Samenvatting Basisbeginselen bedrijfseconomie - Bedrijfseconomie H4, H5 en H6
4 views 0 purchase
Course
Bedrijfseconomie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Basisbeginselen bedrijfseconomie
Samenvatting van het boek Basisbeginselen bedrijfseconomie van Maarten van Hasselt. Voor de hoofdstukken 4,5 en 6. Hoofdstuk 1,2 en 3 is ook op mijn account beschikbaar te verkrijgen.
Studiejaar van HRM: Jaar 1
Eindcijfer: 7,8
H4: Weten wat een product kost door het maken van een kostprijsberekening
4.1: Kostprijsberekening
Kostprijs = de som van alle kosten per product. De kostprijs is belangrijk voor een organisatie omdat
dit het vertrekpunt is voor de verkoopprijs. Een aantal voorbeelden van diverse kosten:
De kosten van grond- en hulpstoffen
De kosten van arbeidskrachten
De kosten van duurzame productiemiddelen
De kosten van de grond
De kosten van de diensten van derden
De kosten van de belastingen
De kosten van leningen
Er zijn verschillende manieren om een kostprijs te berekenen bijvoorbeeld:
Activity Based Costing (hierbij kijkt een organisatie naar de kosten van bepaalde activiteiten
en gaat die combineren tot een kostprijs.
Integrale kostprijs (hierbij wordt de organisatie opgedeeld in kostenplaatsen en door het
gebruik van deze kostenplaatsen wordt uiteindelijk de kostprijs vastgesteld. Dit is een veel
toegepaste methode om de kostprijs te berekenen.
Integrale kostprijs
Bij de integrale kostprijs worden zowel de constante kosten als de variabele kosten opgenomen in de
kostprijs. (constante kosten/de normale verkoop = constante kosten per product) (constante
kosten per product komen bovenop de variabele kosten per brood = de integrale kostprijs).
Constante Variabele Integrale
+ kosten per = kostprijs per
kosten per
brood brood brood
Nu de integrale kostprijs bekend is, kan er een controleberekening gemaakt worden om te
controleren of het bedrijfsresultaat klopt. De controleberekening kan alleen worden gemaakt als de
productie gelijk is aan de verkopen. Als er sprake is van een stijging of daling van de voorraden
kunnen er door verschillen in voorraadwaardering verschillen in het bedrijfsresultaat ontstaan.
4.2: Directe kosten en indirecte kosten
Directe kosten
In de kostprijs van een product of dienst zitten zowel directe als indirecte kosten. De directe kosten
hebben rechtstreeks met het product of de dienst te maken. Voorbeelden van directe kosten zijn:
Inkoopkosten
Ingrediënten
Verpakkingskosten
Personeelskosten toe te wijzen aan de productie
Indirecte kosten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HRstudyboost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.