Koraal zorgt voor stevigheid en bescherming van de kust door kracht van golven
tegen te houden
Zeespiegelstijging meer merkbaar bij evenaar doordat water uitzet bij warmte =
stijging zeespiegel
Nl = laaggelegen land, helft onder zeespiegel (zou zonder dijken overstromen)
2.1 Klimaatverandering: de verandering van het gemiddelde weer in 30 jaar
Kijken hierbij naar: stijging/daling gemiddelde temperatuur, veranderingen van
luchtstromingen, waterkringloop(neerslag), bewolking, hoeveelheid neerslag op aarde
Gevolgen: invloed op woestijnvorming, wetlands, overstromingen door buiten de
oevers tredende rivieren en grootte van ijskappen en gletsjers.
Gevolgen lange termijn: voor zeestromingen, zeeniveau, zoutgehalte in zeewater
Om zeespiegelstijging te verklaren en voorspellen kijken we naar het verleden.
Natuurlijke klimaatverandering heeft altijd al plaatsgevonden
Glacailen: koude periodes
Laatste glaciaal = ijstijd (21.000 jaar gelden), sindsdien warmt nl weer op.
Interglacialen: warmere periodes
2.2 Paleoklimatologie: studie van het klimaat met behulp van gegevens uit de bodem.
Meest gebruikte methode/onderzoeksmethode:
1. Glaciologisch: zuurstofisotopenanalyse —> meet de verhouding 160 – 180 in ijs of
(diepzee)sentiment. 180 is zwaarder. Als verdampte water als neerslag op de Polen
valt, komt daar meer ijs
Hoge temp: verdampen veel 180
Lage temp: verdampen veel, 160, weinig 180
2. Geologisch: fossielen —> beschrijven en verklaren van vormen in landschap dmv
boringen. Vinden vaak ook fossielen terug
Fossielen: resten of sporen van dieren en planten. Bepaalde fossielen komen alleen
voor in bepaalde lagen en klimaatomstandigheden
Gidsfossielen: (een’ gids’) hiermee kunnen aardlagen van bepaalde ouderdom
herkend worden dmv de plaats/diepte. De beste zijn:
- De beste zijn soorten die niet lang hebben bestaan, gemakkelijk bewaard blijven
en snelle evolutie hebben gehad: zo is duidelijke opeenvolging te zien.
3. Geomorfologisch: stand zeespiegel —> verklaring en beschrijving van vormen in
landschap, zoals stuwwallen en kustrassen
Tijdens glacialen wordt er veel water meegenomen = daling zeespiegel
4. Biologisch: pollenanalyse, dendrochronologie, 14c methode—> ouderdom van
organisch materiaal bepalen tot 60 000 jaar terug
14C: bepalen ouderdom mensen,dier, plant dmv meten hoeveelheid koolstof in dood
organisme. Koolstof wordt opgenomen tijdens leven.
Dendrochronologie: de dikte van de jaarringen van een boom geeft aan in welke
weeromstandigheden de boom is gegroeid/geleefd (warm/nat = snel = dikke ring),
wordt als controle gebruikt want door klimaat veranderd 14c
Pollenanalyse: bepalen van ouderdom dmv stuifmeelkorrels/ pollen.
5. Historisch: meetgegevens uit de geschiedenis —> analyse van meetgegevens
(sinds 17e eeuw) of schilderijen uit bepaalde periode
2.3 Opwarming of afkoeling van aarde wordt veroorzaakt door groot aantal factoren op
verschillende tijdschalen, er zijn 2 soorten factoren:
1. Conditionele factoren: moet er zijn om een verandering op te kunnen laten
trede. Het is een randvoorwaarde
1
, 2. Sturende factoren: dragen bij aan gebeurtenis maar zijn niet de randvoorwaarde
voor de gebeurtenis
de draaiing van de aarde heeft effect op ons klimaat.
- Als de baan om de aarde langer wordt = onstaat ijstijd
- Als de baan om de aarde korter wordt = aarde warmer want dichter bij de zon
De zon : Milankovic curves
Intensiteit van de zon is niet overal gelijk, variatie zorgt voor warmere en koudere
periodes. 3 factoren(cycli) die intensiteit en de verdeling van de zonstraling bepalen:
Soms versterken de cycli elkaar, en soms werken ze elkaar tegen
1. Excentriciteit: de ellipsvormig baan van de aarde rond de zon, wisselt om de
100.000 – 400.000 jaar
Hoe dichter baan bij de zon = hoe meer zonnestraling op aarde = hoe warmer
2. Obliquity: de scheefstelling van de hoek van de aardas ten opzichte van de baan
van de aarde om de zon (foto rechts)
- zonder scheefstelling zijn er geen seizoenen
- scheefstelling varieert tussen 21,5 en 24,5 graden in 41.000 jaar
- hoe groter de hoek = polen ontvangen meer zon = ijskappen smelten sneller
3. Precessie: tolbeweging die aarde gedurende 23.000 jaar maakt
- hierdoor vallen zomer en winter op periodes(veranderend punt in aardbaan)
- nu is afstand aarde-zon kleinst in dec. = zachtere winter, koelere zomer
- 11.000 j. geleden afstand aarde-zon kleinst in juli = koude winter, warme zomer
Variatie in excentriciteit en obliquity leiden niet tot verandering in de
hoeveelheid zonne-energie, maar beïnvloedden verdeling straling:
zomer/winter halfjaar en verdeling over de aarde (rechter foto, alle 3 samen)
Een verandering in aardse klimaatsysteem kan proces van gevolgen veroorzaken
Positieve terugkoppeling: iets dat een proces versterkt
Voorbeeld: opwarming van de aarde (versnellen), afname van albedo effect
Negatieve terugkoppeling: iets dat een proces afzwakt
Meer wolken = houdt warmte vast, toename albedo = weerkaatst veel zonlicht
Albedo: de verhouding tussen ontvangen en gereflecteerde zonnestralen
Hoe hoger albedo = hoe meer licht teruggekaatst wordt
Ijs: heeft hoge albedo, weerkaatst veel zonlicht = aarde warmt niet op
Bos: heeft lage albedo, adsorbeerd veel zonlicht
Opwarming aarde = ijskappen smelten = albedo neemt af
Dus lichte kleuren weerkaatsen, donkere kleuren adsobereren
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemidemooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.