100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - MIB11306 Microbiology for Nutrition and Health $4.91   Add to cart

Summary

Samenvatting - MIB11306 Microbiology for Nutrition and Health

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle microbiologie colleges én levensmiddelen microbiologie colleges.

Preview 3 out of 34  pages

  • Yes
  • July 15, 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1. hoofdstuk 1: introduction
Thiomargarita namibiensis
Borrelia burgdorferi
Haloquadratum walsbyi
(hand-out)

1.2 structure and activities of microbial cells
▪ Eukaryoot: echte kern, mRNA door kernmembraan, transcriptie en translate fysiek gescheiden
▪ Prokaryoot: voor-kern, DNA/mRNA in direct contact met ribosomen
▪ Archaea: chromosoom lijkt op bacteriën, replicatie net als eukaryoten
Virussen
▪ DNA/RNA
▪ Geen ribosomen
▪ Vetlaag
▪ eiwitmantel
Ebola: geslacht virussen uit familie filovirussen
→ ernstige afwijkingen in bloed, inwendige bloedingen
▪ overdraagbaar via alle lichaamssappen
▪ onbekend waar het virus blijft zonder mens

Vogelgriep: H5N8 of H5N1 overdraagbaar op mensen
→ vogels overlijden snel
H = hemagglutinin – eiwit dat hecht aan cel van gastheer
N = neuraminidase – enzym dat bijdraagt aan verspreiding vanuit cel → gastheer

Corona virus infectie
1. Binding aan celoppervlak (ACE2 receptor)
2. Niet bekend hoe virus precies binnendringt
3. Expressie van RNA polymerase dat viraal RNA, eiwitten en ander virus materiaal produceert die
assembleren tot nieuw virus
Virussen in oceaan
▪ Vooral bacteriofagen
▪ 70% van de marine bacteriën/algen geïnfecteerd
▪ Schuimlaag door afgestorven mariene alg: phaecystis globosa

, Reuzenvirus in plantaardige gastheer
▪ 460.000 basenparen (434 eiwitten)
▪ In virus leeft virofaag
▪ Genen die eigen DNA kunnen repareren en mRNA omzetten in eiwit


1.3 Cell size and morphology
Mycoplasa: 0,6 miljoen baseparen in DNA, kleine bacteriën
Nanobacteriën

Pleomorf = vorm afhankelijk van hoeveelheid voedsel
Actinomyceten: lijken op schimmels, bekend als producenten van antibiotica

1.7 t/m 1.15 alleen PPT
Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723)
▪ Animalcules (protozoa en bacteriën)
Robert Hooke (1635-1703)
▪ Eerste beschrijving van schimmels
Louis Pasteur (1822-1895)
▪ Aerobe organisme: haalt adem met zuurstof als elektronacceptor
o Ademhalen: zuurstof opnemen om verbinding te verbranden
o Elektronen komen vrijdag elektronen gaan meestal via ademhalings-/respiratieketen
▪ Anaerobe organisme: haalt adem met andere elektronacceptor
o Oxidatietoestand = hoe geoxideerd of gereduceerd die stof is
▪ Fermentatief organisme: gebruik zelfgemaakte organische verbinding (pyruvaat) als
elektronacceptor: gisten (eencellige schimmel)
Robert Koch (1843-1910)
▪ Reincultures = pathogeen moet los van andere micro organismen gekweekt worden
▪ Ontdekte dat bacteriën ziektes kunnen veroorzaken
Alexander Fleming (1881-1955)
▪ Liet petrischaaltje op lagere temperatuur staan
▪ Penicilline groeide op petrischaal
▪ → ontdekking penicilline werkt antibacterieel
Martinus Beijerinck (1851-1931)
▪ Grondlegger virology
▪ Mozaïek ziekte in tabak veroorzaakt door virus
▪ Ophopingstechnieken (selectieve media) → specifieke bacterie kweken
▪ Basis voor Baas-Becking hypothese: Alles is overal, milieu selecteert
▪ Sulfaat reducerende bacteriën → zwavel
Sergei Winogradsky (1856-1953)
▪ Winogradsky kolom
▪ Micro-organismen halen ATP uit ijzer, zwavel, ammonium (anorganische stoffen)
▪ Chemolithotrofie
o Nitrificatie:
▪ Ammoniak (NH3) → NO2- → NO3-
o Sulfide oxidatie
▪ Sulfide (H2S) → S → SO4 2-
o Autotrofie: energie uit anorganische verbindingen, bouwstenen uit koolstof (CO2)
▪ Chemoorganotroof
o Organische stof als elektronacceptor
Carl Woese (1928-2012)
▪ Ontdekte Archaea als apart groep prokaryoten (rRNA)

, 2. hoofdstuk 2: microbial cell structures
2.1 het cytoplasmamembraan
Eukaryoot heeft celmembraan + organellen met membraan (mitochondriën)
Prokaryoot heeft een celmembraan, sommige bacteriën ook buitenmembraan

Samenstelling membraan: dubbellaag fosfolipiden
1. Integrale membraaneiwitten & periferale membraaneiwitten
2. Hopanoïden (diplopteen) in prokaryoten + sterolen (cholesterol) in eukaryoten → stabiliteit en
beweeglijkheid
3. Archaea geen vetzuren maar isopreen eenheden
a. Isopreen eenheden zitten aan elkaar vast (fosfolipiden zitten niet vast) (cross links)
i. Extreme omgevingen
Functie membraan
1. Selectief permeabele wand: verbindingen binnen/buiten houden
a. Hydrofoob deel vormt barrière
b. Hydrofiel deel is geladen (houdt ionen tegen)
c. Transport:
i. Deels diffusie: passief, concentratieverschil → passief
ii. Transporteiwitten: actief, verzadiging: beperkt aantal transporters/maximale werking
transporters, specificiteit
2. Plaats van eiwitten: receptoren (chemotaxis), processen
3. Energieconservering: energiegenerering en opbouwen proton motive force
a. Proton motive force = verschil in protonconcentratie (H+) over membraan
b. Ontstaat door transport van elektronen → energie komt vrij, protonen naar buiten gestuwd
2.2 nutriënten transport → cel
▪ ABC transporter: bindingseiwit, ATP
o Kost energie want tegen concentratie gradiënt
o ATP-Binding Cassette
▪ In Gram+ en Gram- bacteriën
➢ 200 verschillenden
▪ Simple transport: energie uit bijv. PMF
o Symporter eiwit

2.3 de celwand
Celwand
1. Beschermt tegen openbarsten (lysis)
2. Geeft vorm en stevigheid

Gram (+)/ gram (-), gramkleuring: gram (-) extra membraan, geen kleur
Peptidoglycaan: 2 gemodificieerde glucosemoleculen (gram +): soort bol wol
Tussen horizontale strengen: eiwitten dwarsverbindingen → vorm en stevigheid
Gram(+):
▪ 90% cel wand bestaat uit peptidoglycaan
▪ (lipo)teichoïnezuren hebben negatieve lading
Gevoelige binding voor lysozymen
1. Aanwezig in lichaamsvloeistoffen
2. H2O diffundeert naar binnen
3. Vorming protoplast (zonder celwand)
4. Breekt dwarsbindingen af
5. Geen peptidoglycaan (celwand) in mycoplasma
Gram (-)
▪ 10% celwand bestaat uit peptidoglycaan
▪ Buitenmembraan: lipiden, eiwitten,
lipidepolysachariden (LPS)
▪ Periplasma = ruimte tussen cytoplasma membraan
en buitenmembraan

Functies lipidepolysachariden
1. Negatieve lading

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siripost. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.91
  • (0)
  Add to cart