Overzichtelijke samenvatting Psychometrie en Constructie van Psychodiagnostische Instrumenten. Deel 1 en Deel 2. Deze bevat de notities, powerpoints en extra teksten die gekend moesten zijn.
Psychometrie en constructie van psychodiagnostische testen
DEEL 1
Les 1: Inleiding deel 1 & Itemconstructie
Tekst: HF4 -> zie *
- Psychometrie: theorie en techniek van pedagogische en psychologische meting, met name het meten van kennis,
vaardigheden, houdingen en persoonlijkheidskenmerken
▪ Eig gwn de methodologie van de psychodiagnostiek
- GPS definitie: G = f (P,S)
▪ Gedrag = functie van Psychologische eigenschappen in een Situatie
▪ G = observeerbaar gedrag – antwoorden
▪ P = niet-observeerbare psychologische eigenschappen
▪ S = situaties – items
▪ Niet observeerbare psychologische eigenschap
. Prestatieniveau
P = Intelligentie
S = Rekenvraagstukken
G = Accuraatheid, snelheid
. Gedragswijze
P = Introversie
S = Uitspraken (stellingen)
G = Zelfrapportage, voorkeur
- 1. Gevraagde activiteit = S
- 2. Vorm van het antwoord = G
- 3. Kwantificering van het antwoord
Van de respondent gevraagde activiteit
Theoretische opdrachten Stellingen Vragen Praktijkproeven
Voorbeeld . Doolhof . Uitspraak en gradaties . Op welke partij . Praktijkexamen auto
. Rekenvraagstuk van instemming zou je stemmen? . Vliegsimulator
. Theoretisch ➢ Eens/oneens . Hoe pakt u het . Rollenspel
verkeersprobleem ➢ Mate van probleem aan? . Spelsituatie
. Lijkt op de IQ test * akkoordheid
Meten van . Cognitieve capaciteiten . Persoonlijkheidstrekken . Opinies . Capaciteiten
(aangeboren, stabiel) . Attitudes . Houdingen . Vaardigheden
➢ Intelligentie . Voorkeuren . Voorkeuren . PH eigenschappen
➢ Geheugenspan
➢ Ruimtelijk inzicht Meten van capaciteiten
. Cognitieve vaardigheden en vaardigheden door
(aangeleerd) arbeidsproef ->
➢ Rekenvaardigheid typevaardigheden *
➢ Theorie rijbewijs
Scoring . Juistheid . Positie op . Bepaald standpunt . Juistheid
antwoordschaal (geen (geen juist of fout) . Adequaatheid
juist of fout) . Interpretatie
reactiewijze
Wat Prestatieniveau Gedragswijze Gedragswijze Prestatie & gedrag
- Andere -> bv: interpretatie inktvlekkentest
Vorm van het antwoord
- Denk bij prestatieniveau aan een examen
- Denk bij gedragswijze aan het meten van introversie
Open vragen
- Goede open vraag is kort en helder (max 20 woorden)*
- Algemeen 3 grote nadelen (samenvatting hier onder) *
▪ 1. Tijdrovend (correctiesleutel en antwoorden)
▪ 2. Begrijpen van de vraag/relevantie
. Ook subjectiviteit van onderzoeker speelt een rol
▪ 3. Reproductieve capaciteit
Prestatieniveau
- Nadeel: formuleren van vragen en ontwerpen scoringswijzer
▪ Moet duidelijk zijn, vaak fout begrepen
▪ Objectieve scoring is moeilijk
▪ Kost veel tijd *
. Voor te verbeteren en voor te beantwoorden
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (IBB) niet altijd hoog
- Hogere cognitieve vaardigheden
▪ Toont meer begrip, inzicht, evaluatie, creativiteit van de pp die het invult
▪ Face validity of ook empirisch onderbouwd?
Gedragswijze
- Bv: hoe gedraagt u zich in gezelschappen?
- Respondent
▪ Interpretatie van de vraag
. Kan bv denken dat het alleen over het werk gaat ipv in het algemeen
. Bv: ik ga ervan uit dat,…
▪ Relevantie van het antwoord
. Hoe het zou moeten ipv hoe het echt is
. Sociale wenselijkheid
▪ Productieve (taal)vaardigheid
. Moet zich kunnen verwoorden
▪ Beperkter aantal vragen
- Onderzoeker
▪ Categorisatie antwoorden
. Categorisatiesysteem
. IBB
▪ Duidelijkheid van de vragen
. Begrijpen vraag (interpretatie)
. Relevantie antwoord (moet beslissen of antwoord relevant was of niet)
Moeilijk om te weten of pp de vraag juist had geïnterpreteerd*
Gesloten vragen
- Pp kiest uit beperkt aantal door testconstructeur geformuleerde reacties
- Voorbeelden
▪ Prestatieniveautest: meerkeuzevraag
▪ Test voor gedragswijze: antwoordschaal
- Algemene voordelen (samenvatting hieronder*)
▪ 1. Heel snel -> meer vragen -> meer betrouwbaarheid -> meer validiteit (meer dekking vd eigenschap)
▪ 2. Kan niet ingaan op irrelevante dingen -> kans op fout begrijpen is klein
. Wel nog steeds probleem van hoe specifiek/algemeen het antwoord moet zijn
▪ 3. Interpretatie van de onderzoeker van het antwoord speelt geen rol
- Algemene nadelen (samenvatting hieronder) *
▪ 1. Bedenken van afleiders is moeilijk + inschatten moeilijkheidsgraad van de items is moeilijk
▪ 2. Hoge score door raden kan
▪ 3. Alleen eenvoudige cognitieve kennis (herkenning)
2
, . Niet helemaal waar
Prestatieniveau
- Uitvoering vooronderzoek
▪ Bedenken van afleiders
▪ Inschatten van moeilijkheidsgraad
- Raden
▪ Meer afleiders?
. Hoe meer afleiders -> hoe minder gokken
. Maar moeilijk om goede afleiders te maken
▪ Andere instructies
. Bv: duid alle juiste antwoorden aan of foute antwoorden elimineren
▪ Correctie voor raden
- Voordeel = objectieve scoring
▪ Open vragen kun je minder goed scoren, moeilijker te evalueren
▪ Validiteit is niet perse slechter/anders dan bij open vragen
- Eenvoudige cognitieve vaardigheden
▪ Eerder kennis of herkenning ipv echt inzicht? (NEE)
▪ Empirisch onderzoek wijst tegendeel, mits goede itemconstructie
▪ MKV vaak betere predictoren dan open vragen
Gedragswijze
- Bv: ik ben in gezelschappen maar weinig aan het woord -> hoe hard van toepassing
- Respondent
▪ Vraag in principe duidelijk
. Algemene of specifieke situaties?
▪ Relevantie antwoord
▪ Meer vragen mogelijk
. Zorgt voor hogere betrouwbaarheid en inhoudsvaliditeit
- Onderzoeker
▪ Snelle en objectieve verwerking
▪ Duidelijke vragen
. Specifieke of algemene omschrijvingen?
Zie hieronder
Algemeen: mogelijk onduidelijk
Specifiek: score mogelijk afhankelijk concrete items
Omschrijvingen
- Algemeen
▪ Bv: in gezelschappen ben ik maar weinig aan het woord
▪ Voordeel: brede waaier van gedragingen en situaties -> hogere veralgemeenbaarheid
▪ Nadeel: antwoorden obv specifieke informatie (geheugen) + inferentie -> daling response consistentie
. Als je de vraag opnieuw gaat stellen gaat de persoon niet altijd hetzelfde antwoorden omdat
het zo een algemene vraag is
- Specifiek
▪ Bv: In een sportwedstrijd discuteer ik nooit met de scheidsrechter
▪ Nadeel: specifieke set van gedragingen of situatie
. Toevalsfout op specifiek gedrag
Bv: toevallig introvert maar ook kapitein
Verschillend gemiddelde naar gelang de steekproef
Hoe groter de steekproef, hoe kleiner de variantie
Steekproefgemiddelde is vaak niet gelijk aan populatiegemiddelde
Specifieke bevragingen -> verkleinen steekproef -> vergroten toevalsfout
. Veralgemeenbaarheid beperkt
▪ Voordeel: hogere betrouwbaarheid
. Specifieke informatie over geheugen
3
, Uiterlijke verschijningsvorm van item
- Geprecodeerde items: speciaal geval van itemvormen (eig gwn de multiple choice items)
- 2 alternatieven: juist – fout
- Keuzevraag met incorrecte antwoordvorm: Welke visie sluit niet aan bij de individualistische visie?
- Keuzevraag met minst juiste antwoordvorm: Wat is het minst belangrijkste kenmerk?
- Keuzevraag met verschillende antwoordvorm: Duid alle empiristen aan?
- Keuzevraag met gecombineerde antwoordvorm: Welk van de 3 stukken van de zin is waar
Rangschikken
- Bv: orden de volgende auteurs in chronologische volgorde: Wundt, Bacon, Hume, Berkeley
- Rangschikken van keuzemogelijkheid naar
▪ Juistheid, toepasbaarheid -> prestatieniveau
▪ Voorkeur -> tests voor gedragswijze die peilen naar interesses en motieven
- Voordeel: veel informatie
Toeschrijven
- Bv: maak de 5 juiste combinaties
- = matching
- Voordeel: veel informatie
- Nadeel: keuzes zijn niet onafhankelijk
▪ Hoe meer zekere combinaties, hoe groter de kans op correct antwoord bij raden van resterende
mogelijkheden
▪ Interne feedback -> stel laats overblijvende koppel kan niet
. Eventueel een kolom langer dan de andere kolom
Rating scale voor meting gedragswijzen
- Bv: In gezelschap neem ik het woord -> volledig mee oneens, enig mee oneens, ….
- Let op voor formulering item
▪ Niet te specifiek, niet te algemeen
. Te specifiek: Ik houd van chatten met een vriend op café
▪ Voldoende realistisch
▪ Geen middenpositie van de trek beschrijven
. Bv: ik ben even georganiseerd als de meeste mensen
. Niet mee eens -> ben je meer of minder georganiseerd?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychologieStudent1303. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.