100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Beroep sociaal werk samenvatting $7.43
Add to cart

Summary

Beroep sociaal werk samenvatting

 34 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 12 weken colleges van het vak Beroep Sociaal Werk. Onderwerpen: Historische achtergrond van de verzorgingsstaat Intergenerationele overdracht Het gezin Migratie Geschiedenis van het maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Reclassering Verslavingszorg Psychiatrie Geh...

[Show more]

Preview 3 out of 26  pages

  • July 28, 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Beroep sociaal werk
Week 1 – Historische achtergrond van de
verzorgingsstaat
(Les 4:) De historische achtergrond van verzorgingsstaat
- Wat zijn de prettigste landen om in te wonen?
o (Hoe) kun je dat meten?
 BNP (bruto nationaal product) - hoe groot is de economie van een land?
 Zegt niet duidelijk of het prettig is voor mensen om er te wonen
 Ook: bruto nationaal product per hoofd van de bevolking
o Gaat uit van ongeveer evenveel deelname/verdienen
 GINI-index – profiteert iedereen evenveel van de economie/mate van eerlijke
verdeling, inkomensverschillen
 Human Development Index – lang en gezond leven, toegang tot onderwijs,
toegang tot gezondheidszorg (hoe hoger het cijfer, hoe beter)
o Wat zijn indicatoren?
o Wat vinden we belangrijk?
 Persoonlijke waarden, minder goed te meten
 Persvrijheid, seksegelijkheid/vrouwenrechten, mate van democratie
o Moet iedereen het prettig hebben of alleen de elite?
- Verklaringsmodellen voor verschillen in de wereld
o Geografie-theorie: rijke landen hebben een gunstigere ligging, vaak een gematigd
klimaat waar je harder kunt werken, geen tropische ziekten
 Tegenargumenten: ook tropische gebieden hebben enorme voorspoed gekend
(Azteken, Inca's, Maya's, Mexico vroeger/Mexico nu tegenover USA nu)
o Cultuurtheorie: in arme landen heerst een cultuur die economische groei in de weg
staat: bijgeloof, luiheid etc. In rijke landen is een cultuur van hard werken. Protestanten
werken harder dan katholieken.
 Tegenargumenten: hoe verklaar je Noord- en Zuid-Korea? Oost- en West-
Duitsland? Beide landen met een 'gelijke' cultuur? Daarbij hebben zowel
protestantse als katholieke landen perioden van groei gekend
o Verklaringsmodel van Robinson en Acemoglu
 Het is de mate waarin een land inclusieve instituties weet op te zetten die het
succes van een land bepalen
 Inclusieve instituties geven prikkels (incentives) door
 Een gelijk economisch speelveld: iedereen met een goed idee kan de
markt betreden
 Wettelijke bescherming van eigendommen: land, bezit en intellectueel
(octrooi), maar ook een niet corrupte politie en rechterlijke macht
 Bescherming van individuele rechten
 Een open en pluriform politiek bestel waarop zoveel mogelijk mensen
invloed kunnen uitoefenen
 Openbaar onderwijs, gezondheidszorg en sociale regelingen ->
verzorgingsstaat?

, o Inclusief wil zeggen: zoveel mogelijk mensen worden geprikkeld
om zonder angst of onoverzienbare risico's deel te nemen aan
het politieke en economische leven
o De verzorgingsstaat: de meest inclusieve staat?
 In Engels: de vrije Westerse 'welfarestate', in tegelstelling met de 'warfarestate',
die dictatoriaal en agressief zou zijn
 Een verzorgingsstaat biedt bescherming tegen de belangrijkste sociale risico's
(ziekte, inkomensverlies, ouderdom, gebrekkige opleiding)
 Moderne verzorgingsstaat doet meer:
 Garantie van sociale zekerheid voor alle leden van de samenleving
(verzekeren)
 Een reductie in de willekeur van levenskansen (verzorgen)
 Het bevorderen van de maatschappelijke integratie van alle leden van
de samenleving (verbinden, verheffen)
o Hoe zijn verzorgingsstaten ontstaan?
 Voor de 19e eeuw: armoede geen groot of chronisch maatschappelijk probleem
waar de overheid veel invloed op kon of wilde uitoefenen
 Geen directe bedreiging van maatschappelijke orde
 Kerk, bredere familieband en gilden zorgden voor bescheiden
zekerheden
 Door industriële revolutie ontstaat migratiestroom van platteland naar stad
 Kapitalistische samenleving maakt mensen kwetsbaarder als individu
dat afhankelijk was van loonarbeid
 'Arbeid' wordt handelswaar met schommelende prijs
 Zaken als eten en huisvesting moeten wel betaald worden
 Bij ziekte kun je je 'handelswaar' niet meer aanbieden
 Liberale visie: geen liefdadigheid, want dan neemt de prikkel tot werken af
 Armenwet van 1834, Engeland: armen die gezond waren, maar geen
inkomen hadden, mochten niet aankloppen bij liefdadigheid
 Gevolg: harde kapitalistische samenleving, steeds groter wordende arme en
kwetsbare arbeidersklasse
 Eerste wetten en maatregelen gericht op beteugeling van ergste uitwassen die
maatschappelijke instabiliteit zouden kunnen aanrichten
o Angst voor Marx en socialisme?
 Arbeiders groeperen zich: ze hebben dezelfde belangen en risico's
 Marx' voorspelling: arbeiders/het proletariaat worden steeds verder onderdrukt
en zullen uiteindelijk door revolutie de kapitalistische burgerklasse of
bourgeoisie omverwerpen
 De Swaan: mensen zijn door de industriële revolutie zo afhankelijk van elkaar
geworden (interdependentie), hebben veel meer last van elkaars ellende
(externe effecten) en de staat probeert deze problemen op te lossen door
collectieve regelingen
 Doordat mensen naar de steden zijn getrokken en daar zo afhankelijk
van elkaar zijn geworden, moet je daar als samenleving wat aan doen
o Eerste stappen: Duitsland (Pruisen)
 Otto von Bismarck vond arbeiders een risico en was bang voor het socialisme en
Marx. Hij verbood socialistische partijen. Om de arbeiders tevreden te stellen,

, zich 'Duitser' te laten voelen en maatschappelijke rust te creëren stelde hij een
aantal wetten voor arbeiders in
 Ziektekostenverzekering, 1883
 Ongevallenverzekering, 1884
 Ouderdom- en invaliditeitsverzekering, 1889
o Industrialisatie in Nederland
 Rond 1870 groeit de stadsbevolking harder dan de plattelandsbevolking
 Classificatie van de bevolking 1850-1900
 Sociale elite, 3-5 procent
 Middenstand, zelfstandigen: 45-47%
 (Werk)volk, afhankelijk van hogere klasse: 50%
o Van het volk is ongeveer een kwart arm en moet leven van
bedeling
 Armoede een steeds groter probleem door wegvallen 'gemeinschaft' en het nog
ontbreken van 'gesellschaft'
 Verder kijken naar de Nederlandse verzorgingsstaat
 Fase 1 1874 – 1952 eerste aanzet, wetgeving gericht op arbeiders
o 1874 Kinderwetje van Van Houten
 Gelijkwaardige wetgeving al eerder in Engeland en
Pruisen
 Niet uit zorg voor kinderen, maar uit angst voor
zedeloosheid en maatschappelijke wanorde
 Verbod om kinderen jonger dan 12 jaar in dienst te
nemen of hebben, tenzij het huiselijke en persoonlijke
diensten en veldarbeid betreft
 Fase 2 1921 – 1952 doelgroepverbreding
o Maar... wel gericht op mannen die loonarbeid verrichten en
kostwinner zijn; dus niet voor de bakker en slager zelf maar wel
voor het personeel. Vrouwen horen thuis en voeden de
kinderen op.
o 1901-1921: ongevallenwet, aanvankelijk voor ongeveer 25% van
arbeiders geldig
o 1930: Ziektewet
o 1952: werkloosheidswet
 Fase 3 1952 – 1977 algemene volksverzekeringen
o Algemene ouderdomswet, 1957
o Algemene weduwen- en wezenwet, 1959
o Algemene bijstandswet, 1965
o Ziekenfondswet, 1966
o Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering, 1967
o Algemene wet bijzondere ziektekosten, 1968
o Wetten voor iedereen, ongeacht of er een arbeidsverleden is
 In het begin behalve voor vrouwen
 Fase 4 crisis
o Misbruik van regelingen door politiek en industrie vanaf 1977
o Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen gebruikt om mensen te
dumpen door economische recessie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julia00. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added