100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting verpleegkundig redeneren en handelen verdiepend 6 - respiratoire problemen deel 1 $4.29   Add to cart

Summary

Samenvatting verpleegkundig redeneren en handelen verdiepend 6 - respiratoire problemen deel 1

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samengevat door de cursus en de powerpoint

Preview 3 out of 18  pages

  • July 30, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Leerpad A en B – respiratoire problemen
⟹ onze cellen hebben energie nodig voor groei, afweer,… en krijgen dit via een
aeroob proces waarbij zuurstof nodig is en CO2 wordt gevormd
- Oxygenatie: zuurstofvoorziening
- Ventilatie: transport van een gasmengsel naar en van de alveolen
- Diffusie: doorgankelijkheid van de gassen (O2 en CO2) doorheen de
alveolocapillaire membraan
- Perfusie: de beweging van het bloed van en naar de alveolen
- Ventilatie-perfusieverhouding: de mate waarin de perfusie en de alveolen
op elkaar afgestemd zijn

1. de luchtverplaatsing
1.1 oxygenatie
⟹ de persoon gaat bij 1 ademhaling een
gasmengsel inademen. T.h.v het alveolocapillaire
membraan zal zuurstof van de alveolen naar de
bloedbaan gaan en zal koolstofdioxide (CO2) de
omgekeerde beweging maken → is een passief
proces, door drukgradiënt (PEEP) en een
concentratiegradiënt (FiO2)
- Zuurstof lost slecht op in bloedplasma en lost
meer op in de erythrocyt van de
hemoglobine, op hetzelfde moment komt er
CO2 vrij van het hemoglobine en dit gaat via
bloedplasma naar de longlucht en verdwijnt
tijdens de ventilatie van de longen
- Opname hoeveelheid zuurstof hangt af van
bloeddebiet dat wordt aangeboden aan de longen (perfusie) en dit is weer
onderhevig aan de zwaartekracht (perfusie onderste longgebied zal beter zijn
bij rechtstaan) maar dit heeft ook zijn voordelen want wanneer er links een
pneumonie is ligt de pt beter op de rechterzijde omdat deze dan beter
bevloeid is

1.2 ventilatie
⟹ is het transport van een volume gasmengsel naar en van de alveolen, CO2 zal
gaan van het bloed naar de alveolen en verlaat het lichaam in de uitgeademde lucht,
CO2 diffundeert veel gemakkelijker
- Regulatie ventilatie: is in de pons en de medulla oblongata van de
hersenstam, de hersenschors zal de rol opnemen wanneer we een
willekeurige ademhaling willen doen. het limbisch systeem neemt over bij
angst en woede
- 2 receptoren prikkelen het ademhalingscentra: baroreceptoren en de
chemoreceptoren (centrale en perifere)
o Baroreceptoren: in de sinus carotis, aortaboog en de long (geven info
rond de druk t.h.v de receptoren aan AH-centrum en beïnvloeden onze
ademhaling
o Chemoreceptoren: registreren de pH en de concentratie O2 en CO2 in
het arteriële bloed


1

,  Afwijkende waarden: prikkeling van de 10de hersenzenuw (N.
vagus) die diafragma innerveert
- Dode ruimte: bij inademing vindt er per ademteug ventilatie plaats, dit in de
gaswisselende zones (alveolen) en de dode ruimtes. Ventilatie is niet persé
gasuitwisseling, in de dode ruimtes is er ventilatie maar geen
gasuitwisseling
o Wordt gevormd door de geleidende luchtwegen (+- 150ml)
- Pathologische dode ruimte: of de alveolaire dode ruimte ontstaat wanneer
een gedeelte van het ingeademde gasmengsel (TV = tidal volume) terecht
komt in niet geperfundeerde alveolen (geen
gasuitwisseling)
o Door longembolie
o Lage a. pulmonalisdruk door systemische
hypotensie en hoge beademingsdrukken,
waardoor de longcapillairen platgedrukt
worden
o Inschatten grootte: gradiënt nemen tussen end tidal CO2 (etCO2) en
de pCO2 (verschil mag maar 5mmHg zijn om goed geperfundeerde
alveolaire bloedvaten te hebben
- Fysiologische dode ruimte: alveolaire en anatomische dode ruimte
- Perfusieverhouding (V/Q): is wanneer een goed geventileerde alveole ook
goed geperfundeerd wordt (goede verhouding = 1) (tekening 1)
o Chronisch verminderde ventilatie waarbij de perfusie na tijd zich
aanpast: tekening 3 met de verhouding V/Q >1
o Slecht geventileerde alveole met goede perfusie: tekening 2 met de
verhouding V/Q<1

2. verschijnselen van respiratoire insufficiëntie
- Hypercapnie – hypoventilatie: als de Pa c o2 hoger is dan 45mmHg is er
hypercapnie → als er te weinig alveolaire ventilatie (hypoventilatie) is zal er
ook minderc o2 kunnen worden uitgeblazen en zal de c o2 stijgen
o Depressie van centraal zenuwstelsel (CZS): concentratiestoornissen,
hoofdpijn, duizeligheid, verminderd bewustzijn
 Cave: voorzichtig zijn bij sedativa (gaan AH nog meer
onderdrukken) met een nog hoger gehalte aan Pa c o2 → coma!
 COPD: hebben minder last van een hoger Pa c o2aangezien zijn
lichaam het gewoon is, maar toch opletten bij hoge dosis O2
omdat je zo de prikkel tot ademen weghaalt
o Er is sprake van hypoventilatie en de alveolaire ventilatie moet
verbeterd worden → ademminuutvolume (ADEMDIEPTE EN
FREQUENTIE) VERHOGEN
- Hypocapnie – hyperventilatie: als de Pa c o2lager is dan 35mmHg is er
hypocapnie, als te veel alveolaire ventilatie is, wordt er te veel CO2
uitgeblazen en zal het dalen in het bloed
o Wanneer? wanneer de persoon een te laag Pa o2 gehalte heeft, het
lichaam probeert dit zuurstoftekort te compenseren door grote
ademteugen te maken. Hierdoor is er vasodilatatie in het splanchnisch
waardoor er hypotensie en een zwakke pols ontstaat. T.h.v de huid en


2

, de bloedvaten is er vasoconstrictie, alsook tintelingen t.h.v vingers en
lippen → ZUURSTOF!
o Bij hyperventilatie door emoties: blazen in zakje voor Pa c o2 te
herstellen (je ademt de CO2 terug in)
- Hypoxemie en hypoxie: een normale pO2 ligt tussen de 70-100mmHg en is
afh. van de situatie, alsook van de leeftijd, vanaf het 60 ste levensjaar daalt dit
o Hypoxemie: acute verlaging van de Pa o2 en komt door:
 Zuurstof kan niet binden aan Hgb, dit is zo bij
koolstofmonoxideintoxicatie (CO-intoxicatie) waarbij CO bindt op
Hgb i.p.v. zuurstof
 Anemie
 Probleem t.h.v diffusieoppervlak: is geen primaire
diffusiestoornis maar secundair aan verminderde CO, slechte
ventilatie/perfusie verhouding (bv. longembolie), afname
bloedvolume in de long en te lage diffusietijd bv. te hoge AH-
frequentie waardoor ook de pO2 kan dalen door lage diffusietijd
 Opname O2: afh. van bloeddebiet dat in de longen komt, er
moet voldoende CO naar de longbloedvaten gaan (wat niet zo is
bij re hartfalen)
Benaming Afkorting Normaalwaarde
Partiële zuurstofdruk in arterieel bloed P a o2 70-100mmHg
Partiële koolstofdioxidedruk in arterieel bloed P a c o2 35-45mmHg

- Shunting: wanneer er een gedeelte van de CO niet deelneemt aan de
pulmonale gasuitwisselingen en er ongeoxygeneerd bloed terugkeert naar li
hart. Het bloed komt terug in arterieel vaatstelsel zonder geventileerde
longgebieden te passeren (bv. bij atelectase) → er mag geen 100% O2
worden gegeven
- De alveolaire dode ruimte, ookwel de pathologische dode ruimte ontstaat
wanneer er een gedeelte van het ingeademde gasmengsel (tidal volume)
terecht komt in niet geperfundeerde alveolen (=geen gaswisseling mogelijk)
o Dit kan door:
 Longembolie
 lage a. pulmonalisdruk door systemische hypotensie en hoge
beademingsdrukken → longcapillairen worden dichtgedrukt
o berekening grootte dode ruimte:
 gradiënt tussen end tidal CO2 (etCO2) en de pCO2
 verschil mag max. 5mmHg zijn om te kunnen spreken van
goed geperfundeerde alveolaire bloedvaten

3. airway
3.1 houding
⟹ mooi rechtop, armen ondersteund door kussens. Bij mensen met rugchirurgie
plat leggen alsook bewusteloze mensen met hyperstrekking van hoofd en chinlift

3.2 luchtwegaspiratie
⟹ wanneer sputa onvoldoende of niet zelfstandig kan worden opgehoest,
onvoldoende spierkracht of verminderd bewustzijn is. Kan ook gedaan worden om
bloed, braaksel of andere secreten weg te zuigen

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linskevdb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.29
  • (0)
  Add to cart