Globalisering
Hoofdstuk 1: De wereld, een mozaïek van regio’s
1.1 Indelen op basis van demografische en culturele kenmerken
Regionaliseren
Regio: een begrensd gebied met soortgelijke kenmerken.
Regionaliseren: het indelen van een gebied in deelgebieden (altijd uitgaan van hetzelfde
kenmerk of dezelfde groep met kenmerken).
Om regio’s te begrenzen zijn twee zaken van belang: het meten van het kenmerk en het
daarvoor benodigde criterium.
Als je inzoomt, zie je meer verschillen in regio’s.
De overgangen tussen regio’s zijn zelden scherp: het zijn meestal overgangszones.
Bij het geografische beeld van een gebied zijn vier aspecten van belang:
- De ligging.
- De bevolkingskenmerken (demografie, cultureel, economisch, politiek).
- De gebiedskenmerken.
- De interne en externe relaties.
Demografische kenmerken
Een paar demografische kenmerken zijn de bevolkingsspreiding, de bevolkingsdichtheid (het
aantal mensen per kilometer) en de bevolkingsgroei (bepaald door de natuurlijke groei en de
sociale groei).
De leeftijdsgrafiek toont de leeftijdsopbouw. De leeftijdsgroepen (cohorten) staan afgebeeld
in procenten of totalen. De vorm zegt iets over de demografische factoren. Er zijn drie
basisvormen:
- De piramide vorm: een sterk groeiende bevolking.
- De granaatvorm: een stagnerende bevolkingsgroei.
- De ui-vorm / urn-vorm: een dalende natuurlijke bevolkingsgroei.
De afwijkingen zijn verklaarbaar door bijvoorbeeld oorlog, migratie of hongersnood.
Demografische transitie
Het demografisch transitiemodel laat de overgang van hoge naar lage geboorte- en
sterftecijfer zien. Er zijn vijf fases:
- Fase 1: agrarisch ambachtelijk. Hier is een hoog geboorte- en sterftecijfer.
- Fase 2: proletarisch. Hier is een hoog geboortecijfer en dalend sterftecijfer.
- Fase 3: modern. Hier is een dalend geboorte- en sterftecijfer.
- Fase 4: postindustrie/modern. Hier is een laag geboorte- en sterftecijfer.
- Fase 5: hier is een sterfte overschot.
De demografische druk geeft de verhouding tussen de actieven en de niet-actieven weer. De
niet-actieven zijn de jongeren tussen de 0 en 19 jaar (groene druk) en de oudere mensen
vanaf 65 jaar (grijze druk). De actieven zijn de mensen tussen de 20 en 64 jaar oud.
Regel: niet-actieven / actieven x 100 = demografische druk.
1
, Bij een demografische druk van boven de 100 zijn er meer niet-actieven dan actieven. Door
de ontwikkeling van een land neemt eerst de groene druk af en stijgt de grijze druk.
Steden en platteland
De urbanisatiegraad is de hoeveelheid van de bevolking die in steden woont, in procenten.
Dit percentage is in rijke landen hoog. Het urbanisatietempo is de snelheid waarmee de
bevolking in een stad toeneemt, in procenten. Dit percentage is juist in de arme landen
hoog.
Cultuurkenmerken
Ieder volk heeft eigen identiteit: een combinatie van culturele kenmerken. De belangrijk
kenmerken:
- De taal. Soms is ook een lingua franca nodig (derde taal).
- De religie. Dit heeft invloed op normen, waarden, politiek enz.
Cultuurgebieden
Een cultuurgebied is een macroregio met een gemeenschappelijke cultuur. Dit verandert
door interne factoren (de mens en de natuur) en ook door externe factoren (acculturatie:
het overnemen van cultuurelementen).
Diffusie
Ruimtelijke diffusie is de verspreiding van cultuurelementen. Er zijn vier vormen:
- Expansie: vanuit 1 plaats.
- Relocatie: door verplaatsing van een bevolking.
- Contactdiffusie: door directe contacten, zoals handel.
- Hiërarchische diffusie: via netwerken.
Sociale diffusie is de verspreiding van cultuurelementen binnen een bevolking. Dit gaat
razendsnel door digitale netwerken.
1.2 Economische en politieke bevolkingskenmerken
Economische kenmerken en criteria
Het ontwikkelingspeil wordt gemeten door het nationaal inkomen per inwoner: de som van
alle inkomsten. Het BBP is de som, uitgedrukt in geld, van productie die op het grondgebied
van dat land plaatsvindt. Het BNP is de som, uitgedrukt in geld, van de totale productie van
economische goederen.
Bij vergelijkingen moet er worden gelet op de betrouwbaarheid van cijfers, de verschillen in
koopkracht, de wisselkoersen bij omrekenen en de spreiding rondom het gemiddeld
inkomen (de Lorenzcurve geeft een scheve inkomensverdeling weer).
De samenstelling van de beroepsbevolking varieert door het ontwikkelingspeil. Het aandeel
in de landbouw is een betere indicator dan industrie of diensten. In ontwikkelingslanden zijn
de cijfers vaak onbetrouwbare vanwege grote informele (niet geregistreerde) sector.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RobinvandeLagemaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.