POLITIESTUDIES
INLEIDING
Dit jaar is er een statengeneraal op de politie. Het kabinet binnenlandse zaken heeft beslist om
te kijken wat we weten over de politie in België en ook nadenken over de toekomst van de
politie: hoe zal de politie eruit zien, welke problemen zullen we hebben, etc. In die
statengeneraal zijn politiemensen, organisaties en ook wetenschappers betrokken.
Examen: mondeling
4 open vragen in de breedte: zeker 2 uit het eerste deel, een geschiedenisvraag en een vraag
over de huidige structuur (hoofdstuk 6 is zeer belangrijk!)
1 vraag over lectuuropdracht
! Belangrijk: verbanden leggen, informatie combineren, reflectie en mondeling kunnen
overbrengen & het volgen van actualiteit.
Lectuuropdracht:
- Bittner, E. (2005). Florence Nightingale in pursuit of Willie Sutton: a theory of the
police. In T. i. Newburn (Ed.), Policing. Key Readings (pp. 150-171). Willan
Publishing.
- Ericson, R. V. (2005). The police as reproducers of order. In T. Newburn (Ed.), Policing.
Key Readings. (pp. 215-247). Willan Publishing.
- Manning, P. K. (2005). The police: mandate, strategies, and appearances. In T. Newburn
(Ed.), Policing. Key Readings (pp. 191-214). Willan Publishing.
- Waddington, P. A. J. (2005). Police (canteen) sub-culture: an appreciation. In T.
Newburn (Ed.), Policing. Key Readings (pp. 364-391). Willan Publishing.
- Goldstein, H. (2005). Improving policing: a problem-oriented approach. In T. i.
Newburn (Ed.), Policing. Key Readings (pp. 392-411). Willan Publishing.
- Klockars, C. B. (2005). The rhetoric of community policing. In T. Newburn (Ed.),
Policing. Key Readings. (pp. 442-459). Willan Publishing.
Er is een artikel uit te kiezen, het artikel moet worden samengevat door samenvatting
eigenhandig te schrijven (niet getypt!) op maximum 2 A4 blaadjes, breng de samenvatting mee
naar het examen en vertel op het mondeling wat in het artikel staat. Nadien moet het artikel in
verband met de cursus worden gebracht, stel jezelf de vraag bij welk onderdeel het thuis hoort
en maak een reflectie en vertel waarom het daarbij hoort.
De politie: hoeveel weten we daar over?
Waaraan denk je bij het woord politie: identiteitscontroles, etnisch profileren, politiegeweld…
OCAD (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse): orgaan die de terreurniveau meet in
België, we hebben verschillende niveau’s van terreur in België waarbij bij het hoogste niveau
het leger op straat staat. Tot over een paar jaar was dit radicalisering, moslimterreur, nu hebben
we een radicalisering op het rechtse vlak.
1
,DEEL 1. SOCIOLOGISCHE ANALYSE VAN DE POLITIEROL
Hoofdstuk 1: Het politiemandaat, de politierol, mythes, dilemma’s en strategieën
Inleiding : Franse Revolutie en het ontstaan van de politie
De Franse Revolutie, de Verlichting, het moment waarbij men ervan uitgaat dat de vrijheid en
gelijkheid het hoogste goed moet zijn en nagestreef moet worden. Wellicht nog niet in de
praktijk voor iedereen maar het idee wordt gelanceerd dat de mensen zelf kunnen nadenken,
zelf kunnen over hun eigen leven beschikken en dat het niet altijd God is die over u leven beslist.
De individuele vrijheid, beschikkingsrecht leidt tot allerlei problemen waaronder: de ene zijn
vrijheid zorgt vaak voor een belemmering van een ander z’n vrijheid.
De vrijheid zorgt ook voor conflict en zeker wanneer het gaat over het individualisme. Denk
aan Trump, alles wat met vrijheid te maken heeft haalt hij aan maar in werkelijkheid is dit niet
zo: vrijheid van wapens waar hij voor pleitte bijvoorbeeld maar die vrijheid leidt tot veel doden
in Amerika.
De vrijheid botst aan grenzen van sociaal conflict, van nood aan openbare orde. Je hebt een
organisatie nodig die de sociale organisatie gaat handhaven, dit gaat heel traag. Voordien waren
er binnen de stadsmuren ook ordehandhavers maar vaken waren die in functie van een koning
of een heer. Geleidelijk aan komen ordehandhavers in functie te staan van staten, we zien een
verschuiving van het zwaartepunt van de stad naar de staat terwijl dat vandaag een omgekeerde
beweging zien: de steden komen meer en meer op de voorgrond.
Sommigen vinden dat het recht op bescherming een grondrecht moet zijn, maar het is moeilijk
afdwingbaar en een zeer controversieel onderwerp. Het idee van Rousseau met het sociaal
contract waarbij je een aantal rechten afgeeft aan de staat en in ruil daarvan bescherming krijgt
van de staat is de achterliggende idee. Dit betekent dat je heel veel geloof hecht aan de
rechtsstaat, dit is vooral op het Europese continent dominant. Een voorbeeld, in het debat over
etnisch profileren, volgens de prof moeten identiteitscontroles geregistreerd worden alsook de
ethniciteit van de persoon bij controle van de politie; in Schotland is dit het geval en je mag wel
zelf je ethniciteit kiezen. In België wilt men dit niet omdat het zogezegd een probleem zou
creeëren, het zou willen betekenen dat je niet in de rechtsstaat gelooft, dan heb je een
wantrouwen t.a.v. de politie. Bij sommige mensen is dit effectief zo, sommige mensen
associëren de politie niet met veiligheid maar juist met gevaar, politie heeft niet bij iedereen
dezelfde noties. De rechtsstaat en de bescherming vanuit die rechtsstaat is niet bij iedereen
gelijk maar dat was wel het principe op het moment van de Franse Revolutie en de jaren nadien.
2
,Paragraaf 1. Politierol
De rol van de politie is niet voor iedereen dezelfde, die is ook verschillend naar maatschappij
en die rol heeft vaak te maken met de waarden en normen die gelden in de maatschappij.
Bijvoorbeeld, als wij overtuigd zijn dat cannabis niet kan, dan maken we daar wetten rond en
is het aan de politie om die wetten na te leven en mensen die cannabis dealen op te pakken en
te bestraffen. Het cannabisdebat (ook het migratiedebat) is een mooi debat over hoe de politie
in het kader van handhaven, straffen, bemiddelen vaak ingezet door de staat om z’n eigen
wetgeving af te dwingen, terwijl de bevolking daar eigenlijk niet mee bezig is. Bijvoorbeeld, er
zijn heel wat mensen die cannabis gebruiken, maar het uitdelen mag niet. Zelf komt de politie
vaak in discussie met zichzelf: in de maatschappij is het aanvaard maar de wet is iets anders. Je
krijgt opdracht van de staat maar tegelijk moet je ook de maatschappij beschermen en daar
zitten ze tussen. COVID is een ander voorbeeld over hoe de politie worstelt met haar bestaan
en het individualisme. Bijvooreeld bij het dragen van een mondmasker buiten, ookal is niemand
in de buurt. Heel wat mensen respecteerden de “social distance”, want ze vonden dat hun
individuele vrijheid ondergeschikt was aan het collectief belang. Er waren echter ook mensen
die dit niet vonden en niet deden aan 'social distance'. De politie moest hier ook mee omgaan.
Op dat moment zit de politie in een strijd tussen de individuele gedachten van mensen, het
collectief belang van de staat en de wetgeving die wordt opgelegd.
Let op: er waren ook mensen in de politie die niet overtuigd waren van het verhaal van
vaccinatie & COVID. Maar die gaan er vaak in mee door groepsdruk.
De vraag is: "Hebben de burgers die politie wel nodig?' Stel dat we geen politie hadden, had
COVID dan zo goed afgelopen? In Amerika is er, sinds de BLM-beweging, is er ook een nieuwe
beweging ontstaan die zegt "Defund the police”, en dus schaf die politie af, geef ze geen geld
meer etc.” Maar zou dat ook echt lukken?
De juristen denken dat dat wel mogelijk zou kunnen zijn, ze hebben vaak een anarchistisch
beeld van de maatschappij, die denken dat mensen zich perfect zelf zouden kunnen organiseren
en geen politie nodig heeft. Afhankelijk van het beeld van de maatschappij ga je daar anders
over denken. Heel het idee van de politie hangt af van de organisatie van de staat, van de
verwachtingen ten aanzien van de politie en hun invulling van die verwachting, etc.
3
, Paragraaf 2. Het mandaat van de politie
Waartoe werd de politie gemandateerd?
De politie heeft van de overheid het mandaat gekregen om de orde te handhaven en de
criminaliteit te bestrijden. Dit staat ingeschreven in artikel 1 van de Wet op het Politieambt
(WPA). WPA is de basiswet van de politie, daterend uit 1992, hierin staat ingeschreven wat de
politie al dan niet mag doen, bijvoorbeeld art. 34: identiteitscontrole of art. 44: gebruik
informatie.
Artikel 1. De politiediensten vervullen hun opdrachten onder het gezag en de verantwoordelijkheid van
de overheden die daartoe door of krachtens de wet worden aangewezen.
Bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten
over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals
tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.
Om hun opdrachten te vervullen, gebruiken zij slechts dwangmiddelen onder de voorwaarden die door
de wet worden bepaald.
De politie krijgt een discretionnaire bevoegdheid (ruime bevoegdheid), zoalng het maar
bijdraagt tot bescherming van de individuele rechten en vrijheden en de democratische
ontwikkeling van de maatschappij. Dit is het mandaat die de politie krijgt.
Opdrachten binnenin het mandaat
Binnenin dit mandaat krijgt de politie verschillende opdrachten: bestuurlijke opdrachten en
gerechtelijke opdrachten. Bestuurlijke taken zijn gelinkt aan de handhaving van de openbare
orde, zoals openbaar dronkenschap, wegcontroles, alcoholcontroles, verkeerspolitie, etc.
Daarnaast zijn er de gerechtelijke politietaken hebben te maken met strafrecht. Er is sprake om
dat onderscheid niet meer te maken. Maar het belangrijkste onderscheid is dat bij bestuurlijke
politietaken het de burgemeester is die de eindverantwoordelijkheid draagt, hij beslist of er op
z’n grondgebied een betoging, voetbalwedstrijd, een concret, etc. kan plaatsvinden. De
scheidingslijn is soms moeilijk, bijvoorbeeld op het vlak van drugs, dit is gerechtelijk, de
burgemeester mag z’n mening geven in de media maar nooit kan worden ingemengd met
individuele zaken; dat is een taak van justitie. De burgemeester zal wel op de hoogte worden
gesteld van zodra de problematiek zodanig ingrijpend is dat het op z’n grondgebied een
probleeem wordt; de openbare veiligheid komt in gedrang en dan is het dus weer een
bestuurlijke taak. Een ander voorbeeld is een voetbalmatch, dit is bestuurlijk optreden, maar in
geval van hooliganisme is het gerechtelijk optreden.
Desondanks het floue scheidingslijn is het (juridische) onderscheid van belang, door de
verschillende controlemechanismen. Bijvoorbeeld een bestuurlijke aanhouding is maximum
12h, tegenover een gerechtelijke aanhouding kan soms tot 48h.
Bestuurlijke opdrachten binnen het mandaat: openbare handhaving, openbare orde
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller masterstudent2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.