Art. 7 lid 1 OESO – Bevat de basisregel inzake ondernemingswinsten. Vestigingsstaat is exclusief
heffingsbevoegd, tenzij v.i. in andere staat aanwezig is. Dan mag de v.i.-staat, de bronstaat aan de
vestigingsstaat toerekenbare winst heffen. Woonstaat moet voorkoming leveren.
Definitie van de v.i. is opgenomen in art. 5.
Dan moet je weten welke winst moet worden toegerekend aan de v.i., dit is te vinden in art. 7 lid 2
OESO.
Art. 9 OESO gaat over transacties van meerdere personen, gaat over gelieerde ondernemingen.
Moeten allemaal rechtspersoonlijkheid hebben en aan elkaar verbonden zijn.
Art. 9 gaat over transfer pricing, art. 7 gaat over de winstallocatie.
Staten kunnen het oneens zijn over waar er een v.i. is, daarom is er een onderling overleg procedure.
Daarom is art. 25 OESO ook van belang.
Nut en noodzaak vaste inrichtingsconcept:
- Dient om een heffingsrecht om aan v.i.-staat toe te wijzen op grond van het bronbeginsel.
- Zou inefficiënt zijn om te heffen van een onderneming die slecht incidenteel in de bronstaat
handelt. Vaste inrichting vormt dan dus een drempel.
Wanneer is er sprake van een v.i.?
- Art. 5 lid 1 OESO – Bevat de fysieke vaste inrichting
- Lid 3 – Bevat de uitvoering van werken
- Lid 5 – Vaste vertegenwoordiging
VN-Modelverdrag kent ook nog een fictie voor diensten die worden verricht.
Er bestaan ook nog nationaalrechtelijke ficties voor de v.i., denk hierbij aan in het
noordzeewinningsgebied.
De fysieke v.i., art. 5 lid 1 OESO:
- Place of business (‘bedrijfsinrichting’)
> Denk hierbij aan een gebouw, maar een zekere hoeveelheid ruimte is ook voldoende. Denk
bij dit laatste aan een marktstandplaats. Daarnaast moet de bedrijfsinrichting ter beschikking staan
aan de onderneming. Voldoende is dat de onderneming alleen feitelijk ter beschikking is, dus kan ook
illegaal zijn. De enkele aanwezigheid van een onderneming op een locatie betekent niet dat die
locatie ter beschikking staat aan de onderneming, denk aan een persoon die telkens bij een klant op
kantoor komt vergaderen.
- Fixed (‘vast’)
> Kent een geografische component en een temporele component.
Geografische component houdt in dat er een verband moet zijn tussen de bedrijfsinrichting
en een specifiek geografisch punt. Bij een gebouw is dat er natuurlijk, want die staat op zelfde punt.
Begrip moet echter niet te beperkt worden opgevat, mag best anders zijn. Dus ook een marktkraam
die steeds op een andere plek staat op dezelfde markt, ook aan criterium specifiek geografisch punt.
Temporeel component. Bedrijfsinrichting moet in enige zin duurzaam zijn. Doorgaans is er
geen sprake van een v.i. indien de bedrijfsinrichting minder dan 6 maanden wordt gebruikt. Dit is
echter geen harde grens. Beetje grijs gebied.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margrietkuper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.