TECHNIEK samenvatting toelatingstoets natuur en techniek PABO
1 view 0 purchase
Course
Toelatingstoets pabo
Institution
Toelatingstoets Pabo
Book
Basiskennis natuur en techniek
handige samenvatting die je kan gebruiken voor de toelatingstoets Natuur & Techniek van de PABO. In dit deel vind je een samenvatting van het techniek deel (hoofdstuk 7 t/m 11). op mijn account staat ook het biologie deel, en een volledige samenvatting. Ik heb hem zelf gemaakt en daarom kan het dat...
,7.Materiaaleigenschappen en natuurkundige
verschijnselen
7.1 De ontwikkeling van wetenschap en technologie: al sinds de oudheid zijn
mensen druk bezig met uitzoeken hoe iets in elkaar zit. Zo gebruikte de Egyptenaren
waarschijnlijk een slimme truc met water en zand om de enorm grote stenen te
transporteren. Dit moest je ook maar weten, en door de interesses hadden ze hier
dus onderzoek naar gedaan.
7.2 stoffen om ons heen: alles wat ruimte inneemt en massa heeft wordt een stof
genoemd. Alles om ons heen bestaat uit moleculen, ook de lucht; stikstof, zuurstof
en waterdamp. Een grote verzameling watermoleculen kennen we in 3 fases: in de
vorm van ijs (vast), vloeibaar water (vloeibaar), of waterdamp (gasvorming).
Watermoleculen zijn opgebouwd uit 2 atomen waterstof (H) en 1 atoom zuurstof (O).
vandaar H2O. 3 atomen vormen dus samen 1 molecuul. Atomen zijn de bouwstenen
van moleculen.
Atomen kunnen uit nog kleinere deeltjes bestaan; neutronen, protonen en
elektronen. In de kern van een atoom heb je protonen en neutronen. Protonen zijn
positief geladen. Neutronen hebben geen lading (neutraal). Rond om de kern zitten
de elektronen (negatief geladen).
7.2.1 Verschijningvormen of fases van water: je komt moleculen in allerlei vormen
tegen; vast, vloeibaar, gasvorm. Bij een vaste vorm trekken de moleculen zich aan
en bewegen weinig, voorbeeld is ijs. Bij vloeibaar water trekken ze minder samen en
bewegen ze ook meer. Waterdamp is de gasvormige vorm van water, bij gas
bewegen de moleculen veel meer en zijn ze niet meer tot elkaar aangetrokken.
Daardoor kunnen wij ook door de lucht lopen, als je een fietsband oppompt dan
neemt lucht alle ruimte in en zo krijg je druk.
Om naar de volgende fase overgang te gaan is energie nodig. Waterdamp
bijvoorbeeld ontstaat als je warmte gebruikt. Laat je dat weer afkoelen dan komt er
juist warmte vrij. De fase overgang is bij een stof altijd hetzelfde en zal dus plaats
vinden bij een specifieke temperatuur. Zo is het smeltpunt, van ijs naar water, 0
graden. Het kookpunt, van water naar waterdamp, is 100 graden. Zuivere stof heeft
een specifiek kookpunt en smeltpunt en een mengsel niet. Een mengsel heeft een
kooktraject, een temperatuursgebied waarin de faseovergang plaats vindt.
Er zijn 2 faseovergangen die bijzonder zijn, deze gaat van vaste vorm naar een gas
vorm, of andersom. De overgang van vast naar gas noemt men sublimeren.
Desublimeren of rijpen, heb je als een stof van gasfase in een keer naar de vaste
, fase gaat. Hoeveelheid moleculen per volume neemt af als je van vast naar vloeibaar
gaat, je kunt ook zeggen dat de dichtheid afneemt.
7.2.2 Water is bijzonder: water komt in alle 3 vormen voor, en de dichtheid is heel
bijzonder. In koud water zitten watermoleculen bij de vloeibare vorm dichter op elkaar
geplakt dan bij de vaste vorm (water bereikt rond 4 graden maximale dichtheid).
Dichtheid van ijs is lager (moleculen zitten minder dicht op elkaar geplakt) dan de
dichtheid van koud water. Daarom kan ijs op water drijven en kunnen waterdieren in
de winter onder ijs leven.
7.2.3 Drijven en zinken: dichtheid is belangrijk om te voorspellen of iets blijft drijven
of gaat zinken. Olie heeft een lagere dichtheid dan water en daarom zal het op water
blijven drijven. Ook speelt de opwaartse kracht een grote rol. Blok ijzer zal zinken,
maak je er een boot van en vergroot je het contactoppervlak met water dan blijft hij
drijven. Door de zwaartekracht wordt een voorwerp naar de aarde getrokken, maar
het water onder de boot duwt terug wat opwaartse kracht wordt genoemd.
7.2.4 Oppervlaktespanning van water: watermoleculen die elkaar aantrekken zorgt
ook nog voor een ander effect dat oppervlaktespanning genoemd wordt. Dan
trekken watermoleculen zich zo sterk aan dat watermoleculen aan het
wateroppervlak maar moeilijk van elkaar te krijgen zijn. dit wordt ook bij 4 graden
veroorzaakt. Door de oppervlaktespanning kunnen bepaalde elementen en dieren
drijven of lopen op het water. Voeg je een ander middel, zoals afwasmiddel, toe aan
het water dan speel je met de oppervlaktespanning.
7.2.5 Oplosbaarheid van water: heel veel moleculen lossen op in water. De
moleculen van stoffen die goed oplossen in water worden snel opgenomen in het
water en de nieuwe oplossing is nog steeds helder. Natuur profiteert van goede
oplosbaarheid van diverse stoffen in water.
7.2.6 Scheidingsmethoden: wil je van zout zeewater, drinkwater maken dan kan je
scheidingstechnieken gebruiken. Je kan zout laten verdampen zodat je het zout
overhoudt. Dit wordt indampen genoemd, je maakt gebruik van verschil in kookpunt.
Destillatie is nog zo’n techniek, ook met verschil van kookpunt. Zo kan men vanuit
water en alcohol een hele sterkte drank maken.
Olie in water oplossen, gaat niet gemakkelijk. Olie blijft drijven op water. Melk en
mayo bestaan uit olie en melk. Melk en mayo worden een emulsie genoemd. Aan de
olie en het vet is een emulgator toegevoegd. Een emulsie kan je scheiden door
geduld. Heb je dat niet dan helpt centrifugeren. Hierbij haal je de deeltje met grotere
dichtheid eruit.
Suspensie is een ander middel dat gescheiden kan worden d.m.v. bezinken of
centrifuge. Suspensie is een mengsel van twee stoffen. (vaste en vloeibare), waarbij
de vaste stof niet wil oplossen. Afschenken; met water en zand, als je wacht zakt al
het zand naar de bodem, dan heb je de kans om het water eruit te schenken zodat je
alleen zand overhoudt. Je kan ook filteren; hierbij speelt de deeltjesgrootte een rol.
Vaste stof die achter blijft noemt men residu. Wat wordt opgevangen na filtreren
noemt met filtraat. Een mengsel van 2 of meer metalen noem je een legering, dit is
erg lastig te scheiden van elkaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorditick. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.56. You're not tied to anything after your purchase.