Samenvatting politieke filosofie en democratie, gebruikt voor het tentamen politieke filosofie en democratie voor de studie bestuurskunde. Samenvatting van het boek Democratie de europese grondslagen van het moderne idee
This summary is really full of spelling mistakes and incorrect sentences
Seller
Follow
JoranTibor
Reviews received
Content preview
Table of Contents
1: Inleiding ..................................................................................................................................................... 3
1.1: De vijf tradities .................................................................................................................................... 3
1.2: Van klassieke naar moderne democratie ........................................................................................... 3
1.3: vertegenwoordiging en directe democratie ....................................................................................... 3
1.4: Vertegenwoordiging ........................................................................................................................... 3
1.5: Het gelijkheidsprincipe ....................................................................................................................... 4
1.6: Klassieke en moderne vrijheid ............................................................................................................ 4
1.6.1: Positieve vrijheid ......................................................................................................................... 4
1.6.2: Negatieve vrijheid ....................................................................................................................... 4
1.6.3: Moderne (negatieve) vrijheid ...................................................................................................... 4
2: De democratie in Athene ........................................................................................................................... 5
2.1: Het ontstaan van de democratie ........................................................................................................ 5
2.1.1: Uitvinding van het schrift ............................................................................................................ 5
2.1.2: Sociaaleconomische en militaire veranderingen ........................................................................ 5
2.1.3: Athene als grootmacht ................................................................................................................ 5
2.2: Belangrijke organen in Athene ........................................................................................................... 6
2.2.1: De volksvergadering (ecclesia) .................................................................................................... 6
2.2.2: Het volksgerecht .......................................................................................................................... 6
2.2.2: Commissie van Nomothetai ........................................................................................................ 6
2.2.3: De raad (Boule) ............................................................................................................................ 6
2.3: Gelijkheid in Athene ........................................................................................................................... 6
2.4: de kritiek op de democratie ............................................................................................................... 7
2.4.1: Corruptie en populisme ............................................................................................................... 7
2.5: Plato .................................................................................................................................................... 8
2.5.1: Plato’s mensbeeld ....................................................................................................................... 8
2.5.2: Plato’s ethiek ............................................................................................................................... 9
2.5.3: Politieke filosofie ......................................................................................................................... 9
3: De gemengde constitutie......................................................................................................................... 10
3.1: Aristoteles ......................................................................................................................................... 10
3.1.1: Aristoteles mensbeeld ............................................................................................................... 10
3.1.2: Aristoteles ethiek Deugde ethiek .............................................................................................. 12
1
, 3.1.3: Aristoteles politieke filosofie ..................................................................................................... 13
2
, 1: Inleiding
Vaak wordt de democratie in twee geschiedkundige delen verdeeld; De klassieke democratie,
omvattende Athene (klassieke oudheid) en de moderne democratie (vanaf 17e eeuw). Hierdoor wordt
er eeuwen aan ontwikkeling overgeslagen die veel invloed heeft op de huidige democratie.
1.1: De vijf tradities
Deze ontwikkeling wordt dan vaak verder verdeeld in de 5 democratische tradities:
1. Directe democratie (5e eeuw voor christus Athene)
2. Het republicanisme ( 14e eeuw Italië)
3. De reformatie (15e eeuw Duitsland)
4. De oude constituties (16e eeuw Nederland)
5. Modern natuurrecht (17e eeuw Engeland)
Desondanks dat het idee van de democratie en de waardes niet alleen in Europa te vinden zijn. Zijn deze
5 tradities uniek voor Europa en zorgen deze er voor dat het Europese politieke systeem anders
gevormd is.
1.2: Van klassieke naar moderne democratie
Democratie is letterlijk regering door het volk (Demo/Cratie |demos = volk |Kratia = heersen). Het gaat
hier dan ook om een vorm van directe democratie, waar het volk (met burgerrechten) direct zijn mening
mag verkondigen. Zelfs toen was deze vorm van democratie omstreden, deze omstreden bronnen
werden tot in eind 19e eeuw veel aangehaald waardoor het woord democratie gelijkstond aan
mobsrule/anarchie, democratie had dan ook een negatieve klank. De bedenkers van onze huidige
‘’democratie’’ hadden dan ook geen democratie voor ogen maar een republiek. Pas vanaf Marx komt
het idee van de (directe) democratie weer naar voren, al dan niet binnen het kader van een
vertegenwoordigde democratie. Directe democratie vertegenwoordiging
1.3: vertegenwoordiging en directe democratie
Een ander groot verschil tussen de vormen van democratie is hoe de bestuurders worden verkozen.
Volgens de democratische gedachtes ging dit (met uitzondering) via loting. Participatie en
machtenscheiding van de bevolking was hier dus van groot belang. Volgens de republikeinse traditie
zou dit echter leiden tot te veel deelbelangen, om die reden moesten de beste de leiding nemen. Latere
republikeinse democraten pleite voor een gemende regeringsvorm waar verschillende kamers de macht
van de andere klassen in toom houden.
Wie de beste waren, wie er in de kamer mocht zitten, wie er mocht stemmen of meegenomen mag
worden in de lotingen blijft echter de gehele periode een omstreden kwestie. Zo werd bezit, kennis,
geboorte en familie/standen belangrijke afwegingen.
1.4: Vertegenwoordiging
Het idee van vertegenwoordiging is ontstaan in de middeleeuwen in de vorm van een parlement. Deze
bestond uit belanghebbende classes die het gezag van de vorst in bedwang moesten houden. Wie er
echter in het parlement mocht zitten, wat deze mochten doen en wie de hoogste bevoegdheid was
echter verschillend per tijd en plaats.
3
, 1.5: Het gelijkheidsprincipe
Dit principe speelt de gehele periode een grote rol. In hoeverre is de burger, het volk, de vorst etc gelijk
aan de ander. In de Atheense democratie ging de gelijkheid voornamelijk om participatie in
besluitvoering, echter werd een grote groep van niet vrije burgers hiervan uitgesloten (wat tot en met
de moderne democratie normaal was). Van onderlinge gelijkheid was echter geen spraken. Vanaf het
punt van de Atheense democratie zou de gelijkheid in bestuur en vertegenwoordiging langzaam
opschuiven naar gelijkheid in behoeftes, vertegenwoordiging en rechten.
Participatie Rechten/behoeftes
1.6: Klassieke en moderne vrijheid
Een ander groot verscheel is in wat vrijheid was. Bij de oude democratieën ging vrijheid voornamelijk
over vrijheid in de positieve zin. Dit hield in dat er recht was op meningsuiting tijdens de vergaderingen
(isegoria). Gebruik maken van deze vrijheid was in de oude democratie dan ook een plicht in plaats van
een recht.
In de moderne democratie draait het meer om negatieve vrijheid. Deze vorm van vrijheid moet de
burger beschermen voor dingen zodat deze autonoom kan handelen. Er zit dan ook een mindere morele
achtergrond in die stelt dat er iets mee gedaan dient te worden. Al waren sommige filosofen het hier
niet mee eens, zoals Sartre.
De overgang van positieve naar negatieve vrijheid heeft dan ook veel te maken met de overgang van
directe naar vertegenwoordigende democratie. Want vanwege de vertegenwoordiging kon men tijd
besteden aan het prive leven en toch nog een kleine positieve vrijheid uitoefenen. Een gevaar hier
echter van is dat de burger in het najagen van de persoonlijke belangen de politieke rechten en
belangen kan opgeven wat vergaande gevolgen kan hebben.
1.6.1: Positieve vrijheid
Dit is de vrijheid tot het doen van dingen. Hierbij valt te denken aan vrijheid tot het uiten van je mening
en vrijheid van participatie.
1.6.2: Negatieve vrijheid
Dit is de vrijheid die andere mensen verbied om iets te doen. Hierbij valt te denken aan vrijheid van
interventie van de staat of vrijheid van de persoonlijke levenssfeer.
1.6.3: Moderne (negatieve) vrijheid
De moderne vrijheid is een combinatie tussen de positieve en negatieve vrijheid, waar de negatieve iets
meer invloed heeft dan de positieve. Deze vrijheid stelt dat men alles kan doen zolang men geen schade
berokkent aan een ander. De ander mag dus niet ingrijpen zolang het geen schade voor hem oplevert
(negatief) en jij mag alles doen zolang jij de ander niet schaad (positief). Dit principe is echter volgens
enkele filosofen in de moderne mondiale samenleving onhoudbaar geworden. Het is namelijk (haast)
onmogelijk geworden om een ander niet te beïnvloeden/schade met een handeling.
4
, 2: De democratie in Athene
Er werd in Athene veel ‘’geëxperimenteerd’’ zo veranderde het bestuur in een relatief korte van een
monarchie naar een oligarchie naar een tirannie wat werd vervangen door de democratie. Alleen
mannen van boven de 20 jaar die vrije burgers waren hoorde bij het volk (demos). Vrouwen,
vreemdelingen (was je als je vader niet Atheens is) en slaven waren (meerderheid van de bevolking)
waren uitgesloten.
2.1: Het ontstaan van de democratie
Welke ontwikkelingen speelde een rol in het tot stand komen van de democratie?
2.1.1: Uitvinding van het schrift
Communicatiemiddelen spelen altijd een grote rol bij politieke vernieuwingen, zo ook in Athene. Dat de
democratie werkte in Athene had te maken met het relatief makkelijk schrift wat iedereen geacht werd
te leren (op school). Wetten werden geschreven en sommige stemmingen ook. De wijde verbreiding van
het schrift is dan ook een belangrijke voorwaarde geweest voor de politieke participatie in Athene. Ook
in het heden is onderwijs en kennis een belangrijke voorwaarde voor politieke participatie.
2.1.2: Sociaaleconomische en militaire veranderingen
De ontwikkeling van de democratie had ook te maken met de emancipatie van de boeren in de
maatschappij. Er heerste grote sociale verschillen tussen boeren en groot grondbezitters, de boeren
waren in praktijd de slaaf van de grootgrondbezitters vanwege schulden. Toen de koning de boeren
vrijstelde van hun schulden ontstaat er een nieuwe klassen die zeggenschap kon eisen.
Dit werd nog eens versterkt door de nieuwe positie die deze boeren in het leger zouden innemen. De
focus van het leger werd namelijk vervangen van de aristocratie (cavalerie) naar de vrije boeren
hoplieden1 (infanterie). Toen de Atheense vloot uitgebreid werd kregen zelfs het armste deel van de
bevolking een plaats in het leger.
2.1.3: Athene als grootmacht
Vanwege de toenemende macht en uitbreiding van de gebieden kreeg Athene toegang tot meer slaven
en bezittingen. Hierdoor konden de burgers meer tijd besteden aan het bestuur en de democratie. Toen
Athene meer oorlogen begon te verliezen raakte de democratie dan ook in verval, mensen hadden
namelijk geen tijd meer voor de democratie.
Een gevolg van de toegenomen rijkdom was dan ook dat Athene geld kon vrijmaken om de bestuurders,
juryleden etc te betalen. Hierdoor kon zelfs de armste laag van de bevolking participeren in de
democratie.
1Deze verplaatsing was mogelijk omdat boeren vanwege het kwijtschelden van de schulden een hoplieden
uitrusting kon aanschaffen, wat van de volks militie een efficiënte kracht maakte.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JoranTibor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.