Sociologie kernbegrippen:
Goffman:
Stigma (‘brandmerk’) is reden voor schaamte. Het ‘zelf’ wordt bedreigd:
- Ego identiteit (je eigen identiteitsgevoel).
- Sociale identiteit (identiteit die omgeving je geeft).
Gevolg: ambivalentie. Spelers:
1. Persoon met stigma
2. Normalen
3. Soortgenoten
- Stigmatisering: brandmerk, is een reden voor schaamte. Soortgenoten in rangorde
plaatsen op basis van zichtbare factoren.
- Ambivalentie: dubbelheid, dubbele waarden, niet eenzijdig. Bijvoorbeeld haat en
liefde tegelijkertijd voelen voor 1 persoon.
- Normalen: normaal, meest doorgaand, gemiddeld genomen.
- Strategische zelfpresentatie: jezelf presenteren heel doelbewust, naar de rol die bij
je hoort. Bijvoorbeeld een student zit achter zijn laptop, fles water. Of een docent
met boeken in zijn hand en een tas die door de gangen loopt.
- Schending van het „zelf‟: als stigma naar binnen slaat, het maakt je zelfbeeld kapot
en je identiteit veranderd.
Nijhof:
Hulpverleners geven vaak individuen de schuld van dingen die niet goed geregeld zijn, in de
sociale context/ hoe de omgeving in elkaar steekt. Dit kan op twee manieren.
Route 1: sociaal probleem -> psychische storing -> diagnostisering als psychiatrische stoornis
-> individualisering.
Route 2: sociaal probleem -> storend gedrag -> etikettering als psychiatrische stoornis ->
individualisering.
- Individualisering: een proces waarbij sociale problemen afgewenteld worden op een
individu. Een individu krijg een probleem opgezadeld dat een sociaal probleem is.
- Etikettering: je krijgt een sticker opgeplakt. Je schrijft iets toe aan een diagnose die
niet terecht is of niet klopt. ‘dat kind is echt een adhd’er.. hij is zo druk…’
- Diagnostisering: route waarbij je de ziekte/stoornis vaststelt. De kenmerken die
vastzitten aan je diagnose. Bijvoorbeeld kind is vervelend, de schuld geven aan de
diagnose autisme, maar het kind is gewoon vervelend.
- Psychiatrisering: de ggz werkers hebben de rollen van huisartsen, dominees
overgenomen. Zij zorgen voor het goede leven.
- Sociale constructies: sociaal bouwwerk. Bijvoorbeeld sommige ziektes verdwijnen
door de tijd heen. Sommige dingen zijn sociale maaksels. Bijvoorbeeld adhd bestaat
nog maar 20 jaar. Daarvoor bestond de ziekte niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ErikaThomassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.