Blok Paars – Hoorcolleges Week 1
Hoorcollege 1. Introductie interne geneeskunde
Maandag 13-02-2023
Bij de interne geneeskunde is de anamnese het belangrijkst.
Diabetes insipidus
Kenmerken:
- Tekort aan ADH
- Te hoog natrium met lage osmolariteit
- Dorstproef
Diabetes insipidus kan onderdeel zijn van het Wolfram syndroom:
- Combinatie van diabetes mellitus, opticus atrofie en diabetes insipidus
- Ook vaak perceptieve doofheid en mictieklachten
FMF
Kenmerken:
- Koortsaanvallen met buikpijn
- Familieanamnese is hierbij belangrijk
- Klinische genetica
- Proefbehandeling met colchicine
,Hoorcollege 2. Algemene anesthesiologie, neuroaxiale en regionale
technieken
Maandag 13-02-2023
Algehele anesthesie
Algehele anesthesie is met behulp van sedativa en analgetica bewustzijn zodanig laten dalen, dat
iemand niet wekbaar is
- Anesthesie: geen sensatie (en niet geen pijn)
- 3 fasen:
o Inductie/inleiding: onder anesthesie brengen
Aansluiten bewakingsapparatuur
IV toegang
Pre-oxygeneren:
Doel: 100% zuurstof in de longen, iemand kan dan 10 minuten lang
niet beademd worden
Toedienen medicatie:
Anestheticum
Analgeticum
Evt. spierrelaxans
Zekeren luchtweg
Op indicatie extra bewaking, infuzen, urinekatheter etc.
Positioneren patiënt
Start ingreep
o Onderhoud: voorkomen awareness
Controleren vitale functies
Airway:
o Beslaat tube?
o Capnogram?
o Ademgeruis beiderzijds?
Breathing:
o Beademing
o Instellingen beademingsapparatuur
Circulation:
o Bloeddruk en polsfrequentie
Medicatie vaak vasodilatoren: daling bloeddruk
o Urineproductie
o Vochtbalans
o Infuus(snelheid) controleren
Disability:
o Comfortabel (bloeddruk, zweten, pupilgrootte, bewegingen)
Exposure:
o Temperatuur
o Huidafwijkingen
o Positionering
Waarborgen homeostase:
Beademing
, Hemodynamiek: bloeddruk, urineproductie, bloedverlies
Temperatuurmanagement
Voorbereiden op uitleiding: start postoperatieve pijnstilling
o Uitleiding: laten ontwaken van patiënt
Monitoren resteffecten anesthetica, analgetica, spierrelaxantia
Extubatie zodra patiënt adequaat zelf ademt en redelijke mate van
bewustzijn is teruggekeerd
Overplaatsing recovery
- 3 pijlers (trias van anesthesie)
o Bewusteloosheid
o Pijnstilling
o Neuromusculaire blokkade
Gouden regels:
- Veiligheidschecks doorlopen
- Noodmedicatie klaar
o Dubbelcheck medicatie bij bereiding
Medicatie
Trias van algehele anesthesie:
- Hypnoticum: slaapmiddel
- Analgeticum: pijnstiller
- Relaxantium: spierverslapper
Slaapmedicatie = hypnotica
Slaapmiddelen zorgen voor bewusteloosheid via:
- Agonisme van GABA-receptor
o Stimulatie van GABA remt bewustzijn
o Propofol: versterkte werking van remming
- Antagonisme van NMDA receptor
o Esketamine
Soorten:
- Intraveneus:
o Propofol: wit, cardiodepressief inductie, onderhoud
o Etomidaat: wit, cardiostabieler dan propofol inductie
o Thiopental inductie
o Esketamine inductie
o Midazolam: ademhalingsdepressief, retrograde amnesie inductie
- Inhalatie (CAP, vaker bij kinderen):
o Sevofluraan inductie, onderhoud
o Isofluraan onderhoud
o Desfluraan onderhoud
o Lachgas inductie, onderhoud
, Pijnmedicatie = analgetica
Soorten:
- Kortwerkende opioiden
o Sufetanil
o Fentanyl
o Remifentanil
o Alfentanil
- Intraveneuze additiva
o Esketamine
o Lidocaine
o Clonidine
- Eventueel aangevuld met epidurale of regionale techniek
Voor postoperatieve pijnbestrijding kan morfine, oxycodon en dipidolor worden gebruikt.
Werking opiod receptioren:
- Mu-receptor is het belangrijkste: brein, myelum, perifere sensorische zenuwen en tractus
digestivus
- Effecten:
o Analgesie
o Sedatie
o Afhankelijkheid
o Miosis
o Respiratoire depressie
o Obstipatie
Spierverslappers = relaxantium
Eigenschappen:
- Zorgt voor neuromusculaire blokkade
- Consequentie voor algehele anesthesie: noodzaak voor beademing
o Plaatsen endotracheale tube wordt vergemakkelijkt door neuromusculaire blokkade
o Betere chirurgische condities
Werking:
- Stoffen zijn competitief met acetylcholine voor acetylcholinereceptor van skeletspier
o Depolariserend: hecht aan receptor en zet ionkanaal open
Suxamethonium
Complicatie: maligne hyperthermie bij neuromusculaire ziekte door
continue spierspasmen
Werkt maar 10 minuten
o Niet-depolariserend: hecht aan receptor en laat ionkanaal dicht
Rocuronium
Atracurium
Cisatracurium
Hoorcollege 1. Introductie interne geneeskunde
Maandag 13-02-2023
Bij de interne geneeskunde is de anamnese het belangrijkst.
Diabetes insipidus
Kenmerken:
- Tekort aan ADH
- Te hoog natrium met lage osmolariteit
- Dorstproef
Diabetes insipidus kan onderdeel zijn van het Wolfram syndroom:
- Combinatie van diabetes mellitus, opticus atrofie en diabetes insipidus
- Ook vaak perceptieve doofheid en mictieklachten
FMF
Kenmerken:
- Koortsaanvallen met buikpijn
- Familieanamnese is hierbij belangrijk
- Klinische genetica
- Proefbehandeling met colchicine
,Hoorcollege 2. Algemene anesthesiologie, neuroaxiale en regionale
technieken
Maandag 13-02-2023
Algehele anesthesie
Algehele anesthesie is met behulp van sedativa en analgetica bewustzijn zodanig laten dalen, dat
iemand niet wekbaar is
- Anesthesie: geen sensatie (en niet geen pijn)
- 3 fasen:
o Inductie/inleiding: onder anesthesie brengen
Aansluiten bewakingsapparatuur
IV toegang
Pre-oxygeneren:
Doel: 100% zuurstof in de longen, iemand kan dan 10 minuten lang
niet beademd worden
Toedienen medicatie:
Anestheticum
Analgeticum
Evt. spierrelaxans
Zekeren luchtweg
Op indicatie extra bewaking, infuzen, urinekatheter etc.
Positioneren patiënt
Start ingreep
o Onderhoud: voorkomen awareness
Controleren vitale functies
Airway:
o Beslaat tube?
o Capnogram?
o Ademgeruis beiderzijds?
Breathing:
o Beademing
o Instellingen beademingsapparatuur
Circulation:
o Bloeddruk en polsfrequentie
Medicatie vaak vasodilatoren: daling bloeddruk
o Urineproductie
o Vochtbalans
o Infuus(snelheid) controleren
Disability:
o Comfortabel (bloeddruk, zweten, pupilgrootte, bewegingen)
Exposure:
o Temperatuur
o Huidafwijkingen
o Positionering
Waarborgen homeostase:
Beademing
, Hemodynamiek: bloeddruk, urineproductie, bloedverlies
Temperatuurmanagement
Voorbereiden op uitleiding: start postoperatieve pijnstilling
o Uitleiding: laten ontwaken van patiënt
Monitoren resteffecten anesthetica, analgetica, spierrelaxantia
Extubatie zodra patiënt adequaat zelf ademt en redelijke mate van
bewustzijn is teruggekeerd
Overplaatsing recovery
- 3 pijlers (trias van anesthesie)
o Bewusteloosheid
o Pijnstilling
o Neuromusculaire blokkade
Gouden regels:
- Veiligheidschecks doorlopen
- Noodmedicatie klaar
o Dubbelcheck medicatie bij bereiding
Medicatie
Trias van algehele anesthesie:
- Hypnoticum: slaapmiddel
- Analgeticum: pijnstiller
- Relaxantium: spierverslapper
Slaapmedicatie = hypnotica
Slaapmiddelen zorgen voor bewusteloosheid via:
- Agonisme van GABA-receptor
o Stimulatie van GABA remt bewustzijn
o Propofol: versterkte werking van remming
- Antagonisme van NMDA receptor
o Esketamine
Soorten:
- Intraveneus:
o Propofol: wit, cardiodepressief inductie, onderhoud
o Etomidaat: wit, cardiostabieler dan propofol inductie
o Thiopental inductie
o Esketamine inductie
o Midazolam: ademhalingsdepressief, retrograde amnesie inductie
- Inhalatie (CAP, vaker bij kinderen):
o Sevofluraan inductie, onderhoud
o Isofluraan onderhoud
o Desfluraan onderhoud
o Lachgas inductie, onderhoud
, Pijnmedicatie = analgetica
Soorten:
- Kortwerkende opioiden
o Sufetanil
o Fentanyl
o Remifentanil
o Alfentanil
- Intraveneuze additiva
o Esketamine
o Lidocaine
o Clonidine
- Eventueel aangevuld met epidurale of regionale techniek
Voor postoperatieve pijnbestrijding kan morfine, oxycodon en dipidolor worden gebruikt.
Werking opiod receptioren:
- Mu-receptor is het belangrijkste: brein, myelum, perifere sensorische zenuwen en tractus
digestivus
- Effecten:
o Analgesie
o Sedatie
o Afhankelijkheid
o Miosis
o Respiratoire depressie
o Obstipatie
Spierverslappers = relaxantium
Eigenschappen:
- Zorgt voor neuromusculaire blokkade
- Consequentie voor algehele anesthesie: noodzaak voor beademing
o Plaatsen endotracheale tube wordt vergemakkelijkt door neuromusculaire blokkade
o Betere chirurgische condities
Werking:
- Stoffen zijn competitief met acetylcholine voor acetylcholinereceptor van skeletspier
o Depolariserend: hecht aan receptor en zet ionkanaal open
Suxamethonium
Complicatie: maligne hyperthermie bij neuromusculaire ziekte door
continue spierspasmen
Werkt maar 10 minuten
o Niet-depolariserend: hecht aan receptor en laat ionkanaal dicht
Rocuronium
Atracurium
Cisatracurium