Bij een inversie staat het onderwerp achter de persoonsvorm. Dat is
bijvoorbeeld het geval bij vraagzinnen: ‘Zal ik je helpen?’
Inversie komt ook voor bij zinnen die met een ander zinsdeel dan het
onderwerp beginnen: ‘Morgen heb ik meer tijd.’ Wanneer je zo’n zin langer
maakt met en of maar, houd je soms onterecht deze volgorde aan. Dit
verschijnsel heet foutieve inversie.
Gisteren heb ik Engelse woordjes geleerd en ga ik vanmiddag Frans doen.
Gisteren heb ik Engelse woordjes geleerd en ik ga vanmiddag Frans doen.
Foutieve samentrekking
Bij een samentrekking laat je een eerdergenoemd woord of eerder genoemde
woordgroep weg. Door de samentrekking voorkom je overbodige herhalingen in
zinnen.
1. Ze ging naar de stad en kocht twee paar nieuwe schoenen.
2. Inne ging naar de stad om schoenen te kopen en Ella ook.
In een paar geval mag je NIET samentrekken:
1. Bij verschil in grammaticale functie
2. Bij verschil in getal (bij onderwerp en persoonsvorm)
3. Bij verschil van betekenis
1. De saxofoniste stond op het podium en werd een bos bloemen
overhandigd.
‘de saxofoniste’ is het eerste gedeelte onderwerp en in het tweede
geval een meewerkend voorwerp.
Verbetering: de saxofoniste stond op het podium en haar werd een bos
bloemen overhandigd.
2. Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto’s vernield.
in de eerste zin ‘wordt’ enkelvoud, in de tweede zin moet het meervoud
zijn, omdat ‘diverse auto’s’ meervoud is.
Verbetering: Hier wordt vaak ingebroken en er worden diverse auto’s
vernield.
Foutieve beknopte bijzin
Beknopte bijzinnen verschillen van volledige bijzinnen, omdat ze geen
onderwerp bevatten. Je kunt de beknopte bijzin herkennen, doordat er in de
bijzin geen persoonsvorm in voorkomt, maar een constructie met te + infinitief
of met een voltooid of onvoltooid deelwoord
1. Zonder te aarzelen liep hij op de hond af.
2. Geschrokken nam ze kennis van de mededeling.
, 3. Luid zingend liep ze naar de les.
In de hoofdzin staat het onderwerp waar de beknopte bijzin betrekking op
heeft. Dit onderwerp noem je een ‘verborgen onderwerp’ van de bijzin.
Als het verborgen onderwerp niet hetzelfde is als het onderwerp in de
hoofdzin, is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.
Er zijn 2 manieren om te verbeteren:
1. Maak van de beknopte bijzin een gewone bijzin (dus met een onderwerp
en persoonsvorm.)
2. Verander. De hoofdzin zodanig dat het verborgen onderwerp uit de
beknopte bijzin hetzelfde is als in de hoofdzin.
- Na uren in de file gestaan te hebben, vertrok de boot voor de overtocht
eerder dan gepland.
Het onderwerp van de hoofdzin is ‘de boot’. Dit is niet het (verborgen)
onderwerp in de bijzin, dus de zin is fout.
- Nadat we uren in de file hadden gestaan, vertrok de boot voor de
overtocht eerder dan gepland.
- Na uren in de file gestaan te hebben, zagen we de boot voor de overtocht
eerder vertrekken dan gepland.
Foutief verwijswoord
Er is een verschil tussen noemende en verwijzende woorden. Zo bevat de zin
‘Zij hebben die bestudeerd’
De 2 woorden verwijzen naar personen en naar zaken.
De regels voor het gebruik van verwijswoorden zijn lastig en er worden dan
ook veel fouten gemaakt. Er zijn reels voor onzijdige woorden (het-woorden),
mannelijke en vrouwelijke woorden (de-woorden), woorden in het meervoud,
betrekkelijke voornaamwoorden en woorden die naar personen of zaken
verwijzen met een voorzetsel.
1. Je verwijst naar het-woorden - Paul heeft het huis
met het persoonlijk geschilderd. Het (Dit/Dat) is
voornaamwoord het, de nu groen. Hij gaat het
aanwijzende volgend jaar waarschijnlijk
voornaamwoorden dit en dat weer rood maken.
en het bezittelijk
voornaamwoord zijn. Foutieve verwijswoorden:
Let op: in laats van dat wordt - In de aangereden auto zat
soms ten onrechte die ook het zoontje van de
gebruikt. bestuurder. Die was erg
geschrokken en werd
Let op: een veelgemaakte fout getroost met een beertje.
is het gebruik van haar in - Het muziekkorps heeft haar
plaats van zijn en die in plaats repertoire vernieuwd.
van dat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annelynnleus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.