Deze samenvatting is gemaakt op basis van de theorie van Dukers- en Baelemans . Deze samenvatting is helemaal up to date om je optimaal voor te bereiden op het examen. Naast de theorie is het verstandig om ook gebruik te maken van eventuele oefententamens om je goed voor te bereiden op het examen.
,Inhoud
1.1: verschil consumptief krediet en hypothecair krediet..................................................................3
1.2: verschillende vormen van consumptief krediet...........................................................................3
1.3: alternatieve financieringsvormen................................................................................................4
1.4: Wet- en regelgeving....................................................................................................................7
1.5: Het verstrekkingsproces............................................................................................................10
1.6: Toetsingen.................................................................................................................................12
1.7: Voorkomen overkreditering......................................................................................................13
2.1: kopen of huren?........................................................................................................................15
2.2: de woningmarkt.........................................................................................................................15
2.3: De koop van een woning...........................................................................................................17
2.4: het afsluiten van een hypothecair krediet.................................................................................20
2.5: maximale hypotheek op basis van marktwaarde......................................................................23
2.6: Maximale hypotheek op basis van inkomen..............................................................................24
2.7: Nationale Hypotheek Garantie..................................................................................................26
Hoofdstuk 3: Financieringsconstructies en hypotheekvormen.............................................................27
3.1: Aflosvormen en renteconstructies............................................................................................27
3.2: Bijzondere renteconstructies.....................................................................................................29
3.3: Financieringsconstructies..........................................................................................................30
Hoofdstuk 4: Fiscaliteit eigen woning...................................................................................................31
4.1: Inkomstenbelasting...................................................................................................................31
4.2: Overdrachtsbelasting.................................................................................................................36
4.3: Schenk- en erfbelasting.............................................................................................................36
Hoofdstuk 5: Life-events en risicobeheersing.......................................................................................38
5.1: Arbeidsongeschiktheid..............................................................................................................38
5.2: overlijden...................................................................................................................................39
5.3: Werkloosheid.............................................................................................................................40
5.4: Pensionering..............................................................................................................................40
5.5: (Echt)scheiding..........................................................................................................................41
5.6: Schadeverzekeringen.................................................................................................................42
Hoofdstuk 6: Wet- en regelgeving hypotheekadvisering......................................................................43
6.1: Leidraad hypotheekadvisering...................................................................................................43
6.2: Informatieverstrekking..............................................................................................................45
6.2: Kredietbeheer............................................................................................................................46
6.4: Wanbetaling..............................................................................................................................46
1
,2
, Hoofdstuk 1: Consumptief krediet
Sinds 1 april 2019 mogen adviseurs die de beroepskwalificatie Hypothecair Krediet bezitten, ook
advies geven over consumptieve kredieten.
1.1: verschil consumptief krediet en hypothecair krediet
Consumptief krediet: Bij een consumptief krediet wordt, net als bij iedere vorm van een krediet, een
lening verstrekt tegen de vergoeding van rente. De hoogte van het krediet is de kredietsom en de
verschuldigde rente en kosten samen is de kredietvergoeding.
Bij de benaming consumptief krediet zou je denken dat dit krediet alleen wordt gebruikt voor
consumptiegoederen. Dit is echter niet het geval. Een consumptief krediet kan ook worden gebruikt
voor bijvoorbeeld een verbouwing of een verbetering van de eigen woning.
Hypothecair krediet: is een krediet waarbij een recht van hypotheek wordt gevestigd op een
registergoed. Bij het recht van hypotheek geeft de klant aan de geldverstrekker het recht om de
woning te verkopen zonder tussenkomst van een rechter als de consument niet aan de
betalingsverplichtingen voldoet. De consument is de hypotheekgever. De geldverstrekker neemt het
recht van hypotheek en is daarmee de hypotheeknemer. De hypotheekgever is de juridisch eigenaar.
1.2: verschillende vormen van consumptief krediet
Geld- en goederenkrediet: als er een geldbedrag wordt geleend is het een geldkrediet (rood staan op
de betaalrekening of creditcard betalingen). Wordt het consumptief krediet gebruikt voor het kopen
van een goed, bijvoorbeeld een auto, dan spreken we van goederenkrediet.
Aflopend krediet: sprake van leenbehoefte. Klant wil iets aankopen maar heeft onvoldoende budget
om het zelf te kopen. Aflopend krediet zowel mogelijk als goederenkrediet (koop op afbetaling en
huurkoop) als in de vorm van geldkrediet (persoonlijke lening).
Kenmerken:
- De looptijd van het krediet staat vast (kan variëren)
- Het kredietvergoedingspercentage staat voor de gehele looptijd vast
- De maandtermijn is een vast bedrag, bestaande uit rente en aflossing (annuïtair)
Doorlopend krediet: Sprake van leenbehoefte. Doorlopend krediet kan ook in beide vormen. Een
doorlopend krediet is een flexibele kredietvorm. De kredietnemer mag tot de overeengekomen
kredietlimiet opnemen en kan onbeperkt aflossen zonder dat een boete verschuldigd is. de rente
betaalt de klant over het uitgeleende bedrag.
Kenmerken:
- Er is sprake van een kredietlimiet
- De looptijd is variabel, maar kent een theoretische einddatum. Sinds 2019 is de looptijd
gemaximeerd tot 15 jaar.
- De kredietvergoeding is variabel
- De maandtermijn kan vast of variabel zijn
- Vervroegde aflossing is altijd toegestaan zonder boete
Bij doorlopend krediet wordt soms een opnamerestrictie of blokkeernorm gehanteerd. De reden is
dat een kredietverstrekker niet wenselijk vindt dat een kredietnemer continu geld opneemt tot aan
de kredietlimiet. Kredietverstrekkers hebben ook het recht om onder omstandigheden een
permanente opnamerestrictie op te leggen. Krediet krijgt dan een aflopend karakter.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mikedissel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.33. You're not tied to anything after your purchase.