Wonen in Nederland
Hoofdstuk 1 Grote rivieren in Lage Landen
1.1 Brede rivieren door oneindig laagland
Laaglandrivieren
De Eems en de Westerschelde zijn beide een estuarium, dat is een trechtermond die
beïnvloedt wordt door eb en vloed. Een deel van de Scheldedelta is het stroomgebied van de
Schelde. Een stroomgebied is een gebied dat afwatert op een rivier.
De Rijn, slagader van West-Europa
Twee zijrivieren samen vormen de Aplenrhein. De Rijn begint als gletsjerrivier, daarna wordt
het een gemengde rivier. Waterscheidingen begrenzen het stroomgebied. De Rijn is een
belangrijke transportader tussen de druk bevaren zee en het grote en welvarende
achterland.
De bovenloop van de Rijn kent veel verval (het hoogteverschil in meters), waardoor er een
grote stroomsnelheid en daardoor ook erosie is. Er zijn veel sluizen. Tussen het Zwarte Woud
en de Vogezen loopt een slenk.
De middenloop van de Rijn ligt tussen Bingen en Keulen. Diepe insnijdingen door het
stijgende leisteenplateau en de vulkanische afzettingen vormen obstakels voor de
scheepvaart en het waterafvoer.
De benedenloop van de Rijn bereikt ons land als de Niederrhein. Hier is nauwelijks verhang
(hoogteverschil per km in meter/km), waardoor de stroomsnelheid afneemt en de
sedimentatie toeneemt.
Het stroomstelsel is de rivier met zijrivieren en vertakkingen. De Rijn is bevaarbaar tot
voorbij Basel.
De Maas, een grillige rivier
De Maas is een regenrivier van ongeveer 9.000 km lang. De bronnen liggen in Noordoost-
Frankrijk op 400 meter hoogte. Het kent een klein stroomgebied met weinig verhang. De
bodem is poreus: veel water zakt weg.
Het Belgische deel van de Maas is diep ingesneden in slecht doorlatende gesteenten. Hier is
een snelle afstroming van neerslag en weinig infiltratie. Er is een korte vertragingstijd (de
periode tussen hoogwater in de bovenloop en de benedenloop) door veel reliëf. Het
stroomgebied is klein en de kans op gelijke weersomstandigheden is groot.
Het Nederlandse deel van de Maas heeft veel bochten en is onbevaarbaar in de zomer,
waardoor de scheepvaart over het Julianakanaal wordt geleid. In midden-Limburg is er veel
zand- en grind. De Plassenmaas wordt gebruikt voor delfstofwinning, recreatie en
waterberging. Het stuk tussen het Maasdal en Mook is begrensd door terrassen. Hier zijn
dus geen polders en dijken.
Het Maaswater stroomt ook via de Bergsemaas naar het Hollands Diep. Dit is bevaarbaar
met behulp van stuwen en sluizen, waardoor het waterpeil wordt geregeld en daardoor de
scheepvaart kan blijven varen.
1
, Meanders, uiterwaarden en kribben
Een meander is een natuurlijke bocht in de rivier. Het ontstaat door de verschillen in
stroomsnelheid, want in de binnenbocht vindt sedimentatie plaats en in de buitenbocht
erosie. Wanneer de bochten zo wijd worden dat de rivier zichzelf afsnijdt, ontstaat een
hoefijzervormige dode arm. Soms verlegt een rivier zijn loop en ontstaan verlaten geulen,
ook wel strangen genoemd.
Het dwarsprofiel van een laaglandrivier is karakteristiek (zie figuur 1.5). Op de uiterwaarden
bij de zomerdijk is veehouderij mogelijk. Sedimentatie wordt in binnendijkse landen
verhinderd door winterdijken. Deze aanleg is al sinds 1000 na Christus.
Het waterafvoer kan worden versneld door normalisering of kanalisering: het recht trekken
van een beek of kanaal. Door de bochtafsnijding wordt de stroomsnelheid verhoogd. Door
de aanleg van kribben wordt het zomerbed versmald en daardoor de stroomsnelheid ook
verhoogd. Door die grotere stroomsnelheid komt er ook meer diepte-erosie, waardoor de
rivierbedding daalt en er vaker een lage waterstand is. De scheepvaart is mogelijk door
schutsluizen.
Voorbeelden van ruimtelijke inrichting zijn delfstoffenwinning, normalisering, kanalisering,
dijkverzwaring, herinrichting, aanleg van nieuwe natuur en scheppen van ruimte voor de
rivier.
De Deltawerken zijn een reactie op de Watersnoodramp van 1953. Ook rivierdijken worden
versterkt door de Deltawet Grote Rivieren. Nu zijn er nationale normen voor veilige dijken.
De dijkverzwaring tast de omgeving aan, waardoor er maatschappelijk verzet komt: NIMBY.
De latere Wet op de Waterkering is een reactie op het ‘Hoogwater 1995’, waardoor
grootscheepse dijkversterking kwam.
1.2 Met de klompen in het water
Over waterafvoer en regime
Het debiet is het waterafvoer in kubieke meter/seconden. Dit kan per jaar sterk verschillen.
Het regime is de schommeling van het waterafvoer in een jaar.
Tussen de Rijn en de Maas zijn grote verschillen. Het regime van een gemengde rivier (Rijn)
is kleiner, dus gelijkmatiger dan een regenrivier. De invloed van rijrivieren is groot, maar
door evapotranspiratie komt niet al het regenwater in de rivier. In de zomer is er vooral
smeltwater. In de zomer is er weinig water in de Rijn door veel verdamping.
Hoogwater in de Rijn
Gemiddeld vervoert de Rijn 2200 kubieke meter/seconden water, maar eens in de 1250 jaar
is dit 16000 kubieke meter/seconden. De Rijn vertakt zich na Spijk, dan gaat 2/3 van het
water naar de Waal en 1/3 van het water via het Pannerdens kanaal en de Neder-Rijn. Dit
wordt gereguleerd door Rijkswaterstaat. De prioriteit ligt bij de Waal, want daar gaat de
scheepvaart doorheen.
De gemiddelde afvoer zegt weinig over de veiligheid. De piekafvoer naar tijdsduur, de
waterhoogte en de frequentie is juist van belang. In de winter van 1994 en 1995 waren er
hoge piekafvoeren, waardoor in 1995 evacuaties nodig waren. Het hoge water kwam door
een bevroren bodem, sneeuwval en toen een plotselinge temperatuurstijging en neerslag.
Toen kwam het regenwater van de zijrivieren samen met het een piekafvoer van het
smeltwater in de hoofdrivier.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RobinvandeLagemaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.