In deze samenvatting vind je de belangrijkste stromingen en filosofen (leerdoel 1 uit het toetsmatrijs, weging 60%) en de belangrijkste begrippen (leerdoel 2 uit het toetsmatrijs, weging 20%).
De overige leerdoelen is een mening formuleren en onderbouwen (leerdoel 3, weging 20%) en een filosofisc...
ALGEMEEN
Wat is filosofie?
Filosofie gaat vooral over vragen zoals: Wat is de werkelijkheid? Hoe kunnen we iets zeker weten?
Wat is het goede leven? Wat zou een rechtvaardige verdeling zijn? Wat is de mens? Bestaat er zoiets
als universele mensenrechten? Filosofen geven daar verschillende antwoorden op (filosofische
standpunten), dit zijn geen ‘ware’ feiten. Het betreft dus vragen waar eigenlijk geen antwoorden op te
vinden zijn door goed te gaan kijken zoals bij wetenschappelijk onderzoek. Je moet er over
nadenken.
Wat hebben pedagogen aan filosofie?
Pedagogiek is ontstaan vanuit de filosofie. Filosofische vragen als: Wat is de mens? Wat is het goede
leven? Welke normen en waarden zouden in de maatschappij moeten heersen? Welk recht op
autonomie heeft de mens / het kind? Met welke deugden zouden kinderen opgevoed moeten
worden?, vormen de kern van pedagogiek. De studie pedagogiek bereidt aankomende pedagogen
voor om na te denken over hoe etnische dilemma’s zijn op te lossen. Er is dus geen handleiding met
hoe we met kinderen en opvoeders moeten om gaan, hier moeten we zelf over nadenken en dit
kunnen beargumenteren.
LEERDOEL 1: DE BELANGRIJKSTE FILOSOFISCHE VRAAGSTUKKEN (WEGING 60%)
Disciplines binnen de filosofie met de daarbij behorende stromingen:
Epistemologie (Theorie van de kennis)
Wordt ook wel kennisleer genoemd. Houd zich bezig met de inhoud van kennis en kijkt waar kennis
verbeterd kan worden. Het gaat dus vooral over de zekerheid die we over dingen kunnen stellen.
Vragen die hier onder vallen zijn: Wat is kennis? Wat is het verschil tussen meningen en kennis? Hoe
kunnen we iets kennen? Op welke manier kom ik aan kennis?
- Scepticisme
Alles in twijfel trekken, een ontkenning van de mogelijke kennis. Volgens het algemeen
scepticisme is er helemaal geen kennis mogelijk. Scepticisme kan verschillende gradaties
hebben van: Bestaat God? tot Kan ik überhaupt iets zeker weten?
- Methodisch scepticisme (Socrates, Descartes)
Methode om meer te weten te komen door, door te vragen. Op deze manier kan hij /
zij vanzelfsprekendheden van zichzelf en van opvoeders onderkennen. Gezonde
manier van twijfelen.
, - Inhoudelijk scepticisme (Protagoras)
De waarheid is niet te bereiken, ongezonde manier van twijfelen. Er komt geen
einde aan het stellen van vragen.
- Empirisme (Berkeley, Aristoteles, Locke, Hume, Epicurus)
Belangrijkste kennis komt uit zintuigelijke ervaringen. Er bestaat geen aangeboren kennis.
Men dacht de mensen bij de geboorte een onbeschreven blad waren (tabula rasa).
- Rationalisme (Plato, Descartes, Socrates)
Belangrijkste kennis komt voort uit ons verstand (ratio) en is deels aangeboren. Alleen het
gebruik van menselijke verstand kan leiden tot kennis.
Ontologie (Theorie van het bestaan)
Houd zich bezig met nadenken over kennis en de reflectie op kennis zelf. Wat is de werkelijkheid?
Wat is het verschil tussen schijn en werkelijkheid? Wat is het verband tussen geest en lichaam? Zijn
aantallen en begrippen werkelijk of zijn alleen materiële dingen werkelijk?
- Monisme (Spinoza, Hobbes, Berkeley)
De ontologische opvatting dat er meer één (soort) entiteit (het wezenlijke) bestaat. Bestaat uit
geest of materie.
- Materialisme (Democritus)
De ontologische opvatting dat van alle verschijnselen uiteindelijk kan worden
aangetoond dat ze materiaal van aard zijn. Bijvoorbeeld, dat de ‘geest’ in
werkelijkheid uit hersenen bestaan. Alles bestaat uit materie.
- Idealisme (Spinoza)
De ontologische opvatting dat van elk bestaand ding uiteindelijk kan worden
aangetoond dat het geestelijk of mentaal is. Alles kan uiteindelijk worden teruggeleid
naar de geest. We streven naar een betere wereld, naar idealistische ideeën.
- Dualisme
De ontologische opvatting dat de werkelijkheid uit twee bestaansvormen is
samengesteld. Meestal zijn dat geesten en lichamen. Bestaat uit geest en materie.
Wetenschapsfilosofie
Hier gaat het over de betrouwbaarheid van wetenschappelijke kennis en staat dicht bij het
scepticisme en de epistemologie. Via empirisch (op waarneming berust) onderzoek kunnen
wetenschappelijke uitspraken worden getoetst en goedgekeurd. Bij pedagogiek is het voor de vraag
of het een gedragswetenschap (kan je het verklaren net zoals een machine?) of een
geesteswetenschap (kijken naar hoe de menselijke geest de werkelijkheid interpreteert, betekenis
geeft of ervaart) is.
, - Sociale wetenschappen
Hebben betrekking op de mens en maatschappij. De empirische basis is vaak niet duidelijk,
bijvoorbeeld: wat probleemkinderen zijn kunnen verschillende wetenschappers verschillend
definiëren. Een deel van sociale wetenschappen gaat over dingen die niet empirisch getoetst
kunnen worden (beleving). Voor sommige wetenschappers is dit een aanleiding om sociale
wetenschappen als minder ‘wetenschappelijk’ te zien.
- Natuur wetenschappen
De takken van de wetenschap die met behulp van empirische en wetenschappelijke
methoden op zoek gaan naar natuurwetten die verklaringen kunnen bieden voor
natuurverschijnselen. Houd zich bezig met de levende en levenloze natuur, alles wat
objectief waarneembaar is. Een voorbeeld van een natuurwetenschappelijke methode is
hersenonderzoek.
Behaviorisme: De theorie dat alleen waarneembare, objectieve kenmerken van menselijk of dierlijk
handelen bestudeerd hoeven te worden om daarvoor een sluitende
wetenschappelijke verklaring te kunnen geven.
Filosofische antrologie (studie over de menselijke gewoontes)
Dit gaat over de vraag: Wat is de mens?, zij vraagt dus naar wat de mens tot mens maakt en waaruit
de menselijke natuur bestaat. Daaronder vallen de thema’s: Nature versus nurture, identiteit, emoties,
enz. Een van de belangrijkste thema van de filosofische antropologie gaat de verschillen en
overeenkomsten tussen mens en dier.
- Mens en dier
- Kwalitatief verschil
De mens is iets heel anders dan een dier. Zo heeft de mens een onsterfelijke ziel
(Jodendom, Christendom, Islam).
- Gradueel verschil
Wordt gezocht in het 1. bewustzijn en 2. de vrije wil. De essentie van opvoeding is het
leren om zichzelf bewust te bepalen. Deze zelfbepaling ontbreekt bij dieren.
Ethiek
Dit houd zich bezig met wat goed en kwaad is. Bij ethiek zijn niet alleen de vragen maar ook de
antwoorden erg belangrijk, bovendien is het gericht op het handelen. De ethiek wordt onderverdeeld
in drie thema’s: het goede leven, deugden en rechtvaardigheid. De belangrijkste stromingen zijn die
van de utilisten en Kant.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sheridatenwolthuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.