Wat houdt de stroming van Adam Smith en Wealth of nations (1723 – 1790) in?
• De vader van de moderne economie.
• Een van de grondleggers van het klassieke liberalisme.
• Het nastreven van het eigen individuele belang resulteert ook in het grootste
maatschappelijke belang.
• Eigenbelang mag echter niet verworden tot egoïsme; een mens moet er voor de ander zijn.
• Productieve arbeid is de bron van welvaart.
• Afwijzen Mercantilisme (geld/goud).
• Arbeidsverdeling verhoogt de productiviteit.
Wat houdt de stroming van Frederic Taylor en het scientific management (1856 – 1915) in?
Frederick Taylor bood voor het eerst een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering
voor de wijze waarop de productie georganiseerd zou moeten worden. Een bedrijfsleider moet zich
niet opstellen als slavendrijver, maar een bredere visie hebben op zijn taak in de organisatie die
bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van resultaten. Enkele
hoofdpunten uit Taylors theorie over het bestuur en beheer van organisaties (Scientific Management)
zijn:
• Een wetenschappelijke analyse van de werkzaamheden en het uitvoeren van
bewegingsstudies. De resultaten hiervan kunnen leiden tot standaardisatie en normalisatie
van het productieproces en de hierin te gebruiken machines en materialen.
• Een vergaande taakverdeling en training van de arbeiders, waarbij elke handeling en
beweging precies is voorgeschreven; hierdoor krijgt de arbeider veel routine, waardoor weer
hogere productienormen gehaald kunnen worden.
• Een hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
• De bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden; voorheen werd dit naaar de
uitvoering geschoven.
• De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.
• Het invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.
Verder stond hij een arbeidsverdeling voor van de leiding van de productieafdeling of werkplaats over
acht functies, die elk door een aparte functionaris uitgevoerd moesten worden:
1. Tijd en kosten;
2. Werkinstructies;
3. Bewerkingen en hun volgorde;
4. Werkvoorbereiding en uitgifte;
5. Onderhoud;
6. Kwaliteitscontrole;
7. Technische leiding;
8. Personeelsbeheer.
Dit stelsel is bekend geworden onder de naam achtbazenstelsel. Onder zijn leiding werkte dit stelsel,
maar het heeft verder nooit veel ingang gevonden vanwege de vele afstammingsproblemen tussen
chefs en onduidelijkheden voor de medewerkers. Taylor houdt zich vooral bezig met
productiebedrijven.
, Wat houdt de stroming van Henri Fayol en de general management-theorie (1841 – 1925) in?
In Europa was Henri Fayol de eerste die een samenhangend stelsel van opvattingen ontwikkelde over
de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden. Zijn ervaringen als
directeur van een mijnbouwmaatschappij brachten hem tot het formuleren van een theorie van het
algemene management, dus de gehele organisatie betreffend. Hij meende dat algemene principes
geformuleerd konden worden die overal gelden waar mensen samenwerken en dat deze principes als
vak aangeleerd konden worden en ook moesten worden. Zijn general Management-theorie was
bedoeld als onderwijsmodel. Hij onderscheidde zes onafhankelijke managementgebieden:
1. Technisch;
2. Commercieel;
3. Financieel;
4. Zelfbeschermend (veiligheid van mensen en eigendommen);
5. Boekhouding;
6. Besturing.
De besturing zorgt voor de onderlinge samenhang op de overige gebieden. Deze besturing is
uiteraard het belangrijkste onderdeel van de functie van managers en bestaat uit vijf taken:
1. Plannen of vooruitzien. Het opstellen van een actieplan voor de toekomst.
2. Organiseren. De opbouw van de organisatie met mensen en middelen.
3. Bevel voeren. Ervoor zorgen dat mensen aan het werk blijven.
4. Coördineren. Het onderling afstemmen van de activiteiten.
5. Controleren. Erop toezien dat de resultaten in overeenstemming met het plan zijn.
Eenheid van commando was voor Fayol het belangrijkste principe. Iedere werknemer heeft slechts
één baas boven zich. Dit principe was tot dan toe het enige structureringsprincipe. De betekenis van
Fayol ligt vooral in zijn opvattingen over het universele karakter van management en zijn ijver voor
het doceren van management als vak. Vooral door zijn invloed kwam er meer aandacht voor de taken
van de manager. Fayol richt zich meer op management in het algemeen.
Wat houdt de stroming van Max Weber en de theorie van de bureaucratie (1864 – 1920) in?
Max Weber houdt zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een sociologische
invalshoek. Grote organisaties hadden volgens Weber in zijn tijd de volgende kenmerken:
a. Sterk doorgevoerde taakverdeling;
b. Hierarchische bevelstructuur;
c. Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden;
d. Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen (de functie is belangrijker dan de persoon);
e. Werving op basis van bekwaamheden en kennis in plaats van vriendjespolitiek en
kruiwagens;
f. Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures;
g. Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels;
h. Vastlegging van alle gegevens in schriftelijke stukken, zodat op alles controle mogelijk is;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chavellycorlushia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.