DEFINITIES GERECHTELIJK RECHT
Materieel voorwerp = de rechtsregels aan de hand waarvan de betwistingen over de
toepassing van het objectieve recht worden beslecht.
Formeel voorwerp = het proces/procedureregels; toepassing en handhaving v materiële
recht.
Niet-contentieuze procedure = Geen onderliggend geschil tussen de 2 rechtssubjecten (bv
homologatie van een echtscheidingsakte).
Vonnis = beslissing genomen door een rechtbank.
Arrest = beslissing genomen door een hof.
Geschil = dispuut over de afdwinging v subj refchten tussen 2 of meer rechtssubjecten.
Geding = proces. Elk geding impliceert een geding, maar niet elk geschil impliceert een
geding.
Rechtsgeschil = geding dat voor de rechter wordt gebracht.
Beschikkingsbeginsel = rechter is gebonden aan de rechtsvordering die door de partijen naar
voren is gebracht. De rechter kan geen uistpraak doen over kwesties die niet ter discussie
zijn gesteld door de partijen in het geschil. Bovendien is de rechter zelf geen partij in het
geschil en kan het dus niet op eigen initiatief kwesties aankaarten die niet door de partijen
zijn aangevoerd.
- Ultra petita: meer dan gevorderd (mag niet)
- Infra petita: minder dan gevorderd (mag wel)
Rechtsfeiten = feiten die juridische gevolgen hebben (bv minderjarigheid).
Rechtshandelingen = bewuste handeling met een juridische intentie (bv sluiten van een ovk).
Errores in iudicando = materieelrechtelijke fouten, fouten in de toepassing van het materieel
recht (rechter kan hier nooit voor w aangesproken).
Errores in procedendo = schendingen van vormelijke regels/ proceduregels, fouten in de
toepassing van de regels van het procesrecht (rechter kan hier soms wel voor worden
aangesproken).
Verbod op opportuniteitscontrole = rechter maakt geen recht, hij moet enkel het recht
toepassen (maakt niet uit of hij deze aanvaard of niet).
Voorwerp van de vordering = datgeen wat u concreet vordert, wat gevraagd wordt van de
rechter, hetgeen de eiser wil bekomen.
1
,Oorzaak van de vordering = geheel van rechtsfeiten en rechtshandelingen dat de eiser
aanvoert tot staving van het gevorderde.
Gezag van gewijsde = een difinitieve uitspraak van de rechter is bindend en onherroepelijk
voor de betrokken partijen (art 23-25 GerW). Zorgt voor rechtszekerheid ( negatief aspect:
rechter kan hier niet op terugkomen). Voorwaarden:
- Gevorderde zaak is hetzelfde (‘voorwerp’)
- Oorzaak is dezelfde, ongeacht de ingeroepen rechtsgrond
- Tussen dezelfde partijen positief aspect: geldt niet voor derden (weerlegbaar
verm)
- Door hen en tegen hen in dezelfde hoedanigheid
Kracht van gewijsde = wanneer een uitspraak niet meer vatbaar is voor een gewoon
rechtsmiddel doordat HB is afgelopen of als het termijn van HB of verzet is verstreken.
Substantive due process = Recht op een rechter. Behoorlijke rechtsbedeling voor alle
geschillen, dus ook recht op toegang tot de rechter.
- Het recht op een eerlijk proces is voor iedereen en als er voor u geen rechter
voorzien is, dan heb je nog altijd recht op toegang tot een rechter.
- Men kan niet aan de normen ontsnappen door gewoon geen rechter ter beschikking
te stellen, dus recht op een rechter.
Procedural due process = Eens dat men het recht heeft op een rechter, dan moet de
procedure ook eerlijk gebeuren. Behoorlijke rechtsbedeling voor geschillen die bij de rechter
terecht kunnen. Maw zorgen dat de procedures die we hebben bij de RB’n eerlijk verlopen.
- IVBPR: enkel procedural due process en NIET substantive due process
- EVRM: procedural due process EN substantive due process
Sensu lato (sl.) = maatschappelijke opvattingen die ten grondslag liggen aan rechtsregels.
Sensu stricto (ss.) = normatief, vormen rechtsregels.
Functionele RM = rechtspraak, maw alle instanties die uitspraak doen over rechtsgeschillen.
Het zijn alle rechtscolleges die aan RS doen, ookal zitten ze niet in de piramide.
- RvS, GwHof, adm rechtscolleges, tuchtRB, arbitrage...
Organieke RM = hoven en rechtbanken (art 40 GW). De hiërarchische piramide.
- Bovenaan HvC en onderaan vredegerechten en politieRB’n.
- Let op: wnr de RM in organieke betekenis een administratieve functie uitoefent, dan
is het oneigenlijke of willige RS.
Willige RS = hebben niks te maken met het beslechten van rechtsgeschillen. Maw situatie
waarin de rechter een beslissing neemt, maar er geen geschil is tussen partijen en is dus
geen RS (bv rechter neemt beslissing over voogdij van het kind, er is geen geschil, maar wel
een beslissing).
2
, Beginselen in GW = zijn enkel voor hoven en RB’n en staan in de GW of verdragen. Ze gelden
alleen voor RM in organieke zin.
ARB ss = beginselen die op zichzelf normatief zijn, er is geen GW of verdrag nodig om er
beroep op te kunnen doen en zijn dus voor alle rechtscolleges. Ze gelden voor RM in
functionele zin.
- Redelijke termijn (enkel in straf-en tuchtzaken en niet in burg. zaken)
- Onmiddellijke/ exclusieve werking (geen retroactieve werking)
- Verbod op opportuniteitscontrole tav ovhd
- Toepassing in tijd
- Beschikkingsbeginsel
- Overmachtsbeginsel mbt processuele termijnen
Er zijn 4 BBRB die ARB ss zijn:
1. Recht op toegang tot een rechter – hier zijn beperkingen op toegestaan, maar vw’n:
o Mag essentie van het recht niet uithollen (redelijke beperking)
o Legitiem doel
o Proportioneel
2. Onafhankelijke/onpartijdige rechter (art 151 GW, art 6.1 EVRM en art 14.1 IVBPR)
3. Motiveringsplicht: foute motivering is ook een motivering (art 149 GW)
4. Recht op verdediging (art 6.1 EVRM en art 14.1 IVBPR)
o Tegenspraak
o Wapengelijkheid/ gelijkheidsbeginsel
Beginselen die id GW staan, Beginselen die niet id GW Beginselen die id GW staan
maar geen ARB zijn staan, maar wel ARB zijn én ARB zijn
Gelden enkel voor RM in Voor alle RM, maar zwakke Voor alle RM én wetgeving
organieke zin bescherming kan er niet van afwijken
- Openbaarheid - Onpartijdigheid - Onafhankelijkheid
- Rechter ingesteld bij wet - Recht van verdediging - Motivering
- Respect voor rechterlijke - Redelijke termijn in
bevoegdheid straf-en tuchtzaken
- Openbare behandeling - Onafhankelijkheid
- Openbare uitspraak - Motivering
- Onafhankelijkheid
- Motivering
Onafhankelijke rechter = vrij van uitwendige druk of binding, en zonder dat de beslissing
door een externe kan worden gewijzigd. (Vb. toga dragen) Mogelijkheid tot verschoning en
wraking.
Onpartijdige rechter = vrijheid van vooringenomenheid, vrij van interne bemoeienis.
Mogelijkheid tot verschoning en wraking. (‘Nemo iudex in sua causa’ = je kan niet uw eigen
zaak oordelen, dit is het toppunt van partijdigheid).
- Objectieve onpartijdigheid: verboden voor een magistraat om 2x te zetelen in
dezelfde zaak. Nuance: partij veroordeeld bij verstek en daartegen w verzet
ingesteld, dan is dat in principe bij dezelfde rechter.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller asRKUL123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.