Getal en Ruimte wiskunde - samenvatting hoofdstuk 4, het kansbegrip (VWO)
1916 views 6 purchases
Course
Wiskunde
Institution
Avans Hogeschool (Avans)
Deze samenvatting bevat een kort en krachtig overzicht van de gehele stof uit hoofdstuk 4 van de methode Getal en Ruimte voor het vwo. Onder andere empirische kansen, het vaasmodel en de som- en complementregel worden besproken. Geschreven door een vwo-6 leerling.
Paragraaf 1
Wanneer je gooit met twee dobbelstenen: maak een rooster met je mogelijkheden
(plus, min, keer of delen).
1. Bereken je totaal aantal mogelijkheden à 2 dobbelstenen: 6 x 6 = 36 mogelijkheden.
2. Lees in je rooster het aantal mogelijkheden af van de gestelde vraag (bijv. som is 12,
1 mogelijkheid dus).
3. Maak hier een kansberekening van:
Aantal gunstige mogelijkheden
P (gevraagd, bijv. som = 12) = -----------------------------------------
Totaal aantal mogelijkheden
4. Rond je antwoord af in 3 decimalen nauwkeurig, tenzij de opdracht anders vermeldt.
Wanneer je gooit met 3 of meer dobbelstenen:
1. Bereken je totale aantal mogelijkheden (3 dobbelstenen = 63 = 216 mogelijkheden).
2. Ga door systematisch de mogelijkheden te noteren de gunstige uitkomsten tellen.
3. Maak hier een kansberekening van, met dezelfde formule als hierboven.
• Een kans ligt altijd tussen 0 en 1.
• Bij een kansexperiment ligt de uitkomst niet van tevoren vast.
• Een exacte kans is niet afgerond, maar het antwoord is gegeven in breuken
(vereenvoudigd).
• Een in 3 decimalen berekende kans is niet precies.
• Noteer bij een kansberekening altijd wat je hebt gedaan bijv. P (som = 12) = …
Paragraaf 2
Hoe vaker je een experiment met ongelijke kansen uitvoert (bijv. het laten vallen van een
punaise op de kop of onderkant), hoe dichterbij de uitkomsten van deze proef bij je relatieve
frequentie in de buurt komen (zie figuur 4.5). à Wet van grote getallen.
Het voorbeeld van de proef met de punaise is een voorbeeld van een empirische kans, of
terwijl een kans die gebaseerd is op ervaring. Je werkt dus met gegevens van vroegere
proeven/ tijden.
Berekenen empirische kans: maak gebruik van relatieve frequenties en gebruik
vervolgens de standaard formule voor een kans.
Theoretische kansen: kansen waarbij je al van tevoren kunt bepalen hoe groot
de kans is. Bijvoorbeeld de kans dat je meer dan 4 ogen
gooit bij een dobbelsteen gelijk aan 2/6 = 1/3.
Subjectieve kansen: deze kans is niet gebaseerd op een berekening, maar op
een mening. Dit kun je dus ook niet berekenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rcjm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.