100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Micro-economie: colleges en boek $8.58
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Micro-economie: colleges en boek

 38 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze uitgebreide samenvatting vind je alle lesnotities samen met de theorie uit het boek en de presentaties.

Preview 10 out of 284  pages

  • Yes
  • July 24, 2023
  • 284
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
💯
Examen
Open vragen en multiple choice vragen voor zowel oefeningen als theorie.
(In realiteit: enkel multiple choice)




Examen 1

, Hoorcollege Besproken hoofdstukken

HOC 1 H3

HOC 2 H4

HOC 3 H5

HOC 4 H6

HOC 5 H7 & H13

HOC 6 H14 & H15

HOC 7 H16 & H19

HOC 8 H19 & H10

HOC 9 H11

HOC 10 H12




Examen 2

, 󾠮
HOC 1
Economie: definitie

💡 Economics is the science which studies human behaviour as a relationship
between ends and scarce means that have alternative uses.



Kiezen Beperkte middelen Oneindige behoeften
Wat produceren? Arbeid (L),
Hoe produceren? Kapitaal (K),
Voor wie produceren? Natuur (N)


Economie onderzoekt
MICRO

Hoe mensen beslissingen nemen

Hoe mensen interageren

Bestudeert de manier waarop huishoudens en bedrijven beslissingen nemen en hoe
ze in specifieke markten met elkaar omgaan.
Micro-economie als manier van denken omtrent individueel menselijk gedrag in het
algemeen.
MACRO

Invloeden op economie als geheel

Bestudeert fenomenen die de gehele economie bestrijken.
Macro-economie als studie van macro-economische werkelijkheid: inflatie,
economische groei, werkloosheid.


10 principes (van Mankiw & Taylor)

HOC 1 1

, MICRO

Hoe mensen beslissingen nemen Principe 1: Mensen moeten keuzes maken

De kosten van iets worden bepaald
Principe 2: door datgene wat we opgeven om
het te krijgen

Rationele mensen denken in de
Principe 3:
marge

Principe 4: Mensen reageren op prikkels

Hoe mensen interageren met elkaar Principe 5: Handel kan in ieders belang zijn

Markten zijn vaak een goede manier
Principe 6: om economische activiteit te
organiseren

Overheden kunnen de resultaten
Principe 7:
van de markt soms verbeteren

MACRO

De levensstandaard van een land
hangt af van de mate waarin het
Invloeden op economie als geheel Principe 8:
land producten en diensten kan
produceren

Prijzen stijgen als de overheid
Principe 9:
teveel geld drukt

De samenleving staat voor een
Principe 10: afweging op korte termijn tussen
inflatie en werkloosheid

Principe 2: De kosten van iets worden bepaald door datgene wat we opgeven om
het te krijgen.


Opportuniteitskost
= wat je moet opgeven

= Expliciete kost + impliciete kost

Expliciete kost
Het geld dat je moet betalen indien je activiteit x kiest.

Impliciete kost




HOC 1 2

, De waarde van het beste alternatief waaraan je verzaakt (= niet doen terwijl je het
zou moeten doen) (zonder geldstroom)


Principe 4: Mensen reageren op prikkels

Rationele agenten veranderen hun gedrag als de kosten of baten (voldoende)
veranderen.



HB H3: Vraag & Aanbod
The market forces of supply and demand


Markt

💡 Verzameling van alle kopers en verkopers van een bepaald product.



Marktvormen
Monopolistische Volmaakte
Monopolie Oligopolie
concurrentie concurrentie ⇒
1 bedrijf Enkele bedrijven Veel bedrijven Veel bedrijven

Homogene of heterogene Homogene
Heterogene goederen
goederen goederen

Homogene goederen: concurrenten die hetzelfde verkopen
Heterogene goederen: concurrerende bedrijven die niet allemaal hetzelfde verkopen

⇒ Volmaakte concurrentie: model van V&A veronderstelt:
Veel vragers en veel aanbieders

Perfecte informatie

Vragers en aanbieders zijn prijsnemer

de prijs wordt bepaald door V&A

Stel dat je een zodanig goede service en de allerbeste frieten hebt, ga je
misschien 10 cent meer kunnen vragen voor een pak friet.
= geen volmaakt concurrentie meer




HOC 1 3

, Homogene goederen

Vragers en aanbieders handelen onafhankelijk

Vragers en aanbieders nemen alle kosten en baten in aanmerking

Beste voorbeeld: graan


Bijna alle bedrijven die bestaan in de werkelijkheid zijn monopolistische
concurrentie, behalve de grote bedrijven.
(als je random de gele gids openslaat en een bedrijf aanwijst zal dit waarschijnlijk
monopolistische concurrentie zijn)
vb. Frituur om de hoek → heterogene goederen: de frieten zijn niet hetzelfde,
ondanks ze van de zelfde leverancier komen. De ene zijn gebakken en verkocht aan
het station en de andere misschien 10 straten verder.

Als je een bedrijf direct herkent, het is een bekend bedrijf, dan is het waarschijnlijk
een oligopolie. vb. Apple: in de computerwaren zijn slechts een bepaald aantal
bedrijven actief.


Marktmacht




Monopolie Oligopolie & Monopolistische Volmaakte



HOC 1 4

, Consument = concurrentie concurrentie
prijsnemer
⇒ de echte bedrijven zitten er Consument
Monopolist = tussenin = de realistische en bedrijf
prijszetter bedrijven =
prijsnemer



Vraag
Er zijn 2 partijen: degenen die goederen willen kopen en degenen die goederen
willen verkopen



💡 Hoeveel de consument bereid zijn te betalen voor een bepaald product.




De individuele vraag
💡 = Hoeveel de consument
bereid (en in staat) is te
kopen bij verschillende
prijzen
De marktvraag


💡 = Hoeveel alle consumenten
samen bereid (en in staat)
zijn te kopen bij verschillende
prijzen.




Vraagfunctie of inverse vraagfunctie?

De marktvraag geeft de hoeveelheid qD die gevraagd wordt als functie van de prijs p
⇒ qD = f(p) = de marktvraag
(Hoeveel de consument bereid is te kopen bij verschillende prijzen)



HOC 1 5

, Zelfde relatie kan ook worden geschreven als
⇒ p = f(qD) = de inverse (markt)vraag
(Hoeveel de consument bereid is te betalen (per eenheid!! voor verschillende qD)



Beide functies drukken hetzelfde uit maar worden anders gelezen:
⇒ qD = f(p): hoeveel goederen -qD- willen consumenten kopen bij een gegeven
prijs -P-?
⇒ p = f(qD): welke prijs (per eenheid product -p- zijn consumenten te bereid te
betalen voor een gegeven -qD-?
Hieruit kan je volgende zaken maken:

Vraagschema (inverse) vraagcurve (inverse)
vraagvergelijking




= zullen we meest
gebruiken
p = prijs

a = een getal (6, 7,
480,… afhankelijk
-b = 1/4
van het goed dat je
⇒ geeft je de helling van bestudeert)
je vraagcurve
als er 4 flesjes gekocht b = ook een getal
worden dan is deze qD = gevraagde
consument bereid om 5 hoeveelheid
euro per flesje te betalen.

Uitleg:

1. (Absolute) verandering in een variabele




HOC 1 6

, ∆ = delta: verandering

Vb. p daalt van 5 naar 4 Hierdoor neemt gevraagde hoeveelheid toe:
∆p = p2 - p1 Vb. p daalt van 5 naar 4
∆p = 4 - 5 ∆q = q2 - q1

∆p = -1 ∆q = 8 - 4
∆q = +4

⇒ p = 6 - (1/4).qD

2. De helling van een rechte




HOC 1 7

, Als de prijs met één eenheid daalt, dan stijgt de gevraagde hoeveelheid met 4
eenheden.

3. Relatieve (procentuele) verandering in een variabele




∆p = p2 - p1
∆p = 4 - 5
∆p = -1
Procentuele verandering p
= ∆p / p1
= -
= -0,2

= -20%


∆q = q2 - q1
∆q = 8 - 4
∆q = +4
Procentuele verandering q
= ∆q / q1
= +

= +1
= 100%




HOC 1 8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulienroe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53249 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.58
  • (0)
Add to cart
Added