uitgebreide samenvattingen inleiding planologie van de studie sociale geografie en planologie. met deze samenvattingen hoef je het boek niet meer te lezen!
Kreukels (1985) ziet de ruimtelijke ordening als een spiegel van de ontwikkelingen in de
samenleving. In feite doen alle beleidsvelden dat in meer of mindere mate. Dat reageren zien
we terug in het handelen van overheden, instellingen en bedrijven.
De definitie van ruimtelijke ordening is:
Ruimtelijke ordening omvat het zoekproces voor de ruimtelijke inrichting van een
veranderende samenleving en het maken van keuzes hoe en waar functies tot hun recht
komen, vooral met het oog op lange(re) termijn ontwikkeling, inclusief de reflectie daarop.
Aan de hand van de definities van ruimtelijke ordening (en planologie) zijn twee belangrijke
beperkingen af te leiden:
1. De ruimtelijke ordening houdt zich bezig met de ruimtelijke consequenties van
planmatig handelen van partijen (extern wel, intern niet).
2. Ruimtelijke ordening te definiëren als een overheidsactiviteit.
De definitie van ruimtelijke planning:
De systematische voorbereiding van beleidsvormende en uitvoerende handelingen, die
gericht zijn op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde en op het organiseren van deze
interventies.
Er kunnen drie componenten worden onderscheiden die tezamen het werkterrein van de
planoloog structuren. Dit zijn achtereenvolgens:
- Object: vertegenwoordigt de inhoud van het vraagstuk waar de planoloog zich mee
bezig houdt (bedrijventerrein, verplaatsing buurthuis, mobiliteitsprobleem).
- Proces: selecteert actoren en middelen en biedt zicht op termijnen en organisatie.
- Context: randvoorwaarden worden meegegeven waarmee de inhoudelijke (object) en
procedurele (proces) doelstellingen kunnen worden gerealiseerd (institutionele
setting, culturele en sociale trends, economische ontwikkelingen).
Deze drie worden ook wel eens aangeduid als de planningsdriehoek.
Ruimtelijke ordening heeft per definitie te malen met de toekomst. Er zijn drie elementen
waaruit de toekomst bestaat:
1. ‘The past component of the future’.
2. ‘The present component of the future’.
3. ‘The future component of the future’.
Projectieve benadering op basis van analyses van ontwikkelingen en door
vooruitberekeningen wordt zo een toekomstbeeld geschetst voor een moment in de
toekomst.
Prospectieve benadering hier gaat het om normatieve beelden, waarbij met verschillende
scenario’s wordt gewerkt.
De toekomst is dus niet of slecht deels voorspelbaar, maar wel denkbaar.
‘Het huidig handelen in toekomstperspectief’
(manier: opstellen van een ruimtelijk plan)
, Sectorplanning omhelst de concrete programmering van een tak van overheidsdiensten
gericht op een zo effectief en efficiënt mogelijk verloop van die diensten. Meestal vallen die
diensten op rijksniveau samen met een departement of een onderdeel daarvan.
Facetplanning probeert tot een integratie te komen van alle overheidsactiviteiten vanuit
één gezichtspunt (economisch en ruimtelijk beleid).
De ruimtelijke planning heeft geen machtspositie (geen geld).
Het planningsproces is vaak iteratief oftewel herhalend. Zo kan tijden de planvorming de
behoefte ontstaan aan meer onderzoek of wordt in die fase besloten om het ruimtelijk
concept dat aan de basis lag aan te passen.
Om planologische doelen te bereiken worden instrumenten ingezet:
- Zwaard/Zweep: klassiek beleidsinstrumentarium, wet- en regelgeving.
- Peen: modern, economisch vlak, financiële prikkels.
- Preek: postmodern, het contract, immateriële prikkels, en sturing via leren, de
(inspirerende) informatieoverdracht staat centraal.
Een ruimtelijk planconcept is visionair en tegelijkertijd pragmatisch.
Er zijn verschillende schaalniveaus waarop planning bedreven wordt. Dat zijn de volgende:
1. Op nationaal niveau worden door de rijksoverheid rijksnota’s gemaakt die deels op
het niveau van een regio nader zijn uitgewerkt en sommige zelfs op lokaal
projectniveau (Nota Ruimte, structuurschetsen aparte procedure: planologische
kernbeslissing, vooral op provincie gericht, zowel raamwerk als toetsingskader).
2. Op provinciaal niveau wordt eveneens een strategisch kaderplan (streekplan)
opgesteld.
3. Op regionaal niveau kan een gemeente op vrijwillige basis samen met
buurtgemeenten een intergemeentelijke ‘regiovisie’ samenstellen (strategisch
kaderplan).
4. Op gemeentelijk niveau kan een gemeente een structuurvisie opstellen
structuurplan. Ook maakt de gemeente bestemmingsplannen voor in ieder geval het
buitengebied, het is het enige plan dat bindend is voor de burger. Ook kan een
gemeente postzegelplannen maken (voor enkele woningen of een kavel).
Het Nederlandse planningsysteem heeft zich de afgelopen decennia steeds meer ontwikkeld
tot een open planningsysteem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chrisbosuil. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.