Recht
Week 1
Recht: belangrijk onderdeel van het dagelijks leven
Vaak pas duidelijk als er problemen zijn
Facilitair professional moet voldoende kennis van het recht hebben
‘recht hebben’ is niet altijd ‘recht krijgen’
Waarom recht?
De vier functies van recht:
Normatieve functie
o Gedragsregels waarvan iedereen in de samenleving vindt, dat zij moeten
worden nageleefd en opgevolgd
o Rechtsnormen
Moord diefstal, verkrachting, terroristische aanvallen en discriminatie
Geschil oplossende functie
o Een rechterlijke organisatie die bij uitsluiting oordeelt of iemand moet
worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van welke procedure
Additionele functie
o Rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te
maken.
Je koopt een dure stoel en spreekt af dat je hem een week later
betaalt, 2 dagen later wordt de stoel gestolen. Moet je deze dan nog
betalen?
Instrumentele functie (tentamenvraag)
o De wetgever hakt zelf bepaalde knopen door, het is niet toereikend dat
mensen hier zelf afspraken over maken. De gevolgen zijn niet te overzien als
tegenovergestelde afspraken tot stand komen
Verkeersrecht; iedereen rijdt rechts
Recht: onderverdeling in:
- Nationaal
- Internationaal en Europees recht
Waar vinden we recht?
Vier verschillende rechtsbronnen:
1. De wet (= geschreven rechtsregel)
Wetten met betrekking tot het privaatrecht (= recht dat geldt tussen burgers
onderling)
o Personen- en familierecht
Huwelijk, geboorte, geregistreerd partnerschap, echtscheiding,
adoptie
Boek 1 van Burgerlijk Wetboek
o Vermogensrecht
Alle geld waarnemende handelingen tussen burgers onderling
waaraan juridische gevolgen verbonden zijn
Kostbare designstoel voorbeeld
BW, boek 3, 5 en 6
, o Ondernemingsrecht
Regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft. (BV, NV etc.)
BW, boek 2
Handelsnaamwet, handelsregisterwet en de faillisementswet behoren
ook tot dit rechtsgebied
o Burgerlijk procesrecht
Regels die op het voeren van juridische procedures op het terrein van
privaatrecht van toepassing zijn
Procederen: naar de rechter gaan om een geschil te laten
beslechten
Wetten met betrekking tot het publiekrecht (=recht dat geldt tussen overheid en
burger)
o Strafrecht
De staat treedt door middel van het Openbaar Ministerie actief op om
sancties te eisen bij overtreding van de normen
De staat bezit een monopoliepositie, zij zijn de enige die tot vervolging
van strafbare feiten kunnen overgaan
Privaatrecht> wanneer een burger geen actie onderneemt om
schadevergoeding te krijgen, zal de staat hier zich ook niet mee
bemoeien
Wetboek van strafrecht, wetboek van strafvordering
Losse wetten als: Opiumwet, de wet op economische delicten en de
wet wapens en munitie
Verbondenheid strafrecht en privaatrecht: wanneer iemand
geen voorrang verleent in het verkeer en een ongeluk
veroorzaak, zal diegene de schade van de andere auto moeten
betalen (vermogensrecht, privaatrecht) en er zal een sanctie
volgen op het niet-verlenen van voorrang omdat dit een
strafrechtelijk delict is.
o Staatsrecht
Regelt waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en
de invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen
De Eerste en Tweede kamer, de regering, verkiezingen en de
totstandkoming van wetten komen aan de orde
In de grondwet staan de basisregels van ons staatsbestel (een
democratische rechtsstaat) opgesomd
Organieke wetten > wetten die op grond van een dergelijke opdracht
tot stand komen
o Bestuursrecht
Algemene wet bestuursrecht (Awb), ‘aanbouwwetgeving’ de wet
wordt in delen ingevoerd en uitgewerkt
Het bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die de
overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de
maatschappij.
Toenemende staatsinterventie > ontwikkeling van nachtwakerstaat
naar socialeverzorgingsstaat
Privatisering en deregulering > de overheid trekt zich meer terug
, Voorbeelden van wetten: de Onteigeningswet, de Wet ruimtelijke
ordening, de Drank- en Horecawet en de Wet milieubeheer
Wie zijn wetgever?
Wetgevers op centraal niveau
o Nationale wetgever (Den Haag)
Samengesteld uit de regering en de Staten-Generaal (eerste en
tweede kamer)
Weten in formele zin
Wetgevers op decentraal niveau
o Provinciaal geen wetten maar verordeningen
o Gemeenten geen wetten maar regels
o Nationale wetgever geeft regels voor het hele land
o Wetten in materiele zin = algemeen geldend maar anders tot stand gekomen
Andere instanties
o Sociaal-Economische Raad (de SER)
Kan op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie verordeningen tot
stand brengen
Deze regels dragen de naam ‘Keuren’
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hogere regels gaan boven lagere regels
a. Vb. verordeningen gaan boven regels
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
Wat is formele en materiele zin?
Een wet in ‘formele’ zin is een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-
Generaal gezamenlijk, de nationale wetgever dus. Ieder product van deze wetgever
wordt met uitsluiting van alle andere daden van wetgeving, een wet in formele zin
genoemd.
o Formeel recht = (Procesrecht) de manier waarop die regels gehandhaafd
worden
o Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
Een wet in ‘materiele’ zin is iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor
een onbepaald aantal mensen en dus niet bij name genoemde personen te gelden
o Materieel recht = De regels zelf, de materie, de inhoud
o BW dat uit verschillende
onderdelen bestaat
(‘boeken’ met nummers)
2. Het verdrag (=overeenkomst tussen
twee of meer staten)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EllisvanKester. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.