weefsel, minder schade
ð Gevolg: strengbreuken en mutaties
o UV-stralen → celschade: melanocyten (huidcel) bevatten melanine. UV-licht brengt makkelijk mutaties bij deze cellen → de cellen
worden nog meer beweeglijker → meer uitzaaiing. UV-licht vormt pyrimidinedimeren rechtstreeks in het DNA: basen zullen
bruggen vormen. Enzymes corrigeren deze brug.
o Mensen met xeroderma pigmentosum hebben deze enzymen niet en kunnen niet naar buiten gaan door de hoge incidentie van
carcinoom (uit epitheelcellen) & melanoom (uit melanocyten)

§ UVA = lange golflengte, hele dag. Hebben we nodig. Minder schade, Vit D (vanuit
cholesterol)
§ UVB = enkel tijdens de middag
§ UVC = gevaarlijk, wordt tegengehouden door de ozonlaag. Cellen meest aangetast
t.h.v. de stratum corneum → veel schade; hoge energie, korte golflengte




Chemische oorzaken
• Hypoxie = cellen en weefsels krijgen te weinig O2. Dit kan het gevolg zijn van:
o Een stremming in de bloedtoevoer = ischemie
§ Afsluiting van een arterie als gevolg van atherosclerose
§ Veneuze trombose
o Onvoldoende zuurstoftransportcapaciteit van het bloed. Dit is het gevolg van anemie of van CO-vergiftiging waarbij de vorming
van metHb de binding van zuurstof aan Hb hindert.
§ Bij diabetespatiënten is er glucose op Hb → hoge affiniteit tss glucose & Hb → slechte loslating
• Vergiftiging door chemicaliën of medicamenten
o Acute kwikvergiftiging → necrose van proximale tubulusepitheelcellen in de nier. Kwik interfereert met sulfhydrylbruggen en
beschadigen het enzymsysteem die verantwoordelijk is voor het transport van ionen doorheen de membraan. Membranen
worden permeabel en cellen zwellen op.
o Celgiffen interfereren met energieomzettingssytemen in de cel. Cyanide bv bindt aan het cyt C dat de oxidatieve fosforylering
verstoort

Voeding als oorzaak
• Vitamine D (calciferol) tekort leidt tot gestoorde botmineralisatie. Bij kinderen treedt bij vitamine D3 rachitis op. Bij volwassenen
osteomalacie. De hoeveelheid beenweefsel is normaal, maar er vindt onvoldoende verkalking van het nieuwgevormde beenweefsel plaats.
Vitamine D3, gevormd vanuit cholesterol, zorgt voor een hogere calcium concentratie en voor mineralisatie van het bot. Vitamine D tekort
door te weinig opname via de voeding of door te weinig UV-licht
• Vit B11 (foliumzuur) & vit B12 (cobalamine): co-enzymen bij DNA-synthese, zorgt voor slechte hematopoëse à geen mature RBC, RBC zijn
vergroot met slecht O2-transport à megaloblastaire anemie
o Vit B11 als preventie voor neuraalbuisdefecten
o Oorzaak vit B12: lage intrinsic factor, mindere absorptie/opname)
o Oorzaak B11 & B12: ondervoeding


3

, Biologische oorzaak
• Door MO → infecties
• Besmetting hangt af van virulentie, weerstand

Psychologische oorzaken
• Anorexia nervosa
• Boulemia nervosa


2. ZIEKTEMECHANISMEN
2.1 CELSCHADE

Celschade is een toestand waarbij, door extracellulaire of intracellulaire invloeden, de cel niet meer in staat is haar intern milieu binnen bepaalde
grenzen te handhaven (homeostase).




Mechanisme

Belangrijkste oorzaak is hypoxie. Celschade is reversibel als de hypoxie kort heeft geduurd. Hypoxie van lange duur is irreversibel en leidt tot
celdood. Door hypoxie ontstaat er een tekort aan ATP-vorming in oxidatieve fosforylering. Het gevolg hiervan is:
• Defect in het Ca²+ transport → contractie spier gaat niet meer door
• Na+/K+ pomp valt stil → Na influx, K efflux & water kan plasmamembraan passeren → zwelling
• Eiwitsynthese daalt → desintegratie van het ER
o In de MT: de elektronentransportketen heeft zuurstof nodig voor de vorming van ATP → onvoldoende ATP: eiwitproductie daalt,
ER-capaciteit daalt hierdoor ook (eiwittranslatie)

Oorzaken zuurstof hypoxie:
• Ischemie = geen bloedtoevoer meer = stremmen van de bloedstroom door lucht of klonter door bv. trombus
• Anemie = bloed te kort → krijgen te weinig zuurstof door bv. vit B12 deficiëntie
• Co-intoxicatie = bindt op Hb → krijgen te weinig zuurstof

Alternatieve energiebron voor ATP: anaërobe glycolyse → valt ook snel stil → ontwikkeling acidose (melkzuur uit pyruvaat) → pH daalt →
klontervorming van chromatine → denaturatie van eiwitten → desintegratie DNA




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bluejays. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.08  3x  sold
  • (0)
  Add to cart