COLLEGE 1: DE GROTE LIJNEN
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1. Doel van de colleges
Perspectief bieden
Context scheppen
Bewustwording creëren (kennis = macht)
2. Economie als sociale wetenschap
ECONOMIE = SOCIALE WETENSCHAP
(dus geen exacte, pseudo of kunst wetenschap)
Waarom:
- Economische inzichten = politiek-maatschappelijke visies (geen persoon past perfect in de
theorie)
- Gebaseerd op rivaliserende en veranderende denkkaders (socio-economische context is
variabel)
- Mens als fundament van theorieën (mensen zijn niet rationeel)
- Resultante v/e dynamisch samenspel binnen een institutioneel kader (mens is niet
voorspelbaar)
“Economie is zoals de mens: rationeel en emotioneel tegelijk”
3. Definitie economie
De wetenschap die menselijk gedrag bestudeert als een relatie tussen doelen en schaarse middelen die
alternatieve toepassingen hebben.
Het economisch probleem => Schaarste en keuzeproblemen
Micro-economie = economisch probleem analyseren op kleine schaal.
Macro-economie = economisch probleem analyseren op grote schaal.
4. Kernbegrippen
1) Behoeften
Verlangens mens vervullen door schaarse middelen en substituten.
Welvaart = de mate waarin de behoeften worden vervuld met schaarse middelen.
Welzijn = is de combinatie van welvaart met vervulling van niet meetbare behoeften.
2) Productiefactoren
Arbeid + natuur = kaptiaal
3) Goederen
Gericht op behoefte vervulling:
- Duurzaam of niet-duurzaam
- Finale goederen of intermediaire
5. Economische spelers
Economie is een samenspel tussen: gezinnen, bedrijven en overheid
,HOOFDSTUK 2: THEORIEËN
1. Economische stromingen
Mercantilisme
Fysiocratie
Klassieke school
Neoklassieke school
Keynesiaanse school
Marxistische school
Druk op neoklassieke school
2. De economische orde
Economische orde = centrale mechanisme van een samenleving om het economisch probleem op te
lossen.
3 aspecten:
1) Allocatiemechanisme
Markt economie
Gemengde economie
Centraal geleide economie
2) Eigendomsrechten
Kapitalisme: privaat eigendomsrecht = fundamenteel ingrediënt v/e vrije democratie.
Communisme: alles in bezit van de staat
3) Centrale drijfveer
Liberalisme: individuele ontwikkeling
Collectivisme: vooruitgang v/d staat
Waarom storten communistische staten/economieën in?
1) Economie bleek fundamenteel inefficiënt te zijn.
2) Waren gestoeld op onvoorzienbare menselijke tragedies.
3) Waren politiek instabiel.
Waarom wereldwijde dominantie van de democratische vrije markt?
1) Is een combinatie v/d efficiëntie v/e vrije markt met overheidsingrijpen waar ze faalt.
2) Draagt fundamenteel bij tot de welvaart en het welzijn v/d mens.
3) Relatief politiek stabiel.
Uitdagingen voor de vrije markt
Ongelijkheid
Klimaatverandering
Artificiële intelligentie
,HOOFDSTUK 3: GRONDSLAGEN (basis terminologie)
1. De homo economicus
Homo economicus = de mens volgens de neoklasieken
3 belangrijke kenmerken:
Kan eigen preferenties bepalen
Rationeel
Eigenbelang
=> behavioral economics
2. Trade-offs en optimalisatieprincipe
1) Trade-offs
Kiezen = verliezen
Economische vraagstuk = schaarse middelen vs behoeftes
- Substitueerbaarheid van behoeften
- Opportuniteitskosten
Productiemogelijkhedencurve
Welvaartscurven (=indifferentiecurve)
- Continue zoektocht naar
optimalisatie
2) Optimalisatieprincipe
Productiemogelijkhedencurve Voortduren afwegen van
Indifferentiecurve ‘kosten en baten’
2 basisbeslissingen
Marginale beslissing Structurele beslissing
Marginale kost De mate waarin de
Marginale totale kost zich
baten verhoudt tot het totale
baten.
Optimalisatie: MK < MB en TK< TB
, 3. De markt als coördinatiemechanisme
The ‘invisible hand’:
Aanbodcurve = hoe hoger de prijs v/e product hoe meer mensen bereid zijn te verkopen.
Vraagcurve = hoe lager de prijs v/e product hoe meer mensen bereid zijn te kopen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentArch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.