Samenvatting Algemene Economie - Macro Economie (sem 2)
10 views 0 purchase
Course
Algemene Economie (1000PSWECO)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Deze samenvatting betreft alle leerstof van de lessen 'Macro-economie', gegeven in het 2e semester van het vak 'Algemene Economie'. De hoofdstukken in de samenvatting komen overeen met hoofdstuk 7-15 van het boek 'Algemene Economie', geschreven door Bruno De Borger en André Van Poeck. Hoofdstuk 8 ...
Algemene Economie: Hoofdstuk 7: Productie, inkomens en
bestedingen - de macro-economische benadering
1 Inleiding
Macro-economie = Bekijkt het geaggregeerde niveau en bestudeert vraagstukken die de economie
als geheel beïnvloeden. (Heeft dus vnl. betrekking op het stabilisatieprobleem.)
Om aan macro-economische analyse te doen, worden de nationale rekeningen (ook wel
nationale boekhouding genoemd) bijgehouden = Soort dubbel boekhouding-systeem dat de
transacties tussen economische agenten registreert:
2 Productie, toegevoegde waarde en factorvergoedingen
Een productieproces gaat over verschillende fasen. Hierbij worden 2 soorten goederen erkend:
- Intermediaire goederen = Goederen die gebruikt worden in eenzelfde periode, maar wel
opgaan in een volgende productiefase. Het goed of dienst gaat verder als input gebruikt
worden. Bij intermediaire goederen wordt steeds nog waarde toegevoegd.
- Finale goederen = Een goed of dienst die in eenzelfde periode gebruikt worden, maar niet
opgaan in een volgende productiefase. Het goed of dienst heeft het einde van de
productiecyclus bereikt.
Voor de waardering van een goed/ dienst kijken we enkel naar de waarde van het
finaal goed (som van de toegevoegde waardes).
Voorbeeld (zonder voorraden):
We kunnen de waarde van de productie (W) op verschillende manieren berekenen:
- Totale waarde van alle goederen (A) Intermediair verbruik (M)
- De waarde van de finale goederen (W)
- De som van de toegevoegde waarden
- De som van de factorvergoedingen (= Vergoeding van de productiefactoren) (F)
,3 Voorraden
Niet alle goederen worden in praktijk doorverkocht. Indien je meer produceert dan je kan
verkopen, worden de overige goederen in de voorraden geplaatst (waardering van goederen wordt
dan opgesplitst in verkopen en voorraadwijzigingen).
Voorbeeld (met voorraden):
De totale waarde van de productie (W) (= BBP) kunnen we nu berekenen door:
- A M= =F
- de waarde van de finale goederen (waarde schoenen in de winkel en de waarde van de
aangelegde voorraden)
- Som van de toegevoegde waarden
- Som van de factorvergoedingen (F)
4 Soorten factorvergoedingen (F)
We erkennen 2 soorten factorvergoedingen:
- Eigenlijke factorvergoedingen ( ): Loonsom (arbeid), Pachtsom (natuur) en Intrestsom
(kapitaal)
- Winst ( ): Vergoeding voor ondernemersinitiatief
- Al deze factorvergoedingen komen uiteindelijk bij gezinnen terecht als hun inkomen (Y)
- W = A - M = A1 + Ve M = F = F1 + =Y
5 Bruto- versus netto-nationaal product
Om van bruto-nationaal product naar netto nationaal product te gaan, maakt men het verschil
tussen bruto-nationaal product (W) (= De totale waarde van de productie) en de depreciatie van
kapitaalgoederen (afschrijvingen) (D).
Formule: W D= (netto-factorvergoedingen) = Y D (netto-inkomen)
,6 Fundamentele gelijkheid tussen product, inkomen en
bestedingen
Nationaal product = Nationaal inkomen = Besteding van het nationaal product (balans in
evenwicht):
- Nationaal product = Waarde van de productie (W)
- Nationaal inkomen = Som van alle factorvergoedingen (Y)
- Som van alle bestedingen = Alle bestedingen die gezinnen en bedrijven doen:
o Gezinnen doen voornamelijk aan consumptie (C)
o Bedrijven doen voornamelijk aan investeringen ( = Ex-post investeringen. Dit zijn
de gerealiseerde investeringen). 3 soorten:
Vervangingsinvesteringen = Wanneer een bepaald product volledig
afgeschreven is in de boekhouding en deze wordt vervangen.
Uitbreidingsinvesteringen = Je voegt een bepaald product toe aan je
onderneming.
Voorraadinvesteringen = Wanneer je in een bepaalde periode meer
produceert dan je verkocht krijgt. Hierdoor komen deze goederen in de
voorraad terecht en krijg je een positieve voorraadstijging.
, 7 Macro-economische identiteiten voor een gesloten economie
zonder overheid
Identiteit = Een gelijkheid die per definitie opgaat. Symbool:
7.1 Totale waarde van de productie vormt inkomens
Identiteit: Totale waarde van productie (W) Inkomens (Y)
7.2 Totale waarde van productie gaat ofwel naar consumptie (gezinnen) ofwel
naar investeringen (bedrijven)
Identiteit: Totale waarde van productie (W) Consumptie (C) + Investeringen ( = Ex-post)
7.3 Inkomen wordt uitgegeven aan consumptie, de rest wordt gespaard
Identiteit: Inkomen (Y) Consumptie (C) + Sparen (S)
7.4 Sparen van gezinnen maakt ruimte voor investeringen van bedrijven
(nieuwe identiteit)
Identiteit: Sparen (S) Investeringen ( = Ex-post)
8 Eenvoudige economische kringloop
In de economische kringloop zijn er 2 partijen, namelijk gezinnen en bedrijven (later komen
hier nog de overheid en het buitenland bij)
Financiële markten en instellingen spelen een tussenrol tussen deze partijen (doorstroom van
geld), waardoor er een verband ontstaat tussen productie van goederen en diensten die een
inkomen voorzien dat gebruikt kan worden voor bestedingen (zie identiteiten)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisblondeau. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.44. You're not tied to anything after your purchase.