Psychodiagnostiek In De Hulpverlening En Het Onderwijs Aan Kinderen En Jongeren (P0V80A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting van Psychodiagnostiek in de hulpverlening en het onderwijs aan kinderen en jongeren. De lessen en de verschillende gebruikte boeken worden ALLEMAAL verwerkt in deze samenvatting.
Psychodiagnostiek In De Hulpverlening En Het Onderwijs Aan Kinderen En Jongeren (P0V80A)
All documents for this subject (1)
2
reviews
By: patjes • 1 year ago
By: mittavancanegem • 1 year ago
Seller
Follow
linaverhulst
Reviews received
Content preview
PSYCHODIAGNOSTIEK
Deel 1: Introductie op diagnostiek in jeugdzorg en onderwijs
1) Handelingsgerichte diagnostiek (bijzondere) jeugdzorg
Diagnostiek = belangrijk!
- Een tandarts kijkt ook eerst waar het gaatje is vooraleer hij begint → idem in de psychologie!
- Een foute diagnose stellen kan ervoor zorgen dat iemand nog jarenlang worstelt, zonder
deze diagnose eigenlijk te hebben
Bijzondere jeugdzorg = kinderen in pleeggezinnen
- Het loopt vaak fout in pleeggezinnen
- Kinderen hebben door deze problemen soms een psychiatrische opname nodig
- Na 18 jaar stopt pleegzorg en moeten ze weer naar huis, waar ze eigenlijk amper
mogelijkheden hebben
DIT IS EEN GROOT PROBLEEM!!
→ Hoe komt dit? = door de diagnostiek: niemand weet wat er exact aan de hand is in
deze gezinnen, wrm het moeilijk loopt in de pleeggezinnen etc.
1.1. Geschiedenis
Afkeer tegen de geschiedenis van de diagnostiek:
→ Vroeger: medisch model en categoriale diagnostiek:
- Medisch model = de mens heeft een ziekte
• Maar: de psychologie van de mens gaat verder dan dit !
• De diagnostiek is hierdoor te vernauwend, de mens wordt te weinig gezien
- Categoriale diagnostiek = je hebt een diagnose wel of niet
• Maar: de diagnostiek is dimensionaal !
• Je hebt iets meer/minder
→ Hierdoor was het niet interventiegericht
de diagnostiek werkt zo het hebben van een interventie tegen
- Diagnostiek en interventie lopen door elkaar en niet apart
- Tijdens diagnostiek kan je veel interventie doen
- Tijdens interventie kan je veel diagnostiek doen
Sinds de jaren ’90: begin van onderzoek naar oordeelsvermogen van de psycholoog
- Bewustwording van oordeelsfouten: we denken confirmatorisch
- Je eerste oordeel verandert meestal niet, we zoeken naar ‘confirmation’
(bv. na 5 minuten denk je aan ASS waardoor je dit meestal blijft vasthouden, ondanks tegenbewijs)
Er kwam een pleidooi voor de empirische cyclus waarbij de hulpverlener zich bij elke cliënt als een
onderzoeker moet opstellen
Ook het opstellen van testbatterijen werd belangrijker!
- Idee: alles wat met een construct samenhangt gaan we proberen te meten
- Resultaat: tests die alles meten
→ Gevolg: een diagnostiek die erg lang duurt en het hulpverleningsproces verlamt
1
,Toekomst: handelingsgerichte diagnostiek (HGD) en de klinische cyclus
Je kiest de diagnostiek die het beste aansluit bij je casus
Bv. geen intelligentieonderzoek doen als dit niet nodig is
1.2. Bijzondere jeugdzorg
Rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp kan via de intersectorale toegangspoort naar de niet
rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp
Intersectorale toegangspoort:
- Vraagt zich af: Wat heeft kind nodig?
- Deze toegangspoort wordt gebruikt door:
• De rechtstreekse toegankelijke jeugdhulp
• De gemandateerde voorzieningen
→ = een alarmsignaal
→ = men maakt zich zorgen om de ontwikkeling en/of veiligheid van het kind
• De gerechtelijke jeugdhulp
→ = problematisch gedrag van jongeren
→ = beslissen waar jongeren naartoe moeten (bv. weg van ouders door
problemen thuis of nar instelling, …)
2) Handelingsgerichte diagnostiek in onderwijs en leerlingenbegeleiding / M-decreet
2.1. M-decreet: Begeleidingsdecreet
M-decreet: maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB)
- Zal volgend jaar wss ‘begeleidingsdecreet’ heten
- De achtergrond blijft hetzelfde !
→ Namelijk: er is een sterke stijging in de leerlingenaantallen in het buitengewoon
onderwijs
→ Namelijk: het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap (2009):
zij hebben recht op redelijke aanpassingen en inclusief onderwijs
Wat betekent dit?
• Vooraleer scholen een kind kunnen verwijzen naar het buitengewoon onderwijs moeten ze
kunnen aantonen dat ze alle fasen van het zorgcontinuüm doorlopen hebben + dat ze alle
mogelijke inspanningen hebben gedaan om het onderwijs aan te passen aan de noden van
het kind
• CLB speelt hier een belangrijke rol in! → CLB gaat na of alle mogelijke aanpassingen zijn
uitgevoerd en of men nog ergens iets kan verbeteren
2.2. Zorgcontinuüm
School moet zorgcontinuüm uitbouwen!
= een zorgbeleid waarin je als school 3 fasen doorloopt
2
,Fase 0: brede basiszorg
- Leerlingengroep: voor alle leerlingen
- De school biedt alle leerlingen:
• Een krachtige leeromgeving
• Het zorgt voor een stimulering en ondersteuning van de ontwikkeling
• De leerlingen worden opgevolgd
• Preventief beleid !!!: het werkt actief aan de vermindering van risicofactoren en de
versterking van beschermende factoren
Fase 1: verhoogde zorg
- Leerlingengroep: kinderen met extra noden
- De brede basiszorg is voor een aantal lln niet voldoende, dus is verhoogde zorg nodig
- De school neemt extra maatregelen met als doel het gemeenschappelijk curriculum te blijven
volgen
- De school (bv. leerkrachten) werkt samen met het zorgteam om de lln te ondersteunen
• Zoals: remediëren, differentiëren, compenseren, dispenseren
• Bv.: een leerling met een leerstoornis krijgt remediëring
Fase 2: uitbreiding van zorg
- Fase 1 is niet voldoende voor deze leerlingen
- Men kijkt naar de noden v/h kind in het onderwijs en hoe men hier tegenmoet kan komen
- CLB zet een handelingsgericht diagnostisch traject op en onderzoekt wat leerling, leraren en
ouders kunnen doen/nodig hebben
- Men kan via het onderzoek tot de conclusie komen dat er een ondersteuningsnetwerk nodig
is of dat buitengewoon onderwijs beter is
- Het CLB stelt een gemotiveerd verslag op → dit motiveert de nood aan uitbreiding van zorg
Fase 3: individueel aangepast curriculum (IAC)
- Soms zijn de aanpassingen die gemaakt moeten worden voor het kind zo groot dat het
moeilijk is om het gemeenschappelijk curriculum te blijven volgen
→ de aanpassingen zijn disproportioneel
- Hier schrijft men dan een verslag dat toegang geeft tot een Individueel Aangepast
Curriculum (IAC)
- Dit IAC kan zowel in het buitengewoon onderwijs als in het gewoon onderwijs toegepast worden
- Toegang tot IAC? = hiervoor is meestal categoriale diagnostiek nodig, al dan niet in een
multidisciplinair team
Terug naar fase 1
Na het uitvoeren v/e diagnostisch traject, kan de leerlingen naar een hogere fase, maar dit moet niet!
- Een onderzoek kan ook leiden tot het besluit dat het kind niet veel ondersteuning nodig
heeft, maar een aantal aanpassingen op de normale school al voldoende zijn
- Dus ook hier kan diagnostiek helpen! : de behoeften v/h kind worden in kaart gebracht,
waardoor de school zich hier beter kan op afstemmen
3
, Huidige typologie buitengewoon onderwijs
Verschillende types van buitengewoon onderwijs:
Type Aanbod
Basisaanbod van Onderwijsbehoeften van die aard dat aanpassingen onvoldoende of
buitengewoon disproportioneel zijn om gemeenschappelijk curriculum te volgen
onderwijs
Type 2 Verstandelijke beperking
Type 3 Emotionele of gedragsstoornis (zonder verstandelijke beperking)
Type 4 Motorische beperking
Type 5 Ziekenhuis, preventorium, residentiële setting
Type 6 Visuele beperking
Type 7 Auditieve beperking en taal- en spraakstoornis
Type 9 Autismespectrumstoornissen (zonder verstandelijke beperking)
- 2-7 bestaan al heel lang !
- Sinds 2015: type 9
- Type 1 en 8 ontbreken
• Waren vroeger gericht op licht verstandelijke beperkingen en leerstoornissen
• Deze zijn vervangen door het type ‘basisaanbod’
• Hiervoor is geen categoriale diagnostiek nodig
• Je moet wel als diagnosticus aantonen dat de onderwijsbehoefte v/h kind van die
aard zijn dat de aanpassingen v/e normale school onvoldoende zijn om de
leerdoelen te kunnen volgen
• Dus: dat er teveel aangepast moet worden en er een individueel aanbod nodig voor
deze kinderen
- Voor alle types (behalve type 5) is er een verslag (diagnostisch traject) van het CLB nodig!
Type 2: aangepast aan kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking
Kinderen met een verstandelijke beperking voldoen aan alle onderstaande criteria:
1) Een significante beperking in het intellectueel functioneren
(2SD onder het gemiddelde, IQ < 70)
2) Een significante beperking in adaptief gedrag
(2SD onder het gemiddelde)
3) De functioneringsproblemen zijn ontstaan voor de leeftijd van 18 jaar
4) Het besluit ‘verstandelijke beperking’ wordt genomen na een periode van procesdiagnostiek
= dit moet je aantonen via onderzoek en diagnostisering door een psycholoog!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linaverhulst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.32. You're not tied to anything after your purchase.