Hoofdstuk 1 Gedrag en invloeden op gedrag
1.1
Psychologie is gericht op het gedrag van de mens als individu en draait om betrouwbare
verklaringen van menselijk gedrag. Sociale psychologie onderzoekt de wisselwerking tussen
het individu en zijn sociale omgeving. Sociologie is de wetenschap die is gericht op het
onderzoeken van menselijk gedrag binnen bepaalde gemeenschappen en
samenlevingsverbanden.
Gedrag bestaat uit waarneembare handelingen en uit innerlijke activiteiten die kunnen leiden
tot waarneembare handelingen. Dit wordt bepaald door erfelijke factoren en door
omgevingsfactoren.
1.2
Er zijn verschillende invloeden op het menselijk gedrag, namelijk: fysieke (lichamelijke)
factoren, psychische factoren, sociale factoren (andere mensen kunnen als imitatiemodel
fungeren), culturele en spirituele factoren en fysische en geografische factoren (zoals het
klimaat).
Voorbeelden van psychische factoren zijn iemands zelfbeeld of zelfbeleving,
persoonlijkheidskenmerken en de levensfase waarin iemand verkeerd.
Een voorbeeld van een bijzondere sociale situatie is de werksituatie, omdat de contacten
hierin anders van aard zijn dan die in de privésituatie.
Hoofdstuk 2 Persoonlijkheid
2.1
Persoonlijkheid is de unieke, relatief duurzame manier waarop mensen geneigd zijn zich te
gedragen. Dit is nauw verbonden met gedrag, aangezien iemands persoonlijkheid zich uit in
gedrag. Vroeger werd er gedacht dat iemands persoonlijkheid vast stond door erfelijke aanleg.
Er werd toen ook wel gesproken van een temperament of een karakter.
2.2
Sigmund Freud is de belangrijkste grondlegger van de psychoanalyse. Dit is een belangrijke
persoonlijkheidstheorie. Volgens Freud waren er drie instanties: het id (aangeboren reservoir
vol driften), het ego (ontwikkelt zich onder invloed van volwassenen) en het superego
(verinnerlijkte ouderlijke geboden en verboden).
Freud stelde dat driften vaak seksueel van aard waren en dat ze eerst werden beleefd via de
mond (orale fase), daarna via ontlasting (anale fase) en ten slotte via de geslachtsorganen
(fallische fase). In de fallische periode speelt het oedipuscomplex een belangrijke rol
doordat het kind gevoelens van liefde ontwikkelt voor de ouder van het andere geslacht en
reageert met vijandigheid en ambivalentie op de ouder van hetzelfde geslacht. Bij meisjes
werd dit het elektracomplex genoemd (penisnijd). Na de fallische fase komt de latente fase,
waarin de seksuele lust een tijdje ondergronds gaat. Hierna komt de genitale fase, waarin de
adolescent op zoek gaat naar een betekenisvolle relatie.
In de theorie van Freud is het onbewuste belangrijk. De fehlleistung is een voorbeeld van een
onbewuste kracht. Dit wordt ook wel freudiaanse vergissing genoemd en is een veelzeggende
vergissing.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iliassa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.