Hier de samenvatting van alle woordsoorten. Ik heb het gebruikt voor het tentamen van Grammatica 2.
In de grammatica bundel vind je hier alles wat je voor dit tentamen nodig hebt.
Woordsoorten benoemen.
Hieronder een samenvatting van alle woordsoorten uit Zinsontleding van Klein en van den Toorn.
Ik noem puntsgewijs de woordsoorten op. De onderstreepte woorden in de voorbeelden zijn
uiteraard de woorden waar we het op dat moment over hebben.
Zelfstandig naamwoord: Alle woorden waar een lidwoord voor gezet kan worden.
Deze woorden kunnen ook verkleint worden of van enkelvoud naar meervoud en andersom.
Bijvoegelijk naamwoord: Zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het kan zowel voor het
zelfstandig naamwoord staan (atrributief) als achter het zelfstandig naamwoord (predicatief).
Stofadjectieven zijn bijvoegelijke naamwoorden die een stof of materiaal aanduiden.
Voorbeeld: De gouden armband. De armband van goud.
Telwoorden: Geeft een getal of aantal aan.
- Bepaald Hoofdtelwoord: Zegt direct het getal.
Een, twee, drie.
- Onbepaald hoofdtelwoord: Is niet duidelijk wat het aantal is.
Veel, enkele.
- Bepaald Rangtelwoord: Zegt een getal in rang.
Eerste, tweede, derde.
- Onbepaald rangtelwoord: Geeft geen directe rang aan.
Hoeveelste, zoveelste, laatste.
Werkwoorden: Geven een handeling en/of actie aan.
Zelfstandige werkwoorden: Deze werkwoorden functioneren zelfstandig binnen de zin. Ze kunnen
dus in hun eentje in de zin staan.
- Transitief: Altijd met een lijdend voorwerp
- Intransitief: Altijd met een meewerkend voorwerp
- Pseudo-transitief: Met of zonder lv en mv
Koppelwerkwoord: Koppelen de zelfstandig naamwoorden met het naamwoordelijk gezegde.
Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen.
Hulpwerkwoorden: Deze ondersteunen de zelfstandige naamwoorden in de zin.
- Hulpwerkwoord van tijd: Staan altijd met een voltooid deelwoord in de zin.
Hebben, zijn.
- Hulpwerkwoord van lijdende vorm: Staan in een vorm in de lijdende vorm.
Worden, zijn.
- Hulpwerkwoord van modaliteit: Geeft iets onzekers of beleefds aan.
Kunnen, zullen, mogen, moeten, willen.
- Hulpwerkwoord van aspect: Geeft iets aan wat bezig is of gaat gebeuren.
Gaan, komen.
- Hulpwerkwoord van causaliteit: doen, laten.
Lidwoorden: De, het, een.
‘De’ en ‘het’ zijn bepaalde lidwoorden. ‘Het’ is vrouwelijk, ‘de’ is mannelijk.
‘Een’ is een onbepaald lidwoord.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller faytje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.