Bestuursrecht
Spelers in het Awb-veld:
❖ Bestuursorganen
❖ Belanghebbende
Je kan alleen een verzoek tot handhaving doen, het instellen van een beroep en het maken van een
bezwaar op een besluit, indien je een belanghebbende bent. (art. 1:3, 1:2, 8:1, 7:1 Awb)
De overheid bestaat niet. De overheid is een verzameling van organen, rechtspersonen, instellingen,
organisaties en diensten. Daarnaast zijn er ook geen burgers. Er zijn natuurlijke- en rechtspersonen.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat:
❖ Territoriale decentralisatie
❖ Functionele decentralisatie
❖ Mengvorm
Door de vele bestuursorganen wordt optimale efficiëntie nagestreefd. Wanneer een kleine afstand
bestaat tussen burger en bestuursorgaan, kan er makkelijk informatie worden uitgewisseld en kunnen
er snel beslissingen genomen worden. De gedecentraliseerde overheid weet wat er leeft bij de burger
in de maatschappij.
Nadeel aan een gedecentraliseerde eenheidsstaat is dat de democratische controle problematisch wordt
wanneer een bestuursorgaan niet wordt gekozen of niet kan worden gedwongen om politieke
verantwoording af te leggen.
Openbare lichamen = een aantal organen dat gezamenlijk een gemeenschapsband vormt Openbare
lichamen hebben een algemeen (gekozen) bestuur, dagelijks bestuur en een voorzitter. Je hebt
territoriale (staat, provincie, gemeente) en functionele (Nederlandse Orde van Advocaten) openbare
lichamen.
Functionele openbare lichamen gaat om een orde of instituut van een bepaalde beroepsgroep, dat met
regelgevende bevoegdheid is belast. Zij kunnen eenzijdig regels vaststellen.
Binnen de openbare lichamen worden verschillende bestuursorganen onderscheiden die elk een eigen
taak hebben.
Alle openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid (deelnemen in privaatrechtelijk verkeer). Zij
kunnen dus contracten sluiten en een vermogen hebben (2:1 BW).
Besturen kan bestaan uit:
❖ Het vaststellen van regelgeving
❖ Het nemen van beschikkingen
❖ Het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en uit feitelijke
handelingen
Voor de toepasselijkheid van de Awb moet er sprake zijn van bestuursorgaan.
A-bestuursorgaan: wanneer een instantie onderdeel uitmaakt van een publiekrechtelijke
rechtspersoon. Dit betekent dat een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon, nooit een a-
orgaan kan zijn. Altijd aan Awb gebonden.
‘er is een organisatie x en deze x bezit rechtspersoonlijkheid’. Deze organisatie heeft bij de wet
rechtspersoonlijkheid gekregen en is daarmee dus ook als publiekrechtelijke rechtspersoon
gekwalificeerd. De publiekrechtelijke rechtspersoon is zelf niet het bestuursorgaan.
B-bestuursorgaan: ziet op andere personen/colleges die met openbaar gezag zijn bekleed. Bepalend
is dus wat deze personen/colleges doen en welke bevoegdheden ze daarbij uitoefenen. Alleen voor
zover deze handelingen en bevoegdheden een publiekrechtelijk karakter hebben (openbaar gezag),
,spreken we van b-bestuursorgaan. Het gaat daarbij om privaatrechtelijke rechtspersonen/natuurlijke
personen waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen. Alleen aan Awb gebonden voor zover
zij publiekrechtelijk handelen. Er is makkelijke te zien of je met een privaatrechtelijke rechtspersoon
te maken hebt (vereniging, coöperatie, nv, bv, stichting). De wet geeft deze privaatrechtelijke
rechtspersonen de bevoegdheid om eenzijdig de rechtspositie van andere rechtssubjecten te bepalen.
Indien de overheid stichtingen subsidies gebruikt om bepaalde handelingen te verrichten, is er ook
sprake van een b-bestuursorgaan, echter staat dit dan niet vastgelegd in de wet. Hiervoor moeten
stichtingen wel aan 2 eisen voldoen:
1. Inhoudelijke vereiste: geldverstrekking moet door a-orgaan worden bepaald
2. Financiële vereiste: financiering moet afkomstig zijn van a-organen
In art. 1:1 Awb staat een lijst met organen/personen/colleges die niet als bestuursorgaan worden
aangemerkt. Zij vallen eigenlijk onder de definitie van a-bestuursorgaan, maar de wetgever wilde de
Awb niet op hun handelen van toepassing verklaren, mede vanwege de staatsrechtelijke positie van
die organen. Zij zijn wel bestuursorgaan voor zover zij besluiten nemen/handelingen verrichten in de
sfeer van het ambtenarenrecht (1:1 Awb).
In art. 1:6 zijn handelingen uitgesloten van het Awb en die horen bij strafrechtelijke
rechtshandhaving.
Orgaan: beschikt over eigen taken, die blijken uit de wet.
Wat betreft rechtsbescherming maakt het niet uit of het aan a- of b-orgaan is. Er is wel een verschil
wanneer zij privaatrechtelijke rechtshandelingen/feitelijke handelingen verrichten.
Met de besluitvorming van bestuursorganen moet altijd het belang van de bevolking zijn gediend.
Maar het gaat te ver om alle belangen van iedereen tegen elkaar af te wegen. Alleen de belangen van
belanghebbende worden tegen elkaar afgewogen. Op deze manier wordt ook uitgesloten dat iedereen
bezwaar- en beroepsgerechtigd is (actio popularis).
Rechtspersonen, natuurlijke personen, wijkvereniging en bestuursorganen kunnen belanghebbende
zijn. Het is een ruim begrip.
Een belanghebbende moet rechtstreeks bij een besluit betrokken belang hebben:
❖ Direct-belanghebbende: de geadresseerde van een besluit, een persoonsgericht beschikking
(natuurlijk persoon, rechtspersoon, bestuursorgaan).
❖ Derde-belanghebbende: wordt beoordeeld aan de opera-criteria
- Objectief: het belang mag niet louter subjectief zijn.
- Persoonlijk: degene die door het besluit wordt geraakt, moet zich in voldoende mate
onderscheiden van andere personen die ook gevolgen van het besluit zullen
ondervinden.
- Eigen: het moet een eigen belang zijn. Wie de belangen van anderen wil behartigen,
moet hiervoor gematigd zijn
- Rechtstreeks: direct betrokken zijn bij het besluit. Er moet een causaal verband zijn
tussen de gevolgen van het besluit en het geraakte belang
- Actueel: vrees voor onzekere toekomstige ontwikkelingen die het gevolg zouden
kunnen zijn van een aangevochten besluit, geven geen belang (art. 1:2 Awb)
Een persoon moet aan al deze eisen voldoen.
Omgevingsrecht: belanghebbende is iemand die feitelijke gevolgen van enige
betekenis ondervindt van de activiteit waarop de omgevingsvergunning betrekking
, heeft.
Omwonenden zijn de belangrijkste groep van derde-belanghebbende. Een
bestuursorgaan kan ook belanghebbende zijn, wanneer de aan hem toevertrouwde
belangen bij een besluit van een ander bestuursorgaan zijn betrokken. Er is sprake
van een aan het bestuursorgaan toevertrouwd belang wanneer dat bestuursorgaan
over een bestuursbevoegdheid beschikt tav deze belangen, die is gebaseerd op een
bijzondere wet.
Art 1:2 Awb stelt dat rechtspersonen die algemene (natuur, cultuur) en collectieve
belangen behartigen als derde-belanghebbenden kunnen optreden.
Algemeen indien a) de specifieke statutaire doelstelling van de rechtspersoon en b)
uit haar feitelijke werkzaamheden.
De kwalificatie van bestuurshandelingen is van belang omdat op basis daarvan kan worden bepaald
bij welke rechter het wordt voorgelegd en hierdoor wordt vastgelegd welke rechtsnormen van
toepassing zijn.
Bestuurshandelingen kunnen worden gezien als middelen om een bepaald doel te bereiken
(instrumenten).
Binnen de categorie rechtshandelingen is een verder onderscheid te maken:
❖ Privaatrechtelijke rechtshandelingen: niet exclusieve-bevoegdheid
❖ Publiekrechtelijke rechtshandelingen: exclusieve-bevoegdheid van de overheid
In de Awb zijn publiekrechtelijke rechtshandelingen opgenomen. Voor de Awb zijn vooral de
besluiten van belang.
De normen die de Awb geeft, gelden slechts voor besluiten. Echter geldt hoofdstuk 2 voor alle
verkeer tussen burgers en bestuursorganen. Ook geldt de Awb niet voor alle besluiten.
Reikwijdte van de Awb: de toepasselijkheid van de normen wordt in beginsel bepaald door het
besluitbegrip. Een tweede gevolg dat de Awb verbindt aan de kwalificatie van een besluit is de
mogelijkheid van rechtsbescherming bij de bestuursrechter.
Definitie van besluit staat in art. 1:3 Awb ‘een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan,
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.’
❖ Schriftelijk: met beslissing wordt gedoeld op de uitkomst van een afwegingsproces van
argumenten en dat die uitkomst is bekendgemaakt. Alleen een beslissing die op schrift is
gesteld, kan een besluit zijn. Hier vallen elektronische beslissingen ook onder.
❖ Exclusieve publiekrechtelijke bevoegdheid: wettelijk voorschrift dat bestuursorganen
exclusieve, niet aan eenieder toekomende bevoegdheden geeft. Het is dan publiekelijk van
aard. Publiekrechtelijke bevoegdheden kunnen ook in het privaatrecht voorkomen (naam van
kind als ouders onbekend zijn). Wilsovereenstemming is niet nodig. Het bestuursorgaan kan
eenzijdig inhoud geven aan een rechtsbetrekking.
❖ Rechtshandeling: hiermee wordt een bepaald rechtsgevolg beoogd. Rechtsfeiten zijn feiten
waaraan het privaat- of publiekrecht rechtsgevolgen aan verbind.
Voor het verrichten van feitelijke handelingen door de overheid, gelden
publiekrechtelijke normen. H2 Awb is hierop van toepassing.
Er zijn een aantal handelingen die geen rechtshandelingen zijn, maar die wel
appellabel zijn bij de bestuursrechter. Omdat art. 8:1 Awb bepaalt dat alleen tegen
besluiten kan worden geprocedeerd, moet dit andere handelen gelijk gesteld worden
met een besluit. 4 uitzonderingen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller birgittriepels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.