In deze samenvatting komen de volgende onderwerpen voor:
- Wat zit er in je lichaam?
- Bouw en bewegen
- Bouw en functie
- Knie
- Voet, enkel en onderbeen
Stelling: gewrichtskraakbeen is geïnnerveerd en niet gevasculariseerd?
Answer: Fout. Gewrichtskraakbeen is niet geïnnerveerd en niet gevasculariseerd.
5.
Wat is de Latijnse naam voor een kogelgewricht?
Answer: Articulatio sheroidea
6.
Wat is het verschil tussen krachtsluiting en vormsluiting?
Answer: Stabiliteit geleverd door de vorm van de botten die het gewricht vormen wordt vormsluiting genoemd. Stabiliteit geleverd door gewrichtsbanden (passieve F-sluiting) of spieren (actieve F-sluiting) wordt krachtsluiting genoemd.
7.
Benoem de 3 anatomische vlakken de de bijhorende anatomische assen
Answer: - Frontaal vlak en sagittale as
- Sagittaal vlak en transversale as
- Transversaal/ horizontaal vlak en longitudinale as
8.
In welke richting zijn origo en insertie als het gaat over ventrale rompspieren?
Answer: Origo craniaal en de insertie caudaal
9.
Wat is een poly-articulaire spier?
Answer: Een spier die over meer dan 2 gewrichten loopt.
10.
Wat is het verschil tussen actieve insufficiëntie en passieve insufficiëntie?
Answer: Bij actieve insufficiëntie is een spier maximaal verkort en kan hierdoor geen verdere beweging geven.
Passieve insufficiëntie houdt in dat een spier maximaal verlengd is en geen verdere beweging toe laat.
Content preview
Anatomie – leerjaar 1 – blok 1
Return-2-Performance
Wat zit er in je lichaam?
Waaruit bestaat je lichaam?
Van klein naar groot:
Cellen.
Weefsel. Weefsel bestaat uit groepen cellen met ieder een eigen vorm en functie.
Orgaan. Een orgaan bestaat uit meerdere weefsels bij elkaar. De weefsels hebben samen een
functie.
Stelsel. Een stelsel is een deel van je lijf dat een bepaalde functie vervult. Er zijn 10 stelsels in
je lijf: bloedvatenstelsel, spijsverteringstelsel, ademhalingsstelsel, zenuwstelsel,
voortplantingsstelsel, hormoonstelsel, urinestelsel, lymfestelsel, huid, spieren, skelet.
Soorten weefsels
Er zijn 4 verschillende soorten weefsels:
1. Dekweefsel/ epitheel
Bekleding van oppervlakte
Bescherming tegen mechanische of chemische invloeden, kliervorming: secretie
(afscheiding lichaamsvocht).
2. Steunweefsel
Bindweefsel: losmatig, reticulair of vezelig. Losmatig bindweefsel heeft een mechanische
werking (bieden van stevigheid, verbinden en opvullen). Verder heeft het bindweefsel
een rol bij verdediging/ afweer en stofwisseling. Reticulair bindweefsel heeft en rol bij de
aanmaak van bloedcellen. De functie van vezelig bindweefsel is het bieden van stevigheid
door middel van elastische of collagene vezels.
Kraakbeen(weefsel): elastisch, vezelig of hyalien. Elastisch kraakbeen bevat veel
elastische vezels. Vezelig kraakbeen bevat veel collagene vezels. Hyalien kraakbeen bevat
weinig collagene vezels. De functie van kraakbeen is het bieden van stevigheid terwijl ook
veerkracht aanwezig is.
Been(weefsel)/bot: hard door anorganische zouten (kristallen)
3. Spierweefsel
Spierweefsel is in staat om chemische energie om te zetten in mechanische energie.
Hart spierweefsel: werkt onwillekeurig
Glad spierweefsel: werkt onwillekeurig
Dwarsgestreept/ skelet spierweefsel: werkt willekeurig
4. Zenuwweefsel
In centrale en perifere zenuwstelsel
Prikkelgeleidend en verwerkend
Figuur Bron https://organisme-
merewade.jouwweb.nl/weefsels
, Soorten vezels
Er zijn 3 soorten vezels:
1. Collageen. Collagene vezels zijn altijd gebundeld. Een belangrijke eigenschap is dat ze niet
elastisch zijn.
2. Elastische vezels.
3. Reticulaire vezels. Deze vezels vormen een netwerk met elkaar.
Bouw en bewegen
Bewegingsapparaat
Het bewegingsapparaat kan worden verdeeld in 3 categorieën:
1. Benige/ kraakbenige structuren. Deze structuren zorgen voor stabiliteit en stevigheid.
2. Gewrichten. Gewrichten zorgen voor bewegelijkheid, mobiliteit.
3. Spieren. Spieren brengen beweging tot stand en zorgen voor stabiliteit in gewrichten.
Soorten gewrichten (articulatio)
De verbinding tussen twee of meer botstukken heet een gewricht. De gewrichten kunnen worden
verdeeld in 3 categorieën:
1. Articulatio fibrosa. Hierbij zijn botten door bindweefsel met elkaar verbonden.
Syndesmosis (bandverbinding): in het bindweefsel zijn veel collagene of elastische vezels
die de botten met elkaar verbinden.
Sutura (naadverbinding): een smalle bindweefselstrook tussen twee platte botstukken.
Deze verbindingen zijn alleen in de schedel.
Gomphosis: verbinding tussen een tand en de onder- of bovenkaak.
2. Articulatio cartilaginea. Hierbij zijn botten door kraakbeen met elkaar verbonden.
Synchondrosis: hyalien kraakbeenverbinding.
Symphysis: verbindend kraakbeen wordt gevormd door vezelig kraakbeen en de
botdelen zijn bedekt met een dun laagje hyalien kraakbeen.
3. Articulatio synovialis: gewrichtsholte, botten worden van elkaar gescheiden door een ruimte
gevuld met vloeistof, synovia.
De gewrichtsholte, cavum articulare, wordt omgeven door een
gewrichtskapsel. De cavum articulare zorgt voor het afsluiten van
de ruimte en verbinding van botten. De cavum articulare is
gevuld met vloeistof, de synovia. De boteinden in de
gewrichtsholte, de gewrichtsvlakken, zijn bedekt met
gewrichtskraakbeen, cartilago articularis (meestal hyalien).
Gewrichtskraakbeen is niet geïnnerveerd en niet
gevasculariseerd.
Het bolle, convexe gewrichtsdeel noem je de kop. Het holle,
concave gewrichtsdeel noem je de kom. In de meeste synoviale
gewrichten worden de kop en de kom bedekt met hyalien Figuur Bron
kraakbeen. De dikte varieert tussen 1 en 7 mm. https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewricht
Gewrichtskapsel
Het gewrichtskapsel, de capsula articularis, bestaat uit 2 lagen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabellaboris. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.48. You're not tied to anything after your purchase.