Bouwplannen & Diversiteit Van Planten En Schimmels
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
jolienvanaelst
Content preview
Bouwplannen en diversiteit planten en schimmels
Spermatophyta
Partim 1: Gymnospermae
Evolutie van de vasculaire planten ontwikkeling van het zaad selectief voordeel: beschermt het embryo en bevat
reservevoedsel
De evolutie van het zaad
Zaadplanten: HETEROSPOOR
Vorming macro- en microsporen, ontstaan van macro- en microgametofieten
Vorming ovule: extreme vorm van heterosporie; die uitgroeit tot het zaad
Macrosporangium omgeven door één of twee extra weefsellagen:
integumenten
1 enkele macrogametofiet gaat zich ontwikkelen en 1 eicel gaat
vorming BINNEN dit macrosporangium
Evolutie verliep volgens volgende stappen:
1. Megasporen blijven in megasporangium met vorming voedingsweefsel (=NUCELLUS°
2. Reductie megasporemoedercellen tot 1
3. Overleving 1 macrospore (van 4 gevormd door megasporemoedercel) (meiose; energie maar in 1 macrospore
steken)
4. Ontwikkeling vrouwelijke gametofiet binnen megaspore = endosporale ontwikkeling
5. Ontwikkeling embryo binne megasporangium
6. Vorming integument met micropyle (= opening voor microspore)
7. Aanpassing apicale deel megasporangium om miscrospren (=pollenkorrels) te ontvangen
Bewijs? Teloomtheorie? Bij Rhyniofyta: sporangia
eindstandig, heterosporie, megasporangium omgeven door
steriele telomen, fusioneren telomen: integument, verdere
telomen: vorming cupula
Fossiel bewijs: Archaeosperma arnoldii
Indeling van de zaadplanten
De progymnospermen
- Voorlopers (waarschijnlijk) van alle zaadplanten,
- Ontstaan in Midden-Devoon en met Vroeg-Carboon,
- Tussenvormen tussen Trimerophyta en zaadplanten,
- Vrije verspreding van sporen,
- Gedifferentieërde stengels en vasculaire systemen,
- Ontwikkeling twijzijdig vasculair cambium
Belangrijke vertegenwoordiger: Archaeopteris:
Laterale vertakkingen afgeplat in één vlak, droegen ‘bladeren’
Aanwezigheid eustele (want redelijk vertakt)
Callisylon: fossiele boom, samen gevonden met bladeren van Archaeopteris = eigenlijk stam Archaeopteris
Cordaïtales:
Carboon
Struiken tot bomen van 30 m hoog met spiraalsgewijs ingeplante bladeren
Bladeren: lang en smal met parallelle nerven: tot 1 m lang en 15 cm breed
Sterke ontwikkeling secundair xyleem
Wortels: actinostele (diarch of triarch)
Voltziales:
Voorlooper moderne coniferin
1
Levende Gymnospermen
Coniferophyta, Cycadophyta, Ginkgophyta, Gnetophyta
Gymnospermen = NAAKT-ZADIGEN : ovules en zaden gevormd op sporofyllen maar niet bedenkt, vrij liggend
Ontwikkeling van stuifmeel
Gemeenschappelijk kenmerk: ontwikkeling pollenkorrel (varens hadden nog water nodig voor verspreiding
zaadcellen)
Bestuiving brengt de pollenkorrel bij de macrosporofiet vorming pollenbuis uit endosporale macrosporofiet
Geen antheridia meer!
Bij Cycadophyta & Ginkgophyta: overgangssituatie
- Zaadcellen vrij zwemmend
- Vorming pollenbuis, dringt niet binnen maar maakt haustoria
- Pollenkorrel barst open
- Zaadcellen ZWEMMEN naar eicel
- latere evolutionaire aanpassing van een structuur die aanvankelijk
was ontwikkeld voor een ander doel
Bij Coniferophyta, Gnetophyta, Angiospermen
- Onbeweeglijke zaadcellen
- Pollenbuis tot bij de eicel
- Haustoria: voedende functie om microgametofiet te helpen
Phylum Coniferophyta (of Pinophyta)
Algemene kenmerken
- Grootste phylum van Gymnospermen
- Zeer belangrijk als bosgebied in noordelijke gebieden
- 7 families: Pinaceae is belangrijkste (pijnbomen)
- Overwegend boomvormen, geen kruidachtige of klimplanten (allemaal verhout)
- Belangrijke bron van hout, belangrijke cultuurplant, voedings- en medicinale toepassingen
- Monopodiaal vertakt: hoofdsas (belangrijk) en zijtakken
o Takken kransgewijs of spiraalsgewijs
o Bladeren ingeplant op korte scheuten
o 4 verschillende bladtypes: naalden; lijn- tot lancetvormig; gereduceerde schubvormige bladeren;
platte, brede, ovale bladeren
Structuur
- Meestal bladhoudend (enkele uitzonderingen: Larix)
- Xeromorfie: zware cuticula en ingezonken huidmondjes aangepast aan droogte en koude
- Eustele
- Twijzijdig cambium: secundaire diktegroei (hout)
- Hofstippels: opening in baan waardoor water wordt vervoerd bij naaldbomen; zones tussen cellen die minder
dik zijn voor transport
- Harskanalen: typisch voor Coniferophyta
Voortplanting
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolienvanaelst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.