2.1 OPKOMST VAN DE STEDELIJKE BURGERIJ IN DE GEWESTEN
Veranderingen in Europa in de late middeleeuwen (11 e eeuw):
1. landbouw veranderde
2. bevolkingsgroei
3. handel bloeide
4. weer een monetaire economie.
Productie van de landbouw nam toe door:
verbeterde het klimaat
vernieuwingen in de landbouw:
o ontginning van bos en heide
o droogleggen van overstroomde gebieden met windmolens
o verbetering landbouwwerktuigen: haakploeg vervangen door keerploeg
o invoering drieslagstelsel
meer en beter voedsel zorgde voor bevolkingsgroei rond 1000. Vanaf 1350 was er bevolkingsdaling
door klimaatverslechtering en de Zwarte dood (die zich verspreidde via handelsroutes).
De hoge landbouwproductie zorgde voor landbouwoverschotten. Deze gingen boeren in
nabijgelegen steden verkopen en ook was het niet meer nodig dat iedereen op het platteland
werkte, waardoor mensen zich gingen specialiseren en als ambachtslieden naar de stad gingen.
Steden hadden nauwe handelscontacten met hun omgeving, naast lokale handel was er ook groei
van de internationale handel. Jaarmarkten speelde in de handel een grote rol. De handel kon groeien
doordat het transport verbeterde door het koggeschip (kon meer vracht vervoeren).
Toename van handel leidde ook tot toenemen van nijverheid: door internationale handel werden
veel grondstoffen aangevoerd en door de bevolkingsgroei waren er veel meer ambachtslieden nodig.
De groei van de nijverheid zorgde ook weer tot verdere groei van handel.
De handel en nijverheid versterkte elkaar.
Door de toename van de internationale handel werd het betalen een steeds groter probleem. Er
werd betaald met zilveren munten en later gouden voor luxeproducten. Steden sloegen hun eigen
munten en munten verschilde van waarde. Hierdoor ontstond het beroep geldwisselaar. In de 13e
eeuw ontstond de wisselbrief: de koopman bracht een bedrag naar de bank en kreeg hiervoor een
wisselbrief terug met een bedrag erop, dit kon hij inwisselen in een andere stad voor munten.
, De lage landen ontwikkelde zich tot een van de meest verstedelijkte gebieden in Europa.
3 oorzaken:
Gunstige geografische ligging: veel waterwegen (vervoer via water vlotter dan over land)
o Schelde en maas vanuit Franse en Vlaams-Brabantse achterland
o De rijn en waal vanuit Duits achterland
o De IJssel en Zuiderzee die uitkwam op Noordzee
Er kwamen haven aan mondingen, in vlaanderen groef men kanalen voor onderlinge
verbindingen en verbinding met de zee. Gunstige plekken voor steden waren
samenvloeiingen van rivieren en kruispunten tussen water- en landwegen. Ook de nabijheid
van een ouder gezagscentrum was gunstig.
Bescherming van landsheren, hoge edelen, geestelijken en stadsbestuurders: in de Lage
landen en Noord Italië zagen ze snel in dat het beschermen en helpen van buitenlanse
handel zorgde voor welvaart groeide en hun eigen inkomsten stegen. Ze gingen:
o handelsroutes beschermen
o wegen en bruggen verbeteren
o helpen bij het bouwen van havens, opslag en schepen
o zorgen voor marktvrede bij jaarmarkten
o einde maken aan tollen en belastingen voor kooplieden
Samenwerking tussen steden: Noord-Europese steden gingen samenwerken in een
onderhandelingen verbond: Hanze.
Stedelingen wilde om hun economische belangen te beschermen stadrechten. Deze verschilde van
stad tot stad, maar meestal hielden in:
Geen verplichten tegenover grootgrondbezitters
Zelf hun bestuur en rechtspraak mogen regelen
Zelf mogen bepalen wie poorter (stadsburger) is en wie niet
Door de toegenomen welvaart lukte het de steden hun positie te versterken. Veel landsheren waren
bereid stadsrechten te verlenen in ruil voor erkenning, belasting en militaire hulp.
Elke stad was het centrum van een verzorgingsgebied hierin waren bewoners met elkaar verbonden:
Economisch: platteland leverde voedsel voor stedelingen en grondstoffen voor stedelijke
nijverheid stad verwerkte de grondstoffen en verkocht ze in de omgeving.
Politiek: stad en platteland behoorden tot grondgebied van de landsheer
Jaarmarkten waren markten waar kooplieden uit de omgeving en uit het platteland onder
bescherming van de overheid met elkaar handel kunnen drijven. Hierdoor ontstonden er een
netwerk in elk verzorgingsgebied en tussen steden onderling.
Het leven in de stad was ongezonder dan op het platteland: er stierven meer dan er werden geboren.
Om de stad in stand te houden moest er een instroom van kapitaalkrachtige of kundige nieuwe
poorters van het platteland nodig. In ruil gaf de stad kans op werk, juridische bescherming en kans op
scholing. Er ontstond een migranten stroom van platteland naar stad en van kleine naar grote stad.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper barbaravandenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $5.39. Je zit daarna nergens aan vast.