De organisatiestructuur van de stichting is te vinden in boek 2 van het BW. Van artikel 2:285
BW tot artikel 2:305 BW wordt in 20 artikelen de basisstructuur van de stichting vorm
gegeven. Als je dat leest kom je tot de ontdekking dat er drie blokjes van bepalingen staan
over de stichting.
Blok 1: wat de stichting is en wat de statuten moeten inhouden.
Blok 2: het externe toezicht op stichtingen.
Blok 3: bepalingen over de statutenwijzigingen.
De stichting
De stichting wordt geacht 1) een doelvermogen te hebben, 2) een verplicht statutair doel en
vervolgens dat een stichting 3) idealiter maar één orgaan heeft namelijk het bestuur. Andere
organen, althans volgens de wet kent de stichting niet. Het gebrek aan verdere sturing vanuit
boek 2 BW betekent ook dat de praktijk vrij is om de stichting zo in te richten zoals ze dat
zelf willen binnen de kaders. Men zegt ook wel dat de stichting een hele flexibele rechtsvorm
is want je kunt deze dus zelf vormgeven.
Naast artikel 2:285 tot en met 2:305 BW moet je ook even goed kijken dat het een
rechtspersoon is en dat daar de algemene titel op van toepassing is (heeft doorgaans
betrekking op de organen zoals die in de wet staan of in de statuten). Wat ontbreekt bij een
stichting is een duale structuur. De wetgever gaat er niet vanuit dat de stichting een duale
structuur heeft waarbij het bestuur rekening en verantwoording moet afleggen aan een ander
vertegenwoordigend orgaan. Dat noemen we een duale structuur. De structuur van de
stichting vanuit het standpunt van de wetgever is een monistische structuur. Als je dat anders
wil dan mag dat, maar dan moet je dat wel zelf uitzoeken bij de notaris hoe je dat gaat doen.
Als je dus een soort verantwoordingsorgaan wil of een toezichthoudendorgaan dan begint de
meter van de notaris te lopen want dat is niet een standaard contract voor de stichting, daar
moet over nagedacht worden volgens VDS.
Dan gaan we een stapje verder: we hebben de gewone stichting die opgericht wordt bij
notariële akte (artikel 2:286 BW). Een stichting moet altijd opgericht worden op deze manier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marcovdh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.75. You're not tied to anything after your purchase.