BADDING = Een houten balk van ca. 6,5 x 15 cm die toegepast wordt als hulpconstructie bij bv.
bekistingen.
BEKISTING = Ook: betonbekisting. De aangebrachte betimmering ten behoeve van het storten van
beton, meestal bij funderingen, muren, trappen e.d. De houten bekisting fungeert als mal en wordt
meestal verwijderd na harden van het beton, dit in tegenstelling met de zogenaamde verloren
bekisting.
BETON = Verharde betonspecie van zand, cement, grind, water en eventueel toeslagstoffen. Beton is
een kunstmatige steensoort, koud gevormd uit een vloeibaar mengsel van cement, zand, grind en
water. Ter verbetering van bepaalde eigenschappen worden extra stoffen toegevoegd. Deze
toeslagstoffen worden onderscheiden in hulpstoffen en vulstoffen. Hulpstoffen hebben invloed op
eigenschappen in de vloeibare of plastische fase van vers beton.
BETONPLEX = Betonplex is met normaal gereedschap goed te bewerken. Na het zagen moeten de
randen behandeld worden tegen indringen van vocht. Betonplex is geschikt voor het maken van
bekistingen voor betonwerk.
BETONPOMP = Een installatie waarmee betonspecie van de betonwagen (truckmixer) naar de
fundering wordt gepompt. De betonpomp laat de fundering snel vol lopen met verse beton,
waardoor luchtbellen ontstaan. De luchtbellen kunt u verwijderen door een trilnaald kort, enkele
seconden, in het beton te houden. De trilnaald zorgt ervoor dat alle luchtbellen omhoog getrild
worden en dat het beton verdicht wordt. Als de trilnaald te lang in het beton wordt houden komt er
water op het beton te staan.
BETONSKELET = In de bouw een skelet van gewapend beton. Dit skelet vormt de draagconstructie van
het gebouw.
CENTERPEN = Een stalen staaf met een speciaal grof schroefdraad. Deze zorgt ervoor dat twee
bekistingsdelen tijdens de stort niet uit elkaar kunnen gaan.
GEWAPEND BETON = Het principe van het wapenen is, dat men in gebieden waar na belasten
trekspanningen in beton worden verwacht, stalen wapeningsstaven aanbrengt. De materialen staal
en beton worden op deze manier optimaal gebruikt. Staal heeft een hoge treksterkte en zorgt daarom
voor de afdracht van de trekkrachten. Beton heeft een lage treksterkte maar een hoge druksterkte en
draagt daarom de drukkrachten over.
GIETBOUW = Bouwmethode waarbij betonspecie op de bouwplaats in de bekisting wordt gestort
met een kubel of een betonpomp waardoor, met wapening, vloeren en muren ontstaan. De
gietbouwmethode wordt in alle bouwsectoren toegepast, dus in de woningbouw, utiliteitsbouw,
agrarische bouw en infrastructurele bouw. Nieuwe ontwikkelingen als hogesterktebeton en
zelfverdichtend beton maken de toepassing extra aantrekkelijk. Gietbouw wordt vaak gebruikt bij
projecten in grotere series, dwz. waarbij sprake is van meer gebouwen van ongeveer gelijke vorm.
MONOLIET/ MONOLITISCH = Een monolithische constructie bestaat uit verschillende onderdelen
maar vormt één geheel.
MORTEL = Een metselspecie die bestaat uit een mengsel van cement, water en zand of soms tras.
, ONDERSABELEN = Het opvullen van de ruimte tussen bv. de voetplaat van een stalen of betonnen
kolom en de betonconstructie met een speciale metselspecie.
ONDERSTEMPELEN = Tijdelijk voorzien van een stempel onder het betreffende bouwelement. Bv. een
gestorte betonvloer wordt na verwijderen van de bekisting onderstempeld, de bovenzijde van een
gedeeltelijk verwijderde muur wordt onderstempeld, breedplaatvloeren worden bij de opleggingen
onderstempeld.
PLASTIFICEERDER = Plastificeerders zijn hulpstoffen bij de fabricage van betonspecie waardoor de
verwerkbaarheid verbeterd wordt zonder dat water hoeft te worden toegevoegd. (Toevoegen van
water zou de uiteindelijke sterkte van het beton verminderen.)
SCHOON BETON = Schoon beton is in het werk gestort beton, waarbij vooraf bewust eisen zijn
gesteld aan de esthetische kwaliteit van het zichtbaar blijvende betonoppervlak. Bij het werken met
schoon beton moet veel aandacht worden besteed aan de bekisting en het storten.
SCHUIMBETON = schuimbeton Een betonsoort die een grote cellen heeft. Schuimbeton is niet
geschikt als draagconstructie. De volumieke massa van schuimbeton ligt meestal tussen de 550 en
1100 kg/m3, soms tot zelfs 1700 kg /m3, afhankelijk van de gewenste karakteristieken.
SKELETBOUW = Een bouwsysteem waarbij de draagconstructie bestaat uit een houten, stalen of
gewapend betonnen skelet (geraamte). De muren hebben geen dragende functie meer. Het skelet
bestaat uit kolommen en liggers. Het gewicht van het gebouw wordt door het geraamte gedragen. In
de moderne architectuur van kantoorgebouwen is hier bijna altijd sprake van.
STEKEIND = Wapeningsstaaf die men uit de beton laat steken om later met het daarop aansluitende
constructieonderdeel een goede verbinding te krijgen.
STEMPEL =
1. Een stijl die een balk ondersteunt of (meestal schuin gesteld) een bouwvallige muur schoort.
2. Een balk of schoorhout tussen twee overstaande wanden om te verhinderen dat deze naar elkaar
toe wijken.
STORTNAAD = Een tijdelijke onderbreking van de betonstort.
TRILNAALD = Bij betonstorten, vooral uit de betonpomp, een hulpmiddel om luchtbellen uit het pas
gestorte beton te verwijderen en om het beton te verdichten. Na elke laag het beton trillen.
VERDEELWAPENING = Stalen funderingsstaven die loodrecht op de hoofdwapening aangebracht zijn
om de staven van de hoofdwapening op de juiste plaats te houden, maar ook om een steviger
betonconstructie te verkrijgen.
VERDICHTEN = Bij betonspecie in een bekisting de manieren om de specie in alle hoeken en gaten
van de bekisting kan komen waardoor de wapening goed omgeven is door specie (tbv. de
constructieve sterkte door de bekisting geheel te vullen en de lucht uit het beton te verdrijven, en
tegen roesten van het betonstaal van de wapening). Verdichten kan door met trilnaalden of een
trilbalk de specie in beweging te brengen. Bij zelfverdichtend beton is verdichten meestal overbodig.
VERLOREN BEKISTING = Een bekisting die na het storten achterblijft in het werk. Dit gebeurt als men
het betreffende constructieonderdeel niet of nauwelijks kan ontkisten of wanneer bewust voor
verloren bekisting is gekozen door het materiaalgebruik van de bekisting, bv. metalen lewisplaten of
geëxpandeerd polystyreen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jyntheliebrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.