100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting samenvattig dierkunde practica $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting samenvattig dierkunde practica

 35 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvattig van alles wat je moet kennen voor het praktijkexamen van toegepaste dierkunde invertebaten dat in het eerste jaar bio-ingenieur aan de ugent gegeven wordt.

Preview 4 out of 39  pages

  • July 26, 2023
  • 39
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Dierkunde: practicum
Protozoa (eencellige eukaryoten)
Systematiek

 Regnum Protoctista of Protista
o Eencellige organisme of meercellige organisme zonder gespecialiseerde weefsels
 Gekernde algen
 Waterschimmels en slijmzwammen
 Protozoa
 Dierlijke eencelligen, microscopisch kleine organismen
 Komen voor waar vocht aanwezig is
 Solitair of kolonievormend
 Bezitten alle typische celstructuren en doen alle basisprocessen
 Belangrijke groepen:
o Fylum Amoebozoa (naakte amoeben en schaalamoeben)
o Fylum ciliophora of ciliata (trilhaardiertjes)
o Fylum euglenozoa
o Fylum apicomplexa

Paramecium caudatum (pantoffeldiertje)
Systematiek

 Fylum: ciliophora (trilhaardiertjes)
o Ciliën of trilharen voor voortbeweging en voedselopname
o 2 soorten kernen
 Macronucleus: vegetatieve kern voor fysiologische
processen
 Micronucleus: generatieve kern, geslachtskern
o Voortplanting
 Geslachtelijke: conjugatie
 Ongeslachtelijke: binaire deling
o Heterotroof en meestal vrijlevend
 Holotriche ciliaten (trilharen volledig lichaam bedekt)
o Peritriche ciliaten (trilharen rondom mond)

Habitat: meer (stilstaand water) met aanwezigheid organisch materiaal waarop bacterielaag ligt (biofilm)

 Deze laag is hun voeding
 Zitten net onder wateroppervlak

Uitwendig

 Pantoffelvorm
o Voorkant: afgerond
o Achterkant: puntig
o Volledige cel bezet met trilharen
o Vorm: blijvend dankzij elastisch membraan rond de cel = pellicula
o Ventrale zijde: inzinking = peristoom

Inwendig

 Gedifferentieerde cytoplasma:

, o Ectoplasma (hyalien, type kraakbeenweefsel )
 Pellicula
 Corticale laag
 Doorschijnend
o Endoplasma (korrelig)
 Macronucleus
 Micronucleus (enkel zichtbaar als preparaat is ingekleurd)
 Mitochondriën
 Kristallen
 Voedselvacuolen
 Ectoplasma
o Peliculla:
 Plasmamembraan
 Binnenste alveolair membraan
 Buitenste alveolair membraan
o Corticale laag met insluitsels:
 Infracilliatuur
 Fibirllen verbinden kinetosomen
 Trichocysten (extrusomen)
o Spoelvormige organellen
o Ontladen filamenten bij mechanische of chemische stimulatie
(beschermende laag)
o Bij prikkeling uit milieu inhoud uitstorten via poriën
o Toxische stoffen uit milieu absorberen zodat ze niet cel binnendringen
o Insluitsels:
 2 contractiele vacuolen (kloppend)
 Plaats: dorsaal, vaste plaats, aan grens van ectoplasma en endoplasma
 Functies: verwijdering stikstofhoudende afvalstoffen, osmoregulatie
o Leven in zoetwater zorgt voor constante stroom in cytoplasma
o Vacuolen zorgen ervoor dat overtollig water verwijderd wordt
 Bouw: toevoerkanaaltjes
o Monden uit in excretieporus
o Diastole fase (uitzetten van vacuolen) en systole fase (samentrekken)
 Peliculla-systeem:
o Insluitsels in ectoplasma
 2 contractiele vacuolen

Voedselopname

 Voeding: bacteriën, gisten, wieren, kleine protozoa
 Opname:
o Peristoom opnemen voedsel
o Verplaats zich via Cytofarynx (vestibulum)
o Naar Cytostoom of celmond
o Voedselvacuole gevormd:
 Migreert doorheen endoplasma
 pH verandert van zure fase (doden voedsel door uitstoten van water) naar neutrale fase in
voedselvacuole door enzymen zodat spijsvertering kan inwerken op voedsel
o Niet verteerde voedsel wordt verwijderd via de cytoproct of celaarts of cytopyge
o Eindproducten van verteringsproces komen direct in endoplasma terecht
 Ciliën ook gebruikt voor verplaatsen voedsel

Voortbeweging

,  Door ciliën (trilharen)
 Spiraalvormige baan
 Negatief geotactisch
o Grootste concentratie net onder wateroppervlak (gaan zich hier voeden)
o Verplaats zich in tegenovergestelde zin van de zwaartekracht

Voortplanting

 Geslachtelijk: 2 individuen die zij aan zij naast elkaar liggen en genetisch materiaal uitwisselen
 Ongeslachtelijk: cel opsplitsen in 2 identieke dochtercellen
o Goede omstandigheden 3-5 keer per dag opsplitsen

Encystering

 Dier werpt zijn trilharen af en vormt zijn lichaam om tot een bol
 Zo verdraagt het dier uitdroging en onrustige milieuvoorwaarden

Metazoa of animalia
 Meercellige, heterotrofe eukaryoten
 Dierlijke cellen hebben geen celwanden
 2 weefsels uniek voor deze organismen:
o Zenuwstelsel
o Spierweefsel
 Meeste organismen: geslachtelijke voortplanting (sommige ongeslachtelijk)
 Triblastisch:
o Vorming van 3 kiembladen tijdens embryogenese
o Ectoderm (alle metazoa)
 Vormt epidermis, epidermale structuren (haar, cuticula), zenuwstelsel, zintuigorganen
o Endoderm (alle metazoa)
 Vormt epitheel van spijsverteringsstelsel
o Mesoderm (meeste metazoa)
 Vormt spierweefsel, skelet, excretiestelsel, bloedvatenstelsel

Ascaris lumbricoides suis (spoelworm)
 Suis = ondersoort wat betekent in latijn varken
o Dit wordt hierbij gezet omdat spoelworm als gastheer het varken heeft
 Fylumgroep Ecdysozoa
o Vervelling nodig om te kunnen groeien
 Fylum Nematoda (rondwormen)
o Verplaatsen zich via wind, water, schimmels, dieren en mens
o Parasiet van mens, dier en plant
o Lengte varieert van 0,1 mm tot 8,4 m
o Spoelvormig met ronde doorsnede
o Bilateraal symmetrisch: 1 symmetrievlak
o Triblastisch
o Pseudocoelomaat (lichaamsholte)
 Blastoceel (primaire lichaamsholte)
 Enkel begrensd door cellen van ectodermale en endodermale oorsprong
 Coeloom (secundaire lichaamsholte)
 Enkel begrensd door cellen van mesodermale oorsprong
 Dit is tussenvorm
 Deels begrens door endoderm, mesoderm en ectoderm
o Cuticula
 Dood weefsel: vervelling noodzakelijk voor verdere groei van organisme

,  Meerlagig: afgescheiden door eenlagige epidermis
 Chitinoïd: basiscomponent is collageen in verschillende lagen (zorgt voor stevigheid:
hydroskelet)
 Klasse Secernentea (phasmidia)
o Aanwezigheid van fasmieden
 Orde Ascaridida
o 3 grote, 6 kleine of geen mondpapillen
o Meestal grote wormen
 Familie Ascaridae (spoelwormen)
o 3 grote mondpapillen

Landbouwkundig belang Nematoda:

 Onschuldige vrijlevende nematoden
o Voeden zich met bacteriën, schimmels, gisten, wieren, organisch materiaal
o Zorgen voor mineralisatie in de bodem
 Plantenparasitaire nematoden
o Veroorzaken schade aan gewassen
 Roofnematoden ingezet tegen schadelijke insecten
o Vb. insectenparasitaire aaltjes die gebruikt worden voor biologische bestrijding van larven en
taxuskever (biologische bestrijder)
o Dringt lichaam van larven binnen waardoor deze zal sterven

Medisch belang nematoden:

 De kleine draak van Medina
o Tussengastheer: roeipootkreeft
o Drinken van ongefilterd water ons lichaam binnen komen
o Volwassen worm vestigen onder onze huid zorgt voor huidinfectie
o Graduele extractie
 Wucheria bancrofti
o Veroorzaakt elefantiasis
o Tussengastheer mug
o Leeft in lymfevatenstelsel
o Bepaalde lichaamsdelen gaan opzwellen
 Enterobius vermicularis
o Aarsmade
o Leven in dikke darm
o Leggen ’s nachts eitjes af rond anus
o Geen tropische parasiet
o Kinderen rond 5 jaar meeste kans om besmet te worden
 Doorsnede spoelworm
o Endoderm: darmepitheel
o Mesoderm: spierlaag (niet volledig bedekt met weefsel van mesoderm daardoor pseudocoelomaat)
o Ectoderm: epidermis met 4 epidermale lijsten

Levenscyclus

 Leven in dunne darm
 Massaal eitjes produceren die zeer resistent zijn
 Gaan lichaam van gastheer verlaten
 L1: larven ontwikkelen pas na 14 dagen in ei buiten de gastheer
 L2: dit is infectieus (vervelling in ei)
o Als deze larve wordt opgenomen in gastheer komt het terecht in de darm

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annadecrem. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  1x  sold
  • (0)
  Add to cart