Samenvatting college 8 - Sustainable communications (ADVA)
10 views 0 purchase
Course
Advanced Auditing
Institution
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Samenvatting van college 8 ADVA van de Master aan de Nyenrode Business Universiteit. De samenvatting ziet toe op het achtste college van de cursus ADVA, genaamd Sustainable communications en omvat het artikel van Jensen - Theory of the firm, en Van Nieuw Amerongen - Dubbele materialiteit.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Accountancy
Advanced Auditing
All documents for this subject (101)
Seller
Follow
amber170501
Content preview
College 8 – Sustainable communications (IT en data)
Artikel Jensen & Meckling – Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and
Ownership Structure
Geeft een economische benadering van accountancy vraagstuk. Het is bruikbaar gebleken om
agency problematiek te ordenen. De vraag waarin de monitoring functie (accountant) een
economische relevantie heeft. Verdienen accountants zich terug of hebben zij enkel werk omdat er
een wettelijke controle verplicht is?
Organisatie: een economisch principe waarbij vraag en aanbod bij elkaar vinden.
Wat is het effect van scheiding van eigendom en leiding op de waardecreatie van bedrijven?
Jansen & Meckling betogen dat door informatie asymmetrie tussen de partijen en door het misbruiken
van de informatie asymmetrie te eigen bate er waarde vernietiging kan plaatsvinden dit leidt tot
agency problematieken en agency kosten.
Agency theory: veronderstellingen
‘Organizations are viewed as legal fictions (artificial constructs by law), which serve as a
nexus (= relation) for a set of contracting relationships among individuals’
‘Specification of individual rights determine how costs and rewards will be allocated among the
participants in any organization’
Waarbij het uitgangspunt is: Individuals strive for their own maximal benefits
Tijd waarin het normaal was te veronderstellen dat de mens volledig rationaal handelt, homo
economicus.
De agency costs:
= som van monitoring costs, bonding costs en residual costs
Monitoring costs: de kosten die de principaal (aandeelhouder) maakt om de agent
(management) te controleren (de kosten van de controle)
Bonding costs: kosten van de agent (management) om bij de principaal (aandeelhouder) aan
te tonen dat hij in zijn belang handelt (de kosten van informatie)
Residual costs: kosten als gevolg van imperfectie van de controle en het toezicht door de
principaal (aandeelhouder) en de informatieverstrekking door de agent (management)
Hoe hoger de bonding en monitoring costs, hoe lager de residual costs. Er moet een optimum
worden berekend van baten en lasten, tussen informatie asymmetrie (monitoring en bonding costs) en
onzekerheid (residual costs).
De agency problematiek kan leiden tot adverse selection en moral hazard.
Adverse selection
De ene partij heeft kennis waarover de ander niet beschikt ® heeft betrekking op relevantie
(belangrijkste vorm van adverse selection: inside information).
Moral hazard
Sommige partijen kunnen de acties van anderen niet observeren terwijl deze acties de belangen van
alle partijen in de transactie beïnvloeden ® heeft betrekking op betrouwbaarheid (belangrijkste vorm
van moral hazard: motivatie van management-inspanning (management effort); dit ontstaat als
gevolg van de scheiding van leiding en eigendom bij grote ondernemingen.
Waarom bestaan ondernemingen en hoe ziet het verschil in ‘ownership’ eruit? Jensen laat dit zien aan
de hand van drie theorieën: agency theorie, theorie van het eigendomsrecht en de
financieringstheorie.
, Het artikel van Jensen & Meckling is geschreven als toevoeging op de gangbare gedachte rondom
‘theory of the firm’ omdat volgens de schrijvers in de gangbare theorie niet wordt ingegaan op
conflicterende belangen van individuen (perspectieven) binnen ondernemingen, enkel op waarde
maximalisatie. Het artikel omschrijft de Agency Theory.
Het artikel is geschreven voor de financieringsproblematiek. In de accountancy wordt het artikel
voornamelijk gebruikt vanuit de informatieverschaffingsproblematiek.
Het artikel legt op de gevolgen voor gedrag van verschillende perspectieven door verdeling van
“property rights” (allocatie van middelen binnen een onderneming) die is gespecificeerd in contracten
(overeenkomsten) tussen de eigenaren (principaal) en de managers (agent).
Gedachtegang: een bedrijf is een fictie en bestaat uit heel veel overeenkomsten tussen individuen.
De agency relatie ontstaat wanneer er scheiding is tussen de eigendom en leiding van het
bedrijf. Deze scheiding remt de ontwikkeling en waardecreatie van bedrijven. De agency relatie is de
overeenkomst waarin de principaal (aandeelhouder) een agent (manager) committeert aan het
verlenen van een dienst voor de principaal waarbij beslissingsbevoegdheid door de principaal wordt
gedelegeerd. Doordat beide andere belangen nastreven is sprake van informatieasymmetrie.
De kosten die hieruit vloeien zijn agency kosten. De agent (manager) gaat voor eigen belang
(gebruiksmaximalisatie). De principaal (aandeelhouder) limiteert dit gedrag door bonding costs
(bonussen) en monitor costs.
Monitoring en bonding costs hebben een positieve economische waarde (verlagen de agency costs).
Tevens zal er altijd een verschil zitten tussen het handelen van de agent en de manier van handelen
die de welvaart van de principaal het meest zou vergroten. Het suboptimaal handelen uitgedrukt in
geld is residual loss (negatieve economische waarde).
Manager met 100% aandelen: geen agency relatie tussen de eigenaar en het management. Totale
marginale voordeel van een bestede euro wordt onderverdeeld tussen niet-geldelijke voordelen
(vooral fijn voor de manager) en geldelijke voordelen (vooral fijn voor de aandeelhouder). Als de DGA
een deel van de aandelen verkoopt ontstaan er agency costs doordat er een verschil ontstaat tussen
zijn belangen en de belangen van de aandeelhouders die niet in het management betrokken zijn (hij
zal dan namelijk slechts een gedeelte van de kosten dragen van de niet-geldelijke voordelen. Hij heeft
de verleiding om de marginale niet-geldelijke voordelen te vergroten t.o.v. de geldelijke voordelen. Dit
aangezien de geldelijke voordelen ook anders ook aan de aandeelhouder toekomen. Hoe lager het
percentage eigendom voor de manager, hoe groter de verleiding om niet-geldelijke voordelen te
behalen. Derhalve is in deze situatie sprake van hogere agency kosten.
De agency costs:
= som van monitoring costs, bonding costs en residual costs
Monitoring costs: de kosten die de principaal (aandeelhouder) maakt om de agent
(management) te controleren (de kosten van de controle)
Bonding costs: kosten van de agent (management) om bij de principaal (aandeelhouder) aan
te tonen dat hij in zijn belang handelt (de kosten van informatie)
Residual costs: kosten als gevolg van imperfectie van de controle en het toezicht door de
principaal (aandeelhouder) en de informatieverstrekking door de agent (management)
Er is een negatief verband tussen monitoring costs en de residual losses. Als de kosten voor
monitoring toenemen neemt de residual losses af.
Veronderstellingen
1. Zowel de werkgever als de werknemer weet wat zij elkaar in economische zin te bieden
hebben.
2. Mens handelt volledig rationeel (homo-economicus).
3. Organisaties zijn formele bundeling van contracten tussen individuen.
4. Ieder individu weet precies hoe de baten en lasten van de organisatie verdeelt dienen te
worden, ieder individu wil hierbij het maximale voordeel voor zichzelf.
5. Agency costs nemen relatief meer toe dan het aandelen bezit van de manager afneemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber170501. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.38. You're not tied to anything after your purchase.