Dit is een volledige samenvatting van het vak "antropologische thema's uit de hedendaagse wijsbegeerte", gedoceerd door prof. Andreas De Block. Hoofdstuk 1 tem 8 zijn gebaseerd op het boek, hoofdstuk 9 en 10 zijn eigen notities uit de les. Geslaagd in eerste zit met een 17/20 door dit document te l...
Ambrose Bierce: ‘Een stelsel van wegen die van nergens naar niets leiden’
Filosofen: Onmogelijke vragen bv. Wat is filosofie? (Afbakening?)
- 3 aspecten van Filosofie:
o Attitude
o Methodologie
o Domein
-> Helpen de filosofie af te bakenen
- 4 filosofische deeldomeinen: unieke eigenheid van elk domein, gemeenschappelijk?
- Geschiedenis van de filosofie
1. Drie aspecten: Attitude, methodologie, domein
Nu: veel verschillende definities over ‘filosofie’
Etymologie: Filosofie = verlangen om te weten (Aristoteles)
1.1. Een attitude
- Filosofie is kritisch denken
o Het in vraag stellen van dingen die door anderen als vanzelfsprekend
beschouwd w.
o Autoriteiten (personen/ eigen vermogens) w uitgedaagd en hun uitspraken in
twijfel getrokken.
Bv. Descartes’ twijfel: Müller-Lyer illusie
-> zintuigen bedriegen ons vaker dan we denken
-> zintuigen gebruiken we om kennis te verwerven
-> Is de kennis wel betrouwbaar? Nee
o Descates: het is niet onmogelijk dat ons denken op een dwaalspoor w gezet
door God of een kwaadaardige genie (malin génie).
- Kritiek is niet altijd het einddoel van filosofie. Filosofie tracht ook positief/
constructief project te formuleren: dingen hadden anders kunnen zijn.
- Is kritisch denken een unieke filosofische bezigheid? Nee
-> Je kan kritisch denken zonder aan filosofie te doen bv. Wetenschappers die kritische
analyse maken van wet onderzoek
-> Wetenschappers en filosofen hebben veel gemeenschappelijk
1.2. Een methode
- Zijn er methodes die enkel gebruikt w door filosofen?
- Probleem: filosofen gebruiken een waaier aan methodes, maar geen enkele is uniek
voor de filosofie.
, o Als ze dit wel zijn, zijn ze niet algemeen filosofisch (niet door alle filosofen
gebruikt)
o Wel enkele frequente methodes: intuïtie, conceptuele analyse en gedachte-
experimenten
Eigen intuïtie
- Vroeger: intuïtie = kennis die op een onmiddelijke manier wordt verkregen
o Descartes: ‘heldere en welonderscheiden ideeën
-> ideeën die geen redelijk mens zou durven betwijfelen bv. Je pense donc je
suis
- 20e eeuw: intuïtie = spontane overtuigingen in onze eigen geest, wanneer we over
een bep onderwerp denken aka Common sens
-> overtuigingen zijn moeilijk te veranderen/ op te geven
- Filosofen die vaak gebruik maken van intuïties (armchair philosophers,
fauteuilfilosofen)
o Gebruiken zelden empirisch onderzoek
o Intuïties blijven een belangrijk onderdeel van filosofie
Nu: voorzichtiger gebruiken, zijn heel variabel
o Probleem: geen unieke filosofische methode, ook door wetenschappers
gebruikt (hypothesen)
Conceptuele analyse
- Luciano Floridi: conceptual engineering
- Belangrijke begrippen die we gebruiken ontleden in meer eenvoudige begrippen en
verbeteren bv tijd, liefde, vrijheid,…
-> Belangrijke begrippen beter begrijpen en kunnen gebruiken
- Doel: bepalen waarover we precies spreken (zie HS 7: analyse van het concept ziekte
-> duidelijkheid in de definitie van ‘ziekte’)
- Conceptuele analyse zit in de kern van alle wetenschappen
-> bv ontwikkeling menselijke kennis: fysica (gewicht ><massa), sociale
wetenschappen (sekse >< gender)
≠ methode om filosofie en wetenschap te onderscheiden
Gedachte – experimenten
- Instrument van verbeelding om nieuwe info over een thema te verkrijgen
o Volledig in menselijke geest
o Zonder empirische data te gebruiken
- Verheldert probleem door te visualiseren
o Gegevens voor/ tegen een theorie
- Financiële, technologische, morele problemen omzeilen
o Brain in a vat
Hersenen in een vat op andere planeet
Wetenschapper geeft ons signalen -> indruk
Hersenen kunnen niet nagaan of het echte indrukken zijn
-> we kunnen dit dus niet uitsluiten (onzekerheid over overtuigingen)
, - Brain in a vat nooit in het echt uitvoeren (moreel/ technologisch niet mogeliijk)
MR: conclusie: ‘zekerheden’ zijn geen echte, fundamentele zekerheden.
- Ook door wetenschappers gebruikt: kat-paradox (Schrödinger) en lift-experiment
(Einstein)
-> gedachten-experimenten zijn geen onderscheiden kenmerk
Experimentele filosofie
- Nieuwe filosofische discipline: gebruik empirische-wetenschappelijke methoden
o Oplossingen bieden voor traditionele filosofische problemen
o Bv cross culturele verschillen in intuïties over morele dilemma’s
1.3. Een domein
- Filosofie als domein dat zich bezighoudt met onbeantwoordbare (abstracte en
eigenzinnige) vragen en fundamentele problemen.
- Vragen die we in het dagelijkse leven niet stellen bv. Wat is tijd?
- Is dit domein uniek voor de filosofie? Ja en Nee
o Ook wetenschappers hebben fundamenten in vraag gesteld
o Wetenschappers zien filosofische vragen soms als bedreigend
Wet van Humphrey
o Bewuste reflectie over een geautomatiseerde taak (tijdens die taak)
belemmert de uitvoering van die taak bv duizendpoot (Feynman)
- Filosofie als kunststroming
o Kunst: stromingen als revoluties, nieuwe beginnen en breuken -> geen
vooruitgang
o Filosofie: Oude, onoplosbare problemen
Nieuwe manieren om ze te beschrijven
Geen vooruitgang (>< wetenschap)
- Geen vooruitgang is discutabel:
o Ook niet echt vooruitgang in wetenschap (Kuhn): wetenschappelijke
paradigma’s volgen elkaar op zonder op elkaar verder te bouwen.
Paradigma’s zijn incommensurabel.
o Wel vooruitgang:
Psychologie < moderne filosofie
Sommige filosofische vragen effectief beantwoord -> brandstof voor
nieuwe wetenschap
o Negatieve vooruitgang
Weten niet wat juiste antwoorden zijn, wel meer en meer foute of de
problemen van populaire antwoorden
2. Vier deeldomeinen
- Filosofie = academische discipline in 4 deeldomeinen:
o Metafysica
o Logica
o Epistemologie
, o Moraalfilosofie
Probleem verschuiven naar onderliggend niveau bv. Wat is metafysica?
Geen eenduidig gemeenschappelijk kenmerk om domein af te bakenen
2.1. Metafysica
- Aard en structuur vd wereld bestuderen: studie van wat er bestaat en aard van wat
er bestaat
- Aristoteles: Metafysica
o Chronologisch: kwam na boek over fysica
o Structureel: over problemen voorbij/ onder fysica
- Bv. Bestaat de tijd? Scheiding tussen lichaam en geest? (zie HS 3)
- Materialisten: enkel physical stuff, alles is opgebouwd mbv materie
Dualisten : ook mental stuff, mentale toestand is opgebouwd uit geestesspul
2.2. Logica
- Mbv logica deugdelijk redeneren en argumenteren, zorgt voor argumentatieve
hygiëne
o belangrijk voor kritisch denken
o weerleggen van drogredenen
slippery slope: als A, dan B (onwenselijk). Dus wel moeten A
vermijden. Bv. Homohuwelijk
Post hoc, ergo propter hoc = omdat Y volgde op X, is Y veroorzaakt
door X
2.3. Epistemologie
- Studie van aard, structuur en mogelijkheid van onze kennis: Wat is kennis en hoe
weten we wat we denken te weten?
- Epistemologische experimenten:
o Twijfel van Descartes
o Brain in a vat: mogen we geloven wat we denken?
2.4. Moraalfilosofie/ ethiek
- Studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad
o Trolley probleem
- Verzameling van rechten, normen, plichten , geboden, verboden,… = normatieve
universum (maar niet allemaal van morele aard)
- Niet altijd duidelijk waarin het morele verschilt van normatieve universum
Deeldomeinen zijn op te splitsen in verschillende takken:
- Juridische filosofie < ethiek
- Wetenschapsfilosofie
o = toegepaste epistemologie + metafysische en ethische aspecten
o 2 deeldomeinen:
, Algemene wetenschapsfilosofie:
-> houdt zich bezig met fundamentele filosofische kwesties ivm
wetenschap.
-> intrinsieke interesse in de wetenschap
Toegepaste wetenschapsfilosofie:
-> Filosofische vragen mbt specifieke wetenschappen
-> houdt zich bezig met instrumentele interesse (Zie HS 2):
onderzoeksresultaten van wetenschap X als oplossing voor filosofische
problemen buiten de wetenschap. Bv biologie -> menselijke aard
3. Zeer korte geschiedenis van de westerse filosofie
‘Wat is filosofie?’ beantwoorden door te verwijzen naar haar geschiedenis. Een filosoof : in
de mate dat die zich bezighoudt met filosofen uit te verleden (>< logica: begging the
question).
Grillige geschiedenis: filosofie steeds uitgedaagd door andere vormen van kennis -> steeds
heruitvinden/ herdefiniëren
- Oude Griekenland (6e v.C)
o Maatschappelijke revolutie: bloei stadstaten
Eigen rechtspraak en bestuur: publieke debatten
Wetten en waarden van goddelijke oorsprong ontdaan -> ter discussie
Econ bloei -> contact met vreemde culturen: relativiteit -> nadenken
over aard vd samenleving
e
- Hesiodus (7 v.C)
o Theogonie = geschiedenis vd Griekse goden. Fenomenen w verklaard mbv
goddelijke gebeurtenissen die de mens niet kan begrijpen, maar moet
aanvaarden.
o Natuurfilosofen: Van milete, ‘eerste filosofen’
Zoektocht oerstof om kosmos te begrijpen
o Thales: water, Anaximader: aarde als ton, Anaximenes: lucht
Einde mythologisch denken (revolutionair)
- Plato en Aristoteles
o Basis westerse filosofie
o Verschillen: debat over de rol vd zintuigen in het verwerven van kennis
Plato: zintuigelijke wereld te veranderlijk om kennis op te leveren + er
bestaat een ideeënwereld die de sjablonen bevat
Aristoteles (= naturalist) : alles nodig om natuur te beschrijven ->
aanwezig id natuur zelf
o Beide homo universalis
Behandelden alle thema’s en brachten deze in verband met elkaar
- Middeleeuwen
o Religie (christendom) centraal
o Anni Domini (313)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Paracetamol123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.