Via indirect waargenomen gegevens is er informatie over de opbouw van de aarde. Bijvoorbeeld
trillingen die bij elke aardbeving dwars door de aarde heen gaan en overal ter wereld kunnen worden
opgevangen en geregistreerd, de snelheid en richting van deze trillingen worden beïnvloed door
eigenschappen van gesteente. Seismologen (aardbevingsdeskundigen) hebben door gegevens te
analyseren over hoe de aarde is opgebouwd.
Opbouw aarde:
1. Korst: gesteente dat drijft op de aardmantel. Er zijn twee soorten aardkost:
o Oceanische korst (oceaanbodem): het grootste gedeelde van de aardkorst is
oceaanbodem. Het ligt gemiddeld 4 km lager dan continentale korst, dit komt
doordat de oceaansbodem bestaat basalt. Dit gesteente heeft een hogere dichtheid
en is zwaarder (3000 kg/m3) waardoor deze korst verder zakt in de aarde. De
Oceanisme korst is dunner (8 km). Net zoals op continenten kent de oceaanbodem
ook grote hoogteverschillen:
Midoceanische rug: soort onderwatergebergte
Diepzeetroggen: zijn diepe kloven in de oceaanbodem van wel kilometers
diep
o Continentale korst: ligt hoger dan de oceanische korst doordat het bestaat uit
graniet. Dit gesteente is heeft een lagere dichtheid en is lichter (2700 kg/m 3 ). De
continentale korst is dikker (40 km).
2. Mantel: zwaarder vast gesteente dan de aardkorst. Vanuit de aardkern wordt het gesteente
uit de aardmantel verwarmd. Om de warmte kwijt te kunnen komt het materiaal in beweging
(convectiestromen). Hierdoor komt de warmte vanuit de kern naar het aardoppervlak. De
asthenosfeer is gesteente in de mantel dat wel voor een klein deel gesmolten is. Al het vaste
gesteente daarboven van de aardkorst heet: lithosfeer.
3. Aardkern: bestaat vooral uit ijzer. Radioactieve elementen in de kern produceren warmte. In
de kern is de temperatuur ongeveer 5000 °C en de druk 4 miljoen hoger dan op het
aardoppervlak. De binnenkern is vast en de buitenkern is vloeibaar door de warmte.
, §2. Platentektoniek
De aardkorst wordt verdeeld in platen. De grenzen van deze platen zijn bepaald door plekken met
aardbevingen (seismisch). Platentektoniek is het bewegen van aardplaten. 3 soorten
plaatbewegingen:
Convergente plaatgrenzen: platen bewegen naar elkaar toe, waardoor ze botsen. Als een
oceaan bodem botst met een continent dan duikt de zwaardere oceanische plaat onder de
continentale plaat de mantel in (subductie) en er ontstaat een diepzeetrog.
Divergente plaatgrenzen: platen bewegen uit elkaar, waardoor er een scheur in de aardkorst
ontstaat die direct wordt opgevuld met lava. Door het stollen ontstaat er nieuwe
oceaanbodem die groeit vanuit de spreidingszone (midoceanische rug).
Transforme plaatgrenzen: platen bewegen langs elkaar. Ofwel in tegengestelde richting of
dezelfde richting met andere snelheden.
Het aangroeien van oceaanbodem wordt gecompenseerd door het verdwijnen van oceaanbodem bij
een subductiezonde. Er ontstaat en verdwijnt continu oceaanbodem, terwijl de continenten blijven
bestaan en aangroeien. Het aangroeien gaat door subductie waardoor het wegduikende basalt wordt
omgesmolten tot nieuwe lichter gesteende dat opstijgt en wordt toegevoegd aan het continent.
De snelheid waarmee platen bewegen verschilt en zijn met satellieten te bepalen (1 tot 20 cm). De
snelheidsverschillen zijn nog nooit verklaard, wat aantoont dat er nog andere krachten zijn die een
rol spelen bij de beweging van aardplaten.
Duwkracht: ontstaat bij een spreidingszone door het uitvloeiende lava, dat de platen uit
elkaar duwt.
Trekkracht: ontstaat bij subductie wanneer de oceaanbodem door zijn gewicht naar beneden
wordt getrokken en de rest van de oceanische plaat mee trekt.
Wetenschappers gaan uit van het actualiteitsprincipe en denken dat platen in het verleden
ongeveer even snel bewegen als nu. Hiermee reconstrueren ze waar aardplaten op verschillende
tijdstippen lagen. Zoals supercontinent Pangea, waarbij alle continenten aan elkaar lagen. Veel
wetenschappers denken dat de bewegingsrichting van platen (continenten) om de 250 miljoen jaar
verandert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller barbaravandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.