100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek basisbegrippen + voorbeelden les $7.43   Add to cart

Summary

Samenvatting boek basisbegrippen + voorbeelden les

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Geslaagd in eerste zit (wel "slechts" 10/20). Is gebaseerd op het "oude" boek, maar gebruikt voor examen dat gegeven werd met het "nieuwe" boek en alsnog geslaagd (er is heel weinig verschil, vooral de voorbeelden ontbraken in het oude boek).

Preview 4 out of 42  pages

  • July 26, 2023
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Basisbegrippen van Recht

DEEL I. WAT IS RECHT

§1 Een geheel van gedragsregels
AFDELING 1. ENKELE DEFINITIES
Recht kent in elk land/continent een heel andere benadering vb. Afrika = verzoenend, Amerika = een van de
common-law-landen (o.b.v. cases recht maken).

 Een geheel van gedragsregelen (= objectief recht)…
- Bevel = iets doen  verbod = iets niet doen.
- Toepasbaarheid afhankelijk van de wil van de burger zelf.
- Dwingende regel = ‘kan je van af wijken’, maar de afwijking geldt niet! Vb. woninghuurwet
- Aanvullende regel = regels die afwijken van het recht en ook geldig zullen zijn vb.
overeenkomstenrecht .
- Super dwingend recht = regels die de openbare orde raken, elke afwijking is absoluut nietig en
MOET opgeroepen worden door de magistraat vb. afstammingsrecht.

 …met bijkomende voorschriften die het nodige institutioneel en begripsmatig kader vormen…
- Voor de formulering, toepassing en afdwinging van de gedragsregels.
- Vb. grondwettelijke, administratieve en gerechtlijke organisatie, niet-normatieve begripsomschrijvingen…).


 …rechtsregelen worden opgelegd door de maatschappij…
- Via wetgevende organen (die wij als burger hebben verkozen) .
- Onderscheiden zich van gedragsregelen doordat zij hun gelding ontlenen aan de wil van de
maatschappij.

 …met als doel: de ordening van de maatschappij…
- Kan slecht gerealiseerd worden door beperkingen op te leggen aan eenieders vrijheid.
- Vraagt samenwerking tussen alle leden van de maatschappij.
- En is afhankelijk van drie parameters:
1. Rechtszekerheid = voorspelbaar (niemand wordt geacht de wet niet te kennen) , vast (niet constant
aanpassen), algemeen (niet op 1 specifieke situatie en geen uitzonderingen) en onderling consistent (regels
spreken elkaar niet tegen).
2. Rechtvaardigheid = evolutief, met harde kern van te respecteren waarden.
3. Doeltreffendheid = middelen aangepast aan de doelstellingen (wetsevaluatie).

…gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag.
- Om de naleving van de rechtsregelen te verzekeren door maatregelen te treffen.
- In het algemeen is de UVM belast met het ten uitvoer leggen van wetten en decreten door
uitvoeringsmaatregelen.
- Verder staat de RM in voor de sanctionering van overtredingen van de rechtsregelen.


§2 Relativiteit benadering
Triestig? Enkel chaos vermijden?
→ Erik Lanksweert “de menselijke kracht in het recht” = recht is niet gewoon een saai geheel van
regels om de maatschappij te ordenen, MAAR om het beste uit de mens te halen, de verwezenlijking
van de mens bevorderen. Recht benaderen via partijen/cliënten, niet steeds geschillen over resultaat
bekomen/geld ontvangen, maar onderliggende geschillen tussen mensen.

,DEEL II. BASISBEGRIPPEN
§1 Rechtssubjecten
AFDELING 1. BEGRIPPEN
 Privaat recht = rechtsverhoudingen tussen burgers → initiatief tot handhaving ligt bij burger vb.
koop-verkoop, goed wordt niet geleverd – zelf je rechten opeisen .
ó Publiek recht = staatsgezag, verhouding burger en overheid → initiatief tot handhaving ligt bij
overheid vb. dagvaarding na verkeersovertreding.

 Objectief recht = geheel van gedragsregels.
ó Subjectieve rechten = juridisch bekrachtigde aanspraken van rechtssubjecten die ze kunnen
uitoefenen t.a.v. zaken (goederenrecht) of personen (verbintenissenrecht).

 Rechtssubject = 'persoon' (= drager van rechten en plichten) voor wie de rechtsnorm gevolgen (rechten
en plichten) meebrengt.


 Rechtsfeit = een feit waaraan het recht rechtsgevolgen koppelt (vb. geboorte, door rood licht rijden …)
~ het overkomt je.
ó Rechtshandeling (RH) = menselijke wilsverklaring gesteld met als doel rechtsgevolgen tot
stand te laten komen (vb. brood kopen, kind erkennen, huwen, samenwonen…) ~ actieve component.

 Juridische persoonlijkheid = geheel van rechten en plichten van rechtssubject/fysieke persoon.
ó Rechtspersoonlijkheid (RPH) = rechten en plichten van een rechtspersoon.
 Vindt uitdrukking in 'de staat' en in 'bekwaamheid'…

 De staat van een persoon = artikel 6 §2 oud BW.
- Bestaat op drie niveaus : staat in de maatschappij (nationaliteit en rechten die ermee samenvallen), in
de familie (afstamming en gezinssituatie, =/= statisch) en als enkeling (fysiek: leeftijd, geslacht -
psychisch: mentale gezondheid, onbekwaamheid - civielrechtelijk: naam, familienaam, woonplaats).

- Verkrijging van elementen via: rechtsfeiten (vb. geboren in BE, overleiden) , materiële RH (vb. kind
erkennen), proceshandelingen (vb. eigen staat in familie betwisten, trouwen) , rechterlijke uitspraken (vb.
echtscheiding, vaderschap vaststellen), wetten in formele zin (vb. naturalisatie tot Belg).


- Bezit van staat: sociaal gedrag, een schijntoestand, "behandeling van een persoon en feitelijke
gedraging van een ander die wijzen in de richten van het uitoefenen van rechten en naleven
van plichten - inherent verbonden aan de status familiae".
= Functie = bewijs (art. 324 oud BW) - grond van niet-ontvankelijkheid (art. 318 §1 en 330 §1
oud BW). Vb.: vaststellen vaderschap <-> betwisting vaderlijke erkenning (bij overspel o.a.).
= enkelvoudig, maar tweezijdig karakter (een kind kan slechts 1 vader en 1 moeder hebben, 1 vader
kan meerdere kinderen hebben).
ó Burgerlijke stand = administratie van jouw staat als persoon, bewijs aan de hand van akten
creëert rechtszekerheid (vb. geboorteakte).

-
Bekwaamheid: feitelijke (de feitelijke mogelijkheid die een persoon bezit om een bepaalde daad te stellen) ,
genots-/rechtsbekwaamheid (bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten) ,
handelingsbekwaamheid (bevoegdheid om rechten en plichten zelfstandig uit te oefenen) .
AFDELING 2. FYSIEKE PERSONEN


2

,"Iedere drager van rechten en plichten (mens) die levend en levensvatbaar is geboren" ó géén dieren,
embryo's, lijken… → zij genieten wel rechtsbescherming (art. 3.38 BW)!
 Begin juridische persoonlijkheid = levende en levensvatbare geboorte (=/= verwekking!) vb. art. 58 oud BW.
Een verwekt kind geniet voorwaardelijke rechten (vb. erfrecht, schenking, erkenning, schadevergoeding…)
"het verwekt kind wordt gehouden als geboren als dit in zijn voordeel of belang zou zijn".
→ ogenblik verwekking wordt wettelijk (juris tantum) vermoed volgens art. 326 oud BW (de 300e tot en
met de 180e dag voor de geboortedag). => Geest wet = “kinderen verwekt binnen het huwelijk = vermoeden van
vaderschap”…

 Einde = de dood, dit is een feitenkwestie die medisch moet worden vastgesteld.
→ na de dood kunnen bepaalde aspecten van juridische persoonlijkheid behouden worden /
wijzigen (vb. overleden kind erkennen art. 328 §3 oud BW) (vb. auteursrechten overdraagbaar tot 70j na
overlijden).


AFDELING 3. RECHTSPERSONEN
A. Begrip en bestaansreden
 "Een groepering van rechtssubjecten die, of een afgescheiden vermogen dat, titularis kan zijn van
rechten en plichten".
 "Organisatie en structurering van samenwerkingsverbanden tussen fysieke personen. Afscheiding
van vermogens, ook buiten groepsvorming".

B. Rechtspersoon versus samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid…
 Rechtspersoon verwerft zelf juridische persoonlijkheid (rechtspersoonlijkheid), heeft een eigen
afgescheiden vermogen afgescheiden van individuele vermogens - opgebouwd door inbreng
inzet/middelen in ruil voor lidmaatschap of aandelen.
- SE van een lid kunnen enkel op het vermogen van dat lid verhaal doen (dus niet van de RP).
- SE van een lid kan enkel verhaal doen op vermogen van dat lid, maar kan ook in vermogen dat in
het onverdeeld aandeel zit.
 Samenwerkingsverband heeft geen rechtspersoonlijkheid (vb. maatschap, feitelijke vereniging).

C. Soorten rechtspersonen
→ Publiekrechtelijk vs. Privaatrechtelijk
Opgericht door de overheid met het oog op publieke dienstverlening <=> privaat initiatief met
ander doel dan uitoefenen staatsgezag.
Vb. de staat, gemeenten, openbare instellingen, diverse overheidsbedrijven.
Vb. Vennootschappen, verenigingen en stichtingen.

a. Verenigingen en stichtingen
1. VZW = ultieme doel is belangeloos, maar mag wel winst maken om ze uit te keren i.f.v. het doel
van de VZW (vb. wafelenbak)
2. PS = een afgescheiden vermogen ingezet ter verwezenlijking van een bepaald belangeloos doel
(verschil met vzw = geen leden).
3. SON = een afgescheiden vermogen, gericht op de verwezenlijking van een werk van
filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische
of culturele aard.



b. Vennootschappen: privaatrechtelijke rechtspersonen gericht op het maken van winst om die
vervolgens aan de deelnemers uit te keren…


3

, 1. Onbeperkte aansprakelijkheid (schuldeisers v/d rechtspersoon hebben verhaal op het vermogen v/d
rechtspersoon + vermogen v/d leden. Maar: minder stringente regels qua interne organisatie en boekhouding) :
1) VOF = vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk.

2) Maatschap = vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk + vennootschap zonder
rechtspersoonlijkheid (= geen rechtspersoon)

2. Beperkte aansprakelijkheid (enkel verhaal op het vermogen v/d rechtspersoon. Maar: allerlei voorschriften
i.v.m. vorming en instandhouding van vermogen) :
1) BV = basisvorm voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, kan ook voor
grotere structuren.

2) NV = meest geavanceerde vennootschapsvorm, identiteit v/d aandeelhouders
onbelangrijk, kapitaalverstrekking en vrije overdraagbaarheid v/d aandelen primeert,
beperkte aansprakelijkheid.

3) CV = alternatieve bedrijfsvoering: klassieke winstverdeling + voordeelverstrekking aan de
deelnemers, met beperkte aansprakelijkheid.

D. Ontstaan en einde = (!) legaliteitsbeginsel
"rechtspersoonlijkheid kan enkel worden toegekend in de gevallen die bij wet zijn voorzien".
 Ontstaan = op de dag van neerlegging van uittreksel uit de oprichtingsakte ter griffie van de
ondernemingsrechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de vennootschap, vereniging of
stichting haar zetel heeft.

 Einde = bij de (vrijwillige of gerechtelijke) ontbinding van de rechtspersoon, waarna de vereffening
v/h vermogen volgt.

E. Tegenwerpelijkheid van het bestaan van de rechtspersoon aan derden
= pas na publicatie v/e uittreksel uit de oprichtingsakte in (de bijlagen bij) het Belgisch Staatsblad



§2 Bekwaamheid
AFDELING 1. BEGRIPPEN
 Feitelijke bekwaamheid = de feitelijke mogelijkheid om een bepaalde daad te stellen.


 Genotsbekwaamheid = de bevoegdheid om titularis te zijn van rechten en plichten (ook:
rechtsbekwaamheid).


 Handelingsbekwaamheid = de bevoegdheid om de rechten en plichten waarvan men titularis is, zelf
en zelfstandig uit te oefenen.

AFDELING 2. BEKWAAMHEID VAN FYSIEKE PERSONEN
A. Genotsbekwaamheid
 In principe = volledige genotsbekwaamheid voor alle Belgen (art. 4 oud BW).
 Uitzondering 1 = algemene beperkingen (2 categorieën)…
- Voor vreemdelingen: burgerlijke (art. 5 oud BW) en politieke rechten vb. niet mogen gaan stemmen
tenzij voldaan aan voorwaarden.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FBM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.43  1x  sold
  • (0)
  Add to cart