Definities Ondernemingsrecht
Rechtssubject = Een zelfstandige drager van rechten (activa) en verplichtingen (passiva).
Rechtspersoon = Elk rechtssubject dat geen natuurlijk persoon is. Nemen deel aan het
rechtsverkeer dmv vertegenwoordiging. (vb) VN met (on)volk rechtspersoonlijkheid.
Onderneming/entiteit = Een rechtssubject of samenwerking van rechtssubjecten, die op
duurzame wijze een economisch doel nastreeft.
ONDERNEMING
Als SUBJECT van rechten Als OBJECT van rechten
‘Ik ben een onderneming’ ‘Ik heb een onderneming”
Formele zin Functionele zin
Art. I.1, 1° WER Art. I.4/1 WER en Art. I.9,
39° WER
VORM van de organisatie WAT de organisatie doet
Geregistreerde entiteiten = Elke entiteit die zich dient in te schrijven in de KBO krachtens art.
III.16, §1 WER (ondernemingen in functionele zin art. I.4/1 WER).
Inschrijvingsplichtige ondernemingen = De ondernemingen die krachtens art. III.49, §1 WER
verplicht zijn om zich voor de aanvang van hun activiteiten in de hoedanigheid van
‘inschrijvingsplichtige onderneming’ in de KBO in te schrijven (ondernemingen in formele zin
art. I.1 WER).
Bestuursorgaan = Beslissingsorgaan van een vennootschap.
Feitelijke algemeenheid of feitelijke universaliteit = Een eenheid in het economisch verkeer,
maar zakenrechtelijk een verzameling van afzonderlijke goederen.
Going concern-waarde = De waarde van het geheel zal vaak groter zijn dan de waarde van de
afzonderlijke onderdelen: ondernemingsgoederen bieden een winstvermogen dat bij
opsplitsing verloren gaat.
Goodwill = een meerprijs: de prijs betaald voor de verwerving van een ‘handelszaak’ in de
mate die hoger is dan de nettowaarde van de A – P-bestanddelen.
Pand op de handelszaak = Bezitloos pand op een universaliteit, moeten geregistreerd
worden in het centraal Pandregister.
Buitenbezitstelling = Het buiten de feitelijke macht van de gerechtigde brengen of geraken
van een zaak.
1
,Verklaring voor onbeslagbaarheid = Eigenaar-natuurlijke persoon van een handelszaak kan
zijn zakelijke rechten op het onroerend goed waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd
niet vatbaar voor beslag laten verklaren. (Let op: een zelfstandige kan zich niet verbinden om
in de toekomst nooit een dergelijke verklaring af te leggen!). Voorwaarden
1. Natuurlijk persoon
2. Beroepsbezigheid
3. Uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovk of door statuut verbonden is
Agency-problemen = Agenten die in eigen belang handelen ipv in het belang van de
vennootschap/principaal.
1. Management v. aandeelhouders: vaak onmogelijk voor AH om de VN samen te
leiden, dus zij delegeren dit aan de raad van bestuur. Om te zorgen dat de
bestuurders hun eigen belangen niet boven het belang van de AH stellen, biedt het
vn-recht een AV.
2. Meerderheids- v. minderheidsAH: meerderheidsAH (agent) hebben alles te zeggen
id VN, ze beslissen dus mee voor minderheidsAH. Het vn-recht zorgt ervoor dat ze
het belang toetsen en kijken of die ongelijke behandelingen wel kunnen.
3. AH v SE: AH worden beschouwd als agent vd SE. Het vn-recht heeft ervoor gezorgd
dat er regels zijn die het K van de vn beschermen tegen fictieve winstuitkeringen (dit
is dus in het voordeel van de SE).
Verbod Leonijns beding = Een vennoot mag niet alle winst naar zich toetrekken of van elke
deelname in de winst uitgesloten worden (men kan wel een vennoot vrijwaren van een
verlies) artikel 7:16 WVV.
Statutaire voorwerpoverschrijding = Geen enkel orgaan vd vn mag buiten het voorwerp
handelen of besluiten, maar hierop zijn uitzonderingen:
- VZRP en VORP: bekrachtiging en schijnmandaat maken ‘verboden handelingen’ toch
bindend
- VVRP: belang vd beperkende werking van het voorwerp is miniem door Prokura-
regeling.
Vennootschapsbelang = De norm waarmee het vnrecht gestalte geeft aan de werking van de
goede trouw. Het collectief winstbelang van de AH, met rendabiliteit op lange termijn,
inclusief het belang van toekomstige AH.
- Liberale Angelsaksisch begrip: collectief winstbelang vd AH
- Sociaal Rijlandmodel: gezond bestaan, uitgroei en continuïteit van de VN, rekening
houdend met alle stakeholders
- Middenweg: vennootschapsbelang
Werkelijke zetel = De plaats waar de effectieve leiding van de rechtspersoon zich bevindt,
het bestuurscentrum of de plaats waar de AV en de raad van bestuur bijeenkomen.
Statutaire/maatschappelijke zetel = De zetel die aangeduid wordt in de statuten. Elke vn
heeft er slechts 1.
2
, Bedrijfszetel/bijkantoor = De plaats waar technische, industriële of andere activiteiten van
de vennootschap worden geconcentreerd. Elke vn kan er meerdere hebben.
Personenvennootschap = Een vn die intuitu personae, uit aanmerking van de persoon van de
vennoten, wordt aangegaan en gehandhaafd. Vb: Maatschap, VOF, CommV.
Kapitaalvennootschap = De deelneming van de vennoten vindt mede haar oorzaak in de
omvang van de deelneming van de andere vennoten (intuitu pecuniae), maw op basis van
wat de vennoten inbrengen. Vb: NV, BV (is beide).
PersonenVN KapitaalVN
Ondeelbaarheid vd VNovk: nietigheid vd Deelbaarheid vd VNovk: nietigheid vd
deelneming ve vennoot-oprichter heeft de deelneming ve oprichter brengt niet per se
nietigheid vd VN tot gevolg. de nietigheid vd VN met zich mee.
Niet-overdraagbaarheid aandelen: Vrije overdraagbaarheid v aandelen:
vennoten zijn onvervangbaar (art 4:6 WVV) persoon vd vennoot is in beginsel
onbelangrijk, maar conventioneel kunnen
er wel beperkingen gestipuleerd worden
(art 7:77 WVV)
Besluitvorming bij unanimiteit, maar hier Meerderheidsbesluit.
kan conventioneel van worden afgeweken.
Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming:
- Geldige toestemming
- Bekwaamheid
- Inbreng onderworpen aan ondernemingsrisico
- Oorzaak
Materiële geldigheidsvereisten van de vennootschap:
- Pluraliteit
- Voorwerp
- Winstgevendheidsdoel
- Inbreng
Interestdividend = Soms wordt op de inbreng van de vennoot een vast rendement
toegezegd, dit blijft een risico, want de stille vennoot krijgt enkel een interestdividend
wanneer er ook echt winst gemaakt is.
Fictief dividend = Als de vennootschap een intrestdividend uitgeeft wanneer er geen/niet
genoeg winst is. Belanghebbende derde kan de stille vennoot ertoe verplichten het dividend
terug in de vennootschap te storten (art 4:24, lid 2 WVV).
Oprichting stappen:
1. Idee en financieel plan opstellen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller asRKUL123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.