In deze samenvatting is alle stof voor het tentamen Tekst en Taal van de opleiding Media, Informatie en Communicatie te vinden. De collegestof, de spreekwoorden en gezegdes met betekenis en de opgegeven stof van de Schrijfwijzer van Jan Renkema. Kortom: alles in één samenvatting! Heel veel succes...
Hoofdzin:
onderwerp
en
persoonsvorm
staan
naast
elkaar
-‐ Persoonsvorm
kan
je
vinden
door
het
onderwerp
te
veranderen.
De
persoonsvorm
verandert
mee.
-‐ Bijvoorbeeld:
Ik
hou
van
harde,
rijpe
en
groene
appels.
We
houden
van
harde,
rijpe
en
groene
appels.
-‐ Tussen
hoofzinnen
zonder
voegwoord
komt
een
komma;
Deze
paragraaf
is
behoorlijk
uitgebreid,
de
volgende
is
gelukkig
iets
korter.
-‐ In
bovenstaand
voorbeeld
kan
de
komma
vervangen
worden
door
het
voegwoordje
‘maar’.
-‐ Als
de
hoofzinnen
te
lang
zijn
of
zelf
al
een
komma
bevatten,
kan
je
beter
een
punt
of
een
puntkomma
gebruiken.
-‐ Een
hoofdzin
in
een
andere
hoofdzin
staat
tussen
komma’s
Ø Tussen
aandachtsstreepjes
wanneer
er
extra
aandacht
op
gevestigd
moet
worden
Ø Tussen
haakjes
wanneer
minder
van
belang
, Bijzin:
onderwerp
en
persoonsvorm
staan
niet
bij
elkaar.
-‐ Bijzin
kan
niet
alleen
voorkomen.
Ik
hou
van
harde,
rijpe
en
groene
appels,
omdat
die
zo
gezond
zijn.
Hier
is
de
eerste
zin
dus
de
hoofdzin
en
tweede
de
bijzin.
-‐ De
tweede
zin
kan
niet
losstaand
zijn.
-‐ Tussen
hoofdzin
en
bijzin
staat
een
komma,
behalve
als
de
deelzinnen
kort
zijn.
-‐ Een
(niet-‐bijvoeglijke)
bijzin
in
een
hoofdzin
staat
tussen
de
komma’s.
-‐ Tussen
bijzinnen
verbonden
door
en
of
maar,
komt
een
komma
als
een
bijzin
lang
is
of
als
de
hoofdzin
lang
is.
-‐ Een
bijzin
in
een
bijzin
staat
tussen
komma’s.
-‐ Bijvoeglijke
bijzin
=
bijzin
die
hoort
bij
een
zelfstandig
naamwoord.
-‐ Aan
het
einde
van
een
bijvoeglijke
bijzin
komt
een
komma
als
de
hoofdzin
doorloopt.
Ø Aan
het
begin
geen
komma
als
de
bijzin
beperkend
is:
‘Sinasappels
die
nog
niet
helemaal
oranje
zijn,
kun
je
beter
niet
eten.
Ø Gaat
alleen
om
sinaasappels
die
nog
niet
helemaal
oranje
zijn
en
daarom
beperkend.
Ø Een
beperkende
bijzin
kan
nooit
worden
weggelaten.
Ø Wel
een
komma
als
de
bijzin
uitbreidend
is:
‘Sinasappels,
die
veel
vitamine
C
bevatten,
kunnen
een
verkoudheid
voorkomen.
Ø Hier
is
het
uitbreidend,
want
het
geeft
extra
informatie.
Ø Uitbreidend
=
weg
laat
baar.
-‐ Aan
het
begin
van
een
bijvoeglijke
beperkende
bijzin
komt
geen
komma
als
de
bijzin
direct
achter
het
woord
staat
waarbij
het
hoort.
Bijv.:
sinaasappels
die
nog
niet
helemaal
oranje
zijn,
kun
je
beter
niet
eten.
-‐ Aan
het
begin
van
een
bijvoeglijke
bijzin
komt
wel
een
komma
als
de
bijzin
gescheiden
is
van
het
woord
waar
hij
bij
hoort.
Bijv.:
‘Ik
heb
overal
gezocht
naar
een
goed
exemplaar
van
het
onderdeel
in
deze
radio,
dat
nu
al
jaren
kapot
is.
-‐ Aan
het
begin
van
een
beperkende
bijvoeglijke
bijzin
komt
wel
een
komma
als
de
bijzin
op
de
hele
voorafgaande
zin
slaat.
Bijv.:
Het
plan
bevat
enkele
fouten,
waarmee
uiteraard
niet
gezegd
is
dat
het
helemaal
van
tafel
moet.
-‐ Aan
het
begin
van
een
bijvoeglijke
uitbreidende
bijzin
komt
een
komma.
-‐ Beknopte
bijzin
=
bijzin
waaruit
een
of
meer
woorden
zijn
weggelaten
zoals
het
voegwoord
of
de
persoonsvorm
à
vaak
een
zin
met
‘te’
en
een
heel
werkwoord.
-‐ Beknopte
bijvoeglijke
bijzin
hoort
bij
zelfstandig
naamwoord.
Ø Staat
tussen
komma’s
Ø Een
korte
beknopte
bijvoeglijke
bijzin
die
begint
met
een
voltooid
of
tegenwoordig
deelwoord,
krijgt
geen
komma.
-‐ Beknopte
bijwoordelijke
bijzin
hoort
bij
de
hele
zin.
Ø Tussen
hoofdzin
en
beknopte
bijwoordelijke
bijzin
alleen
een
komma
als
duidelijk
onderscheid
nodig
is:
‘Ik
stel
u
voor,
dit
jaar
bijzondere
aandacht
te
besteden
aan
kwaliteitsbewaking.’
Ø Komma
vervangt
in
bovenstaand
voorbeeld
het
voegwoord
‘om’.
Ø Beknopte
bijwoordelijke
bijzin
in
een
hoofdzin
staat
tussen
komma’s.
-‐ Tussen
twee
werkwoordsvormen
die
niet
tot
dezelfde
deel
zin
behoren
komt
een
komma
Ø Bij
hele
korte
zinnen
geen
komma:
‘wie
dit
leest
is
gek’.
-‐ Een
bijwoordelijke
bepaling
die
niet
van
hetzelfde
belang
is
als
de
rest
van
de
zin,
staat
tussen
komma’s:
‘Wilt
u,
indien
mogelijk,
vandaag
reageren’.
-‐ Tussen
gelijkwaardige
bijvoeglijke
naamwoorden
komt
een
komma;
ze
zijn
gelijkwaardig
als
ze
kunnen
worden
omgedraaid.
-‐ Tussen
ongelijkwaardige
bijvoeglijk
naamwoorden
komt
geen
komma
Ø Bijv.:
‘Ernstige
verstandelijke
handicap’.
Ø In
bovenstaand
voorbeeld
kunnen
de
bijvoeglijk
naamwoorden
niet
worden
omgedraaid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AmberOomen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.