Samenvatting voor het examen Wft vermogen. De samenvatting is gebaseerd op het boek van lindehaeghe. Door deze samenvatting heb je een eventueel boek niet meer nodig. Ook de bijlage zijn in deze samenvatting verwerkt.
Wft Vermogen
1 – algemeen
1.1 De drie pijlers van vermogensopbouw
De toekomstvoorzieningen in Nederland bestaan uit drie pijlers:
Basisvoorzieningen. Deze worden verzorgd door de overheid;
Aanvullende pensioenen. Bedoeld voor werknemers en eigen oudedagsvoorzieningen voor
zelfstandige ondernemers;
Privévoorzieningen: lijfrenteverzekeringen, kapitaalverzekeringen of ander vermogen.
1.1.1 Overheidsvoorzieningen
Sociale regelgeving
De overheidsvoorzieningen zijn vormgegeven in de sociale regelgeving. Het gaat om sociale
verzekeringen (volksverzekeringen en werknemersverzekeringen) en om sociale voorzieningen.
Volksverzekeringen
Volksverzekeringen gelden voor iedereen die in Nederland woont. De belangrijkste zijn: de Algemene
Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (Anw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). De
laatste is per 2015 in plaats gekomen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Werknemersverzekeringen
Werknemersverzekeringen gelden alleen voor werknemers. De belangrijkste zijn: de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Werkloosheidswet (WW).
Sociale voorzieningen
De sociale voorzieningen gelden voor iedereen die in Nederland woont. Ze vormen een aanvulling op
volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Voorbeelden zijn de Participatiewet (voorheen
Wet Werk en Bijstand) en de Toeslagenwet.
Financieringsproblematiek en versobering overheidsvoorzieningen
De overheidsvoorzieningen beogen niet meer dan in een minimale levensbehoefte te voorzien.
Hierbij geldt het omslagstelsel: de premies die in een bepaald jaar door de premieplichtigen zijn
betaald, worden omgezet in uitkeringen die in hetzelfde jaar plaatsvinden.
Werknemerspensioen
Werknemers kunnen deelnemen aan een pensioenregeling van de werkgever. De
pensioenovereenkomst houdt rekening met uitkeringen uit de eerste pijler (AOW). Er bestaat geen
algemene pensioenplicht in Nederland. Is er geen sprake van een cao of een verplicht gesteld
bedrijfstakpensioenfonds, dan hoeft een werkgever geen aanbod te doen aan de werknemer om een
pensioenovereenkomst af te sluiten.
,Oudedagsvoorziening zelfstandig ondernemers
Zelfstandige ondernemers moeten hun pensioen zelf regelen in de privésfeer. Bepaalde groepen
ondernemers zijn wel verplicht hun pensioen te verzekeren via een beroepspensioenfonds.
Pensioen werknemer-grootaandeelhouder
Voor het pensioen van een werknemer-grootaandeelhouder gelden een aantal afwijkende regels.
Het pensioen van een DGA valt niet onder de Pensioenwet. De werkgever hoeft daarom het pensioen
van de DGA niet onder te brengen bij een professionele verzekeraar, maar kan dit reserveren in
eigen beheer of in een aparte pensioen-BV. Een DGA is volgens de Pensioenwet een persoon die 10%
of meer van de aandelen bezit van een BV waaraan stemrecht in de algemene vergadering is
gekoppeld.
1.1.3 Individuele regelingen
De derde pijler omvat de toekomstvoorzieningen die een klant in de privésfeer kan treffen. Hierbij
gaat het om levensverzekeringen en spaar- of beleggingsrekeningen die in de toekomst of na
overlijden uitkeren. Deze regelingen hoeven niet direct verband te houden met verrichte arbeid. Een
individuele regeling die wel verband houdt met verrichte arbeid, is de per 2006 ingevoerde
levensloopregeling. Op grond van deze regeling konden werknemers sparen voor verlof of om eerder
te stoppen met werken. Deze regeling is alweer afgebouwd.
,2 – Levensverzekeringen algemeen
2.1 Definitie van de levensverzekering
Een levensverzekering is een verzekering die verband houdt met het leven of de dood van de mens,
of met de verzorging van de uitvaart van de mens.
2.1.1 Overeenkomst van verzekering
Een verzekering is een kansovereenkomst: het is niet zeker of de verzekering tot uitkering komt. De
verzekering komt alleen tot uitkering als het verzekerde voorval zich voordoet.
2.1.2 Geldelijke uitkering of een uitkering in natura
Een geldelijke uitkering is een uitkering in geld. Er kan ook sprake zijn van een uitkering in natura.
2.1.3 In verband met leven of dood
Er kan een uitkering volgen bij het in leven zijn op een bepaalde datum of bij het overlijden van de
verzekerde. Er zijn ook levensverzekeringen die een uitkering geven in beide situaties. De uitkering is
een van tevoren afgesproken bedrag, het verzekerd kapitaal. Dit komt altijd volledig tot uitkering of
helemaal niet. Een verzekering die altijd het gehele verzekerde bedrag uitkeert is een
sommenverzekering. Een levensverzekering is dus een sommenverzekering.
2.1.4 Een ongevallenverzekering is geen levensverzekering
Ongevallenverzekering = verzekering die een uitkering geeft als de verzekerde een ongeval krijgt. Een
ongevallenverzekering is geen levensverzekering. Het is vaak wel een sommenverzekering
2.2 De bij een verzekering betrokken partijen
De partijen die een rol spelen bij de levensverzekering zijn:
De verzekeraar;
De verzekeringnemer;
De premieverschuldigde;
De verzekerde(n);
De begunstigde(n).
2.2.1 Standaard begunstiging
De verzekeringnemer kan zelf de begunstigde kiezen. Vaak is de standaardbegunstiging afdoende om
de wens van de verzekeringnemer te realiseren. De volgorde in standaardbegunstiging is:
1. De verzekeringnemer
2. De echtgenoot/geregistreerde partner
3. Kinderen
4. Overige erfgenamen
De samenwonende partner valt buiten de kring met standaardbegunstigden. Dit kan worden
opgelost door de partner (mede)verzekeringnemer te maken op de verzekering of de tweede
begunstigde te wijzigen in samenwonende partner. De partner dient dan wel met naam en toenaam
op de verzekering te worden opgenomen
2.3 Redenen om een levensverzekering af te sluiten
Bij een levensverzekering gaat het om twee risico’s: het risico van lang leven of het risico van kort
leven. Het langlevenrisico houdt in dat een persoon langer leeft dan waarmee hij financieel rekening
heeft gehouden. Het kortlevenrisico is wanneer iemand korter leeft dan verwacht.
, Er zijn vier redenen om een levensverzekering af te sluiten:
Schuldaflossing: de begunstigde gebruikt de uitkering dan om op de einddatum van bv. de
hypotheek de schuld in één keer af te lossen;
De verzorging van de nabestaanden: bij overlijden ontvangen de nabestaanden dan een
periodieke uitkering of een bedrag ineens.
Een inkomen voor de oude dag: een levensverzekering kan zorgen voor een periodieke
uitkering na het bereiken van een bepaalde leeftijd. Bij het afsluiten van een
pensioenverzekering is altijd een werkgever betrokken. Een persoon zonder werkgever kan
een lijfrenteverzekering afsluiten voor een periodieke uitkering vanaf een bepaalde leeftijd;
Sparen voor toekomstige lasten: bv. een studieverzekering: wordt vlak na de geboorte van
het kind afgesloten en keert bijvoorbeeld op de 18e verjaardag van het kind uit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bliep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.