Thim Hogeschool voor Fysiotherapie (THIM)
Fysiotherapie
Thema 6
All documents for this subject (1)
5
reviews
By: mrfysiotherapie • 4 year ago
Translated by Google
Many spelling errors
By: michaeldejoode • 7 year ago
By: tommyvdboogaard • 7 year ago
By: sandervanvelzen • 7 year ago
By: rolandvanderozenberg • 7 year ago
Seller
Follow
thimp
Reviews received
Content preview
Week 1
OAC3 FMH
1. De student kan gebieden van functiestoornissen t.a.v. -sensomotorisch - cognitief/neuropsychologisch - sociaal
emotioneel functioneren onderscheiden en benoemen bij getoonde voorbeelden.
2. De student kan zijn/haar beeld van de NAH-patiënt (niet-aangeboren hersenletsel) beschrijven.
3. De student kan persoonlijke emoties benoemen bij verplaatsen in de patiënt.
4. De student kan persoonlijke emoties benoemen betreffende omgang met patiënt met NAH.
Symmetrie= vroeger dachten ze dat de patient alles symetrich moest kunnen uitvoeren maar daar
zijn we vanaf gestapt want niet alles komt meer terug.
Evenwichtreacties= je kan het triggeren en de patient hersteld hier tot een bepaald niveau in
Omgaang met veranderingen in de spiertonus= met hypotonie heeft iemand minder kracht maar kan
bijvoorbeeld nog wel een handschudden en functieverlies. Hypertone heeft ook een heel specrum
van volledig aangespannen of spastisch naar detoniseren en steunen op de hand
Klinimetrie heeft een steeds belangrijker aandeel in zowel de evaluatie van de behandeling als voor
het vaststellen van determ
inanten voor herstel en prognostiek
Taakspecifiek en intensiteit is steeds belangrijker dan krachttraining, binnen de neurorevalidatie.
Bij voorkeur dient de stroke unit ingebed te zijn in een zogeheten CVA-zorgketen, ook wel ‘stroke
service’ genoemd. Een stroke service kan worden gedefinieerd als ‘een regionale zorgketen van
samenwerkende zorginstellingen’. Instellingen die tot een stroke service worden gerekend zijn:
• ziekenhuis stroke units;
• revalidatiecentra (revalidatie stroke units);
• verpleeghuizen, al dan niet met speciale revalidatiefaciliteiten (verpleeghuis stroke units) en ‘long
stay’afdelingen;
• huisartsvoorzieningen, praktijken fysiotherapie en instellingen voor wijkverpleging en
ondersteunende zorg in de eerstelijns- gezondheidszorg.
De meerwaarde van de behandeling op stroke units is onafhan- kelijk van geslacht, leeftijd en ernst
van het CVA. Dit impliceert dat elke patiënt met een CVA in principe in aanmerking moet komen voor
opname op een ziekenhuis stroke unit en elke instelling die patiënten met een CVA opneemt,
ingebed dient te zijn in een stroke service waarin samenhangende zorg wordt verleend.
(KNGF-richtlijn, 2014)
Het behandelplan moet doelgericht en functioneel zijn.
Acute fase = ongeveer 48 uur wordt alles gecontroleerd en in de gaten gehouden, spraak, eten,
hartslag, bloeddruk, alles
Vroege revalidatiefase = 2-4 week
,Late revalidatiefase = 2-6de maand 20% gaat naar revalidatie centrum of verpleeg huis en 60% mag
naar huis overige 20% heeft het niet gehaald.
Het herstel is niet lineair, in het begin komen de meeste functies terug. 80% van het herstel van
functionaliteit plaatsvindt in de eerste drie maanden na het ontstaan van het CVA. Gemiddeld
genomen vinden bij slechts 10 tot 15% van de patiënten na zes maanden nog klinisch relevante
verbeteringen plaats op activiteitenniveau.
Zegt niets over het niveau, wel over een verwachting.
Verreweg de belangrijkste voorspellende factor voor het functionele herstel van ADL-
zelfstandigheid na een CVA is: De mate van zelfstandigheid bij de activiteiten van het dagelijks leven
aan het eind van de eerste week (gemeten met bijvoorbeeld de Barthel Index op dag 5).
Geadviseerd wordt patiënten die beperkt zijn in de uitvoering van de basale activiteiten van het
dagelijks leven
(< 19 punten op de Barthel Index) tijdens opname dagelijks in de gelegenheid te stellen om minimaal
45 minuten, al dan niet onder begeleiding van een fysiotherapeut en/of ergotherapeut te oefenen.
41,3% gaat naar huis
44,4% gaat naar revalidatiecentrum/verpleeghuis.
Trainen van vaardigheden in de eigen woon- en werkomgeving van de patiënt geniet de voorkeur.
Het blijkt dat het vroegtijdig ontslaan van patiënten (‘early supported discharge’), met als doel de
behandeling in de thuissituatie te continueren, niet ten koste gaat van kwaliteit van leven van patiënt
en mantelzorger. Het gaat hier doorgaans om een relatief matig tot licht beperkte groep patiënten
met een Barthel Index van tien punten of hoger (KNGF-richtlijn,2014).
initiele hypothese van / domeinen van functiestoornissen.
Somatosensorisch enige wat we wel kunnen beinvloeden.
neuropsychologisch/cognitief kunnen we niks aan doen maar wel rekening mee houden.
Voor logopedist of neuropsycholoog
psychologisch/sociaal-emotioneel kunnen we niet beinvloeden
diagnostisch proces
klinische onderzoek kent de vaste stappen
anamnese
wat?
Niveau van het functioneren
Specifieke vragen / 24 uurs ritme op activiteiten en participatie
Hoe?
Beschrijven van het functioneren
Waarom?
Analyse van het functioneren.
Klinimetrie =
de methode die wordt gebruikt om:
- klinische symptomen,
- lichamelijke verschijnselen en
- andere afwijkingen
te meten of te beschrijven aan de hand van:
- indexen,
- beoordelingschalen of
- andere grootheden
Na de anamnese worden voorlopige conclusies getrokken en hypotheses opgesteld naar aanleiding
waarvan de fysiotherapeut diagnostische verrichtingen uitvoert. De werkgroep adviseert hierbij
gebruik te maken van een aantal geselecteerde meetinstrumenten, om op objectieve wijze
stoornissen in functie, beperkingen in activiteiten en participatie, en bevorderende en
belemmerende contextuele factoren in kaart te brengen
Naast de basismeetinstrumenten zijn in de richtlijn 21 aanbevolen meetinstrumenten
opgenomen, die gebruikt kunnen worden wanneer daarvoor aanleiding is. De fysiotherapeut
selecteert deze meetinstrumenten op basis van de hulpvraag van de patiënt met de aan de hulpvraag
gerelateerde behandeldoelen en/of handelt naar eigen inzicht. Elk meetinstrument heeft zijn eigen
(beperkte) toepasbaarheid en zal, afhankelijk
van de ernst van bepaalde symptomen, het
moment na het CVA en waar de patiënt wordt
verpleegd, kunnen worden gebruikt voor
diagnostiek, screening en/of evaluatie.
Fugel meyer vinger extensie heeft een sterke
prognostische waarde.
, Gezien de steeds korter wordende opnameduur op ziekenhuis stroke units is het belangrijk om zo
vroeg mogelijk een accurate voorspelling te kunnen geven van het functioneren van de patiënt, met
als doel adequaat advies te geven over de triage. Daarnaast is het belangrijk om al in de eerste dagen
na het CVA een adequate inschatting te maken van de functionele uitkomsten en daarover zowel de
patiënt als de familie te informeren om zo nodig tijdig woningaanpassingen te kunnen realiseren.
In de richtlijn is prognostiek beschreven gekoppeld aan de eerste 6 maanden na de CVA en
gekoppeld aan prognostische determinanten voor verandering in de chronische fase.
De behandeldomeinen loopvaardigheid, arm-handvaardigheid en Basale ADL-vaardigheden zijn
hierbij de leidraad.
Therapeutisch proces
In bed blijven om recidieven te voorkomen
Patient onderzoeken volgens wat hoe waarom princiepe. Mobilisatie binnen 24 uur is een streven.
• FT: adviserende, controlerende en daar waar mogelijk een behandelende functie:
o optimale lighouding
o wisselliggingsschema
o het monitoren van (mogelijke) functiestoornissen zoals parese, somatosensoriek,
weerstand tegen passief bewegen en bewegingsuitslag
o pulmonale ventilatie en sputumlozing
Fysiotherapeuten hebben tijdens de premobilisatiefase een adviserende, controlerende en waar
nodig een behandelende functie binnen het interdisciplinaire team. Hierbij valt te denken aan:
• het adviseren van een optimale lighouding die de patiënt tevens als comfortabel ervaart;
• het adviseren in het opzetten, maar ook tevens monitoren van een adequaat wisselliggingsschema,
onder andere om decubitus, handoedeem en een pijnlijke schouder zo veel mogelijk te voorkomen,
waarbij rekening gehouden wordt met optimale positionering van de paretische schouder en
gewenste drainagehoudingen en het zo nodig stimuleren van verpleegkundigen bij de uitvoering van
het schema;
• het monitoren van (mogelijke) functiestoornissen zoals parese, somatosensoriek, weerstand tegen
passief bewegen en bewegingsuitslag;
• het onderhouden en verzorgen van een optimale pulmonale ventilatie en sputumlozing.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thimp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.