Basisboek OZT: H9 Instrumentenleer
Definitie instrument: een instrument is een werktuig dat als hulpmiddel dienst kan doen om
handelingen en/of metingen te verrichten.
Namen van een instrument vinden hun oorsprong in de bedenker van het instrument of het
instrument heeft een bijnaam gekregen.
Een allround operatieassistent kent de gangbare specifieke instrumenten van alle
specialismen. De kunst van het imprenten zit hem in het opslaan van afwijkende
herkenningstekens. Het opsporen van afwijkende herkenningstekens kan soms erg moeilijk
zijn, terwijl instrumenten die uiterlijk erg op elkaar lijken verschillende namen hebben
gekregen.
Het verklaren van de vorm-functierelatie is een vaardigheid die gestoeld is op het
observeren en beredeneren van een aantal eigenschappen van het instrumentarium:
Spanning
Fixatie van een zelfspreider
Handvat
De benen van scharen en klemmen:
hoe meer crémaillèretanden, des te delicater het toepassingsgebied
knikken of hoeken in de benen van klemmen
bek-beenlengteverhoudingen
sluitvorm
oppervlak van de bekhelften
De scharnieren of gewrichten van scharen en klemmen. Soorten sloten:
Doorlopend slot, boxslot of doorgestoken slot
Dubbelslot of dubbellapslot
Kruisend slot
Parallelslot
Scherend slot of schroefslot
De bekhelften van scharen en klemmen: weefselopofferende klemmen mogen
omwille van de grip een ruwere tanding aan de binnenzijde van de bek hebben dan
de weefselsparende klemmen. Globaal kunnen we 7 varianten onderscheiden van
tanding:
Geen tanding
De bakey-tanding, 1:2 rijen
De bakey-tanding, 2:3 rijen
Cooley-tanding, 2:2 rijen
Dardik-tanding, 2:3 rijen
3
, Tanding bij vaatopofferende klemmen
Tanding in de lengterichting van de bek
Op de sets circuleert een instrumentengroep die herkenbaar is aan een goudkleurige
basis of goudkleurige ogen. In dit geval is de gouden glans aan de basis van de
instrumenten als herkenningsteken functioneel. Deze instrumenten hebben een
uitzonderlijke kwaliteit. Een schaar met een zwart en een goud oog is uitsluitend
bedoeld om hechtdraden te knippen. Knikken en hoeken in de bek verbeteren de
bereikbaarheid van moeilijk benaderbare anatomische structuren zonder het zicht op
het operatieterrein te verliezen of te belemmeren. Op de bek van een instrument kan
ook een schaalverdeling zijn aangebracht en bieden hulp bij het inschatten van de
diameter van een bloedvat en bij het kiezen van de gewenste prothesemaat. Verder
is er een algemene regel die luidt: een groter contactoppervlak geeft minder schade.
Dit geldt voor klemmen, retractors en pincetten. Uitzonderingen op deze regel zijn
doekenklem volgens Backhous, die op de tongpunt wordt geplaats, of een gelpi-
spreider om de labia majora te spreiden.
Belangrijk bij instrumenten is dat je het gebruiksdoel weet en dat je als operatieassistent
mee kan denken met de operatie en meedenkt met het instrument wat nodig is. Het
gebruiksdoel wordt in de catalogusnaam ‘stamnaam’ genoemd, aangevuld met extra
parameters die de uniciteit van het instrument onderstrepen. Hoe grondiger de naamgeving,
des te minder kans op verwisselingen of vergissingen.
Na het tellen van instrumentarium verloopt elke operatie volgens zeven vaststaande
stappen. Anticiperen op deze stappen voorkomt bomvolle overzettafels en houdt de blik
scherp waar hij hoort, op de patiënt en niet op je tafel! Dit zijn de zeven stappen:
1. desinfecteren
2. afdekken
3. incideren: incisie
4. hemostase: na het incideren gaat het meestal bloeden
5. presenteren: haken en wondspreiders nodig om het terrein te presenteren
6. prepareren, implanteren of reconstrueren
7. sluiten
Wijze van aanreiken en terugnemen van instrumenten:
Bovenhands wil zeggen dat de hand van de instrumenterende boven het instrument
is geplaatst. Dit wordt voornamelijk toegepast bij scherp instrumentarium.
Onderhands aangeven is toegestaan voor alle overige instrumenten. De onderhandse
techniek heeft vooral bij de ontvanger de voorkeur omdat hij kan zien wat hij
aangereikt krijgt.
Naast de bovenhandse en onderhandse technieken is er ook nog een verschil tussen
linkshandig en rechtshandig aannemen van de instrumenten. Gouden regel is dat alle
4
, gebogen instrumenten in eerste instantie met de kromming naar de mediaanlijn van
de ontvanger worden aangegeven. Bij het skeletteren maken we hierop een
uitzondering.
De kwaliteit en levensduur van het kostbare chirurgische instrumentarium bepalen we in
zeer belangrijke mate door de manier waarop de instrumenterende ermee omgaat. Een van
de meest voor de hand liggende zorgen is het bestrijden en bij voorkeur voorkomen van
corrosie en/of roest. Roest (oxidatie) is een (metaal) verbinding met zuurstof. Corrosie is een
complexe vorm van verval als gevolg van blootstelling aan inwerkende schadelijke stoffen.
Het blootstellen van instrumentarium aan fysiologisch zout is schadelijk. Beter is het gebruik
van steriel gedestilleerd water voor het schoonmaken van instrumentarium aan tafel. Let op
dat dit niet teveel in contact komt met weefsels, omdat deze hypotone vloeistof een
celvernietigend effect kan hebben.
De bescherming tegen aanvallen op het oppervlak is het gevolg van een chemisch proces dat
veel op roesten lijkt. Vrije chroomatomen gaan in het oppervlak van het instrument een
verbinding aan met zuurstof, waardoor zich een dun laagje chroomoxide vormt. Dit heeft de
passieflaag. Als de passieflaag is aangetast wordt het instrument gevoeliger voor roest en/of
corrosie. Er zijn verschillende vormen van corrosie:
Oppervlaktecorrosie
Puntcorrosie
Spanningsscheurcorrosie
Spleetcorrosie
Wrijvingscorrosie
Contactcorrosie: interactie tussen twee ongelijke materialen
Er zijn ook verschillende vormen van roest:
Vliegroest: roest is besmettelijk en kan van het ene instrument naar het andere gaan
Vreemde roest als gevolg van met roest besmette stoom
Kunststoffen en rubber kunnen ook beschadigd raken door o.a. vaseline, paraffineolie,
drijfgassen en desinfectiemiddelen.
De instrumentenkringloop:
1. Elk artikel het zij net of per stuk verpakt is voorzien van een aluminium plaatje met
barcode.
2. Een schoon net is klaar om opgemaakt te worden. Een CSA medewerker meldt zich bij een
terminal, scant de barcode en begint met opmaken. Hier wordt het net gewogen en op basis
van gewicht door de computer geaccepteerd. Er mag nu niks meer veranderd worden en het
moet worden ingepakt.
3. De computer print een sticker uit die op de buitenste verpakking komt.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GZW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.