Volledige samenvatting van de lessenreeks gedoceerd door Prof. Dankaerts van het vak "Advanced Methods: Spine". Deze samenvatting bevat de slides met bijhorende notities uit de webinars. Alsook de blokwijzer "rehabilitation of musculoskeletal disorders of the thoracic spine and rib cage: essentia...
TX EN RIBBENKAST
INTRODUCTIE
Thoracale wervelkolom pijn = pijn ervaren in de regio van de thoracale wervelkolom (T1-T12)
en over de anterieure borstwand
CONDITIO SINE QUA NON
1. GOEDE KENNIS VAN KLINISCHE ANATOMIE EN BIOMECHANICA
- Thoracale wervelkolom heeft 3 belangrijke functies:
Zorgen voor een hoge stabiliteit met betrekking tot de spiergestuurde sagittale
balans van de wervelkolom (erector spinae + abdominale spieren)
Optimale kracht overdracht van bovenlichaam naar lagere wervelkolom
Adequate flexibiliteit bij het uitvoeren van 3D-bewegingen
- Thoracale wervelkolom wordt vooral gestabiliseerd door de bijkomende beenderige
en ligamenteuze structuren van de ribbenkast
- Thorax = wervels, ribben, clavicula en sternum
Ondersteuning en structurele bescherming van vitale interne organen
Beetje mobiliteit toelaten
▪ Flexie: 32°, extensie: 26°
▪ Lateroflexie: 27°
- Ribbenkast heeft eveneens 3 belangrijke functies:
Beschermt de interne organen
Ondersteunt activiteit van rompspieren door sterk raamwerk te voorzien
Verbetert ademhaling door uitzetten en contractie
2. GOEDE KENNIS VAN PIJNMECHANISMEN EN -PATRONEN
SPECIFIEK VS NIET-SPECIFIEK
- Specifieke thoracale pijn = osteoporose, osteoartritis, syndroom van Scheurmann,
ankyloserende spondylitis, scoliose, osteoporotische compressie fractuur → 5%
- Niet-specifieke thoracale pijn = zonder geïdentificeerde patho-anatomische
oorsprong
Afkomstig van spieren, ligamenten en/of gewrichten van Tx
Acute thoracale pijn → vaak door mechanische msk stoornissen van het
gewricht en zacht weefsel
Persisterende thoracale pijn → vaak door interactie van meerdere factoren
overheen biopsychosociale domeinen
RODE VLAGGEN
- Pijn in thoracale regio kan 3 oorzaken hebben:
Musculoskeletale structuren (Cx en Tx)
1
, Niet-musculaire structuren (gastro-intestinaal-, cardiopulmonair- en renaal
systeem)
Serieuze onderliggende pathologie = rode vlaggen (inflammatie, degeneratie,
infectie, metabolische- en neoplastische condities)
- Wanneer een patiënt zich meldt met thoracale pijn is het dus belangrijk een
differentiaal diagnose uit te voeren om ernstige medische condities uit te sluiten
EPIDEMIOLOGISCHE FEITEN
- Epidemiologische data voor TX pijn in de algemene bevolking is extreem gelimiteerd
- Incidentie van Tx pijn is lager dan voor Lx en Cx
CINDERELLA REGIO VAN DE WERVELKOLOM
- Weinig evidentie over evidence-basede revalidatie
- Reden: beperkt begrip van de etiologie van een reeks musculoskeletale presentaties
met een anatomische en/of biomechanische verbinding met de thoracale wervelkolom
- Thoracale wervelkolom is interessant vanuit klinisch perspectief voor 3 redenen:
Bron van lokale of gerefereerde pijn van musculoskeletale oorsprong
Thoracale curvatuur speelt een rol in de bepaling van algemene wervelkolom
postuur en ontwikkeling van een specifieke (thoracale) pathologie
Thoracale mobiliteit beïnvloed bewegingspatronen in andere regio’s van de
wervelkolom en schouderregio
- Manipulatie van Tx is voordelig
KLINISCHE ANATOMIE VAN THORACALE WERVELKOLOM EN RIBBENKAST
INTRODUCTIE
- Thoracale wervelkolom is de langste en meest anatomisch complexe spinale regio
- Osteologie bestaat uit de thoracale wervelkolom, ribbenkast en sternum
- 12 thoracale wervels met 12 corresponderende ribben langs beide kanten
2
, - Redelijk rigide structuur omwille van:
Vorm van wervellichaam * Vorm en oriëntatie facetgewrichten
Lange processus spinosus * Costovertebrale/-transversale rib hechting
Relatief smalle discus * Connectie met sternum
BOTTEN
- Duidelijke relatie tussen thoracale en cervicale wervelkolom
- Cervico-thoracale junctie (CTJ) = overgangszone tussen Cx en Tx
C6-T4
Facetgewrichten hebben een meer verticale oriëntatie → lateroflexie tijdens
gekoppelde bewegingen faciliteren
- Thoraco-lumbale junctie (TLJ) = overgangszone tussen Tx en Lx
T11-L1
Facetgewrichten veranderen van frontaal naar sagittaal
Spinale curvatuur veranderd van kyfose naar lordose
THORACALE WERVELKOLOM
- Kyfotische curvatuur tussen Cx en Lx:
Begint op T1-2 en rijkt helemaal tot T12, apex op discusruimte T6-7
Curve door wigvormige wervellichamen → 2 mm hoger posterieur
- Bovenste thoracale regio (T1-T4):
Overgangszone van Cx naar Tx → deel van CTJ
Regio beweegt samen met Cx en met ene gelijkaardige mechanica
- Middelste thoracale regio (T5-T9): meest rigide deel omwille van rib articulaties
- Onderste thoracale regio (T10-T12):
Overgangszone van Tx naar Lx → deel van TLJ
Meer mobiel omwille van afwezigheid van anterieure rib aanhechting →
zwevende ribben op T11 en T12
- Groot wervellichaam met een vlak
boven- en ondervlak
- Facetgewrichten zijn georiënteerd
in frontaal vlak volgens dakpan-
patroon
- Superieure facet: dorsaal gericht
- Inferieure facet: ventraal gericht
3
, - Thoracale wervels hebben een aantal onderscheidende kenmerken:
Articulaire oppervlakten maken contact met de ribben
Demi-facetten aan superieure en inferieure zijde van wervellichaam
▪ Helft van articulair oppervlak nodig om contact te maken met de ribben
▪ Superieur demi-facet en inferieur demi-facet van de bovenliggende
wervel vormen samen het gewricht oppervlak voor een rib
Volledige facetten op de tip van processus transversus
Processus spinosus is lang en inferieur gericht (rijkt tot aan level van processus
transversus van onderliggende wervel)
T1 heeft een volledig facet op het wervellichaam voor contact met rib 1
T2-T9 worden gezien als typische thoracale wervels → superieur en inferieur
demi-facet
T10-T12 worden gezien als atypische wervels
RIBBENKAST
TYPISCHE RIBBEN ATYPISCHE RIBBEN
algemene structuur die bestaat uit een variaties op de algemene structuur van de
hoofd, nek en lichaam typische ribben
R3-9 R1
- Twee demi-facetten op ribhoofd - Geen rib hoek
- Rib hoeken = meest posterieure en - Geen demi-facet maar een volledig facet
prominente aspect van de rib bij T1
- Articuleren op costovertebrale/ - - Fibreuze verbinding aan manibrum
transversale - Aanhechting voor mm. scalenus anterior
- Directe verbinding op sternum en medius
(costochondraal gewricht)
R8-9 R2
indirecte verbinding met sternum op rib - Geen rib hoek
kraakbeen van 7de rib (articulatio - Twee demi-facetten verbonden met T1-2
interchondrales) - Hangt aan sternomanubriaal gewricht
- Aanhechting voor m. scalenus posterior
R10
één facet voor de verbinding met zijn
corresponderende wervel
R11-12
- Volledig facet
- Geen costotransversaal gewricht
- Zwevende ribben → geen anterieure
verbinding met sternum
- Aanhechting door diafragma en m.
quadratus lumborum
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sarah105. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.