100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Planten Biologie Samenvatting $3.69   Add to cart

Summary

Planten Biologie Samenvatting

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Planten Biologie voor jou Samenvatting (vwo 5)

Preview 2 out of 7  pages

  • July 19, 2023
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie aantekeningen
Thema 5: planten

B1: Bouw, groei en ontwikkeling
organen van een zaadplant:
- wortels
- stengel
- bladeren
- bloemen
⤷ bestaan uit verschillende weefsels :
- dekweefsel = ligt aan de buitenzijde, geeft bescherming tegen vochtverlies en
ziekteverwekkers
- vaatweefsel = bastvaten en houtvaten → zorgen voor transport
- vulweefsel (bindweefsel bij mens) = ligt tussen dekweefsel en vaatweefsel. Speelt rol bij
fotosynthese (bevat chloroplasten), zorgt voor opslag van stoffen en geeft stevigheid

Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, kunnen planten hun hele leven blijven groeien.
Voor groei is nodig:
- voldoende water
- zonlicht
- geschikte temp.
- mineralen of voedingsstoffen
- O2 (voor assimilatie)
- CO2 ( voor koolstofassimilatie (fotosynthese))

planten groeien door 2 processen:
1) mitose = en moedercel deelt zich, er ontstaan 2 dochtercellen → door plasmagroei
worden ze net zo groot als de moedercel.
2) celstrekking = een cel groeit sterk door wateropname.

Tijdens de groei kunnen organen veranderen of kunnen nieuwe organen ontstaan
⤷ bv. bloemen

Bij planten vindt mitose plaats in deelweefsel: meristeem : bevat stamcellen → die zijn nog
niet gedifferentieerd.
⤷ meristeem vind je in de groeipunten van een plant : in de toppen van stengels en wortels
en knoppen en jonge bladeren ontstaan
- Als een cel in het meristeem zich deelt ontstaan twee dochtercellen:
→ één cel blijft een meristeemcel
→ de andere cel ondergaat celstrekking: de cel groeit sterk door wateropname: deze cel kan
van vorm veranderen (celdifferentiatie) en een speciale functie krijgen (celspecialisatie).

doorsnede blad:
- waslaag = vermindert het verlies van water
- dekweefsel = cellen bevatten geen chloroplasten
- vulweefsel = palissadeparenchym → de bovenste laag → bevat de meeste chloroplasten.
sponsparenchym → de onderste laag → bevat minder chloroplasten en

, bevat veel luchtholten
- huidmondjes = meestal aan de onderkant van de bladeren → maken uitwisseling van
gassen mogelijk → kunnen openen en sluiten
lengte- en diktegroei bij houtachtige planten
- lengtegroei : in de toppen van wortels en stengels
- diktegroei : in ringvormig meristeem, in takken en stam = dit noem je cambium
⤷ als een cel in het cambium deelt, ontstaan er 2 dochtercellen
→ 1 cel blijft in het cambium liggen
→ de andere cel wordt een houtcel of bastcel en komt buiten het cambium te liggen.
⤷ !! er worden meer houtcellen gevormd dan bastcellen
In de stam: → houtcellen aan de binnenkant van de cambiumring
→bastcellen aan de buitenkant
In de bladeren noem je de vaatbundels nerven.
Houtvaten en bastvaten liggen bij :
- kruidachtigen planten in vaatbundels
- houtachtige planten in jaarringen
jaarring = al het hout dat gedurende een jaar is gevormd
⤷licht gekleurd hout is voorjaarshout → heeft wijde houtvaten →maakt transport van veel
water en opgeloste stoffen mogelijk.
⤷ donker gekleurd hout is zomerhout → heeft nauwere vaten met dikkere wand
→ in de herfst en winter wordt er geen hout gevormd
- in de bastvaten zie je geen jaarringen, omdat die snel worden dichtgedrukt




Plastiden = celorganellen die een functie kunnen hebben bij de fotosynthese, lokken van
insecten en het opslaan van reservestoffen
⤷ worden gevormd uit proplastiden in het meristeem
1) etioplasten = chloroplasten die nog niet aan licht zijn blootgesteld > bevat nog geen
chlorofyl > ze zijn kleurloos
- In het licht ontstaan uit etioplasten chloroplasten
2) chloroplasten = maken fotosynthese mogelijk
3) chromoplasten (kleurstofkorrels) = geven de gele, oranje of rode kleur aan delen van
planten
- blauwe en paarse bloemen (soms bladeren) krijgen hun kleur door anthocyaan in de
vacuole
4) leukoplasten = kleurloos, slaan stoffen op
→ amyloplasten = slaan amylose (zetmeel) op
⤷ vind je in wortels, stengelknollen
→ elaioplasten = slaan vetten op
⤷ vind je in pitten, zaden (avocado ook elaioplasten in vrucht)
→ proteïnoplasten = slaan eiwitten op
⤷ vind je vooral in zaden, pitten (sojabonen, bruine bonen)
- !! plastiden kunnen overgaan van de ene in de andere soort

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvanrijswijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.69
  • (0)
  Add to cart