Een model: samenhangend geheel van variabele en constanten waarvan de
onderlinge relaties beschreven zijn.
hulpmiddel voor beschrijven, verklaren en voorspellen van natuurverschijnselen,
onder verschillende omstandigheden dmv nabootsen ervan.
wordt gebruikt om iets versimpeld of handig weer te geven, om informatie te
berekenen of om nieuwe kennis te verbinden en beter te begrijpen
Verschillende soorten modellen:
1. Schaalmodel: kopie van een voorwerp/landschap in verkleinde of vergrotte vorm
vb: landkaart, schaalmodel van een huis, in de biologie lichaamsdelen vergroot
doeleinde: stroming water, hoe komt iets eruit te zien?, om iets uit te
leggen/duidelijker weer te geven (dus van klein naar groot)
iets klein maken is goedkoper dan gelijk groot maken
2. Statisch model: waarde van variabele in het model hangen niet af van tijd,
waardoor het model stilstaand is.
vb: maquette, molecuulmodel, model kosten per jaar op bepaald moment
doeleinde: iets duidelijk weergeven of uit te leggen
3. Dynamisch model: minstens 1 variabele in het model hangt af van tijd, waardoor
het model constant in beweging is
vb: buienradar / het weer
doeleinde: voorspellen
4. Numeriek model: model waarin de situatie is opgedeeld in kleine tijdsstappen,
en je voor elke tijdsstap alle grootheden berekend (met waarde van tijdsstap
ervoor)
vb: kopje koffie dat afkoelt, samenleving tussen roofdieren
doeleinde: voorspellen (hoelang iets duurt) / berekenen
5. Fysiek model: een model dat je kan vasthouden
vb: schaalmodel vliegtuig of hart en bloedvaten: onderzoek bloedstroom
doeleinde: informatie verkrijgen (over krachten en/of veiligheid)
wordt gebruikt om na te gaan of een ontwerp dat je hebt bedacht met behulp
van beschikbare theorie juist is.
bij een fysiek model kan je een numeriek model maken = verkrijgen informatie
eigenschappen die je niet vindt omdat model niet de hele werkelijkheid bevat.
prototype: een vroeg model van het product in het groot gemaakt adhv
informatie van numeriek model, dat wordt getest en misschien aangepast.
Je kan ook combinaties hebben van 2 soorten modellen: fysiek dynamisch model:
een kopje koffie > je kan het zien = fysiek, het koelt af = dynamisch
Simulatie: is wanneer een model van de werkelijkheid wordt gebruikt om te kunnen
experimenteren met de werkelijkheid: er wordt situatie nagebootst die in werkelijkheid
niet kan: vooruitgaan of teruggaan in de tijd, of omstandigheden veranderen.
doel: gedrag van werkelijkheid of verschillende strategieën analyseren
Proefdiermodellen: dieren die speciale genetische eigenschappen hebben, die
gebruikt worden om bv onderzoek te doen voor een fysiek model.
Voorbeeld van een model bij een vakgebied:
- Biologie: DNA
- Scheikunde: atoom/ion
- Natuurkunde: elektriciteitsmodel
- Aardrijkskunde: wereldbol / buienradar / inwonersaantal
- Economie: aandelen
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemidemooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.