Samenvatting
Praktische psychologie voor leren en onderwijzen
Derde druk
2018
Gert Alblas, Arjan Endeman, Roel Heinstra
Hoofdstuk 2: Leren
De boodschap van dit hoofdstuk is dat leren op verschillende manieren
plaatsvindt, beïnvloed door de biologische ontwikkeling alsmede de sociale
omgeving van kinderen. Leren is het uitbreiden van inzichten, opvattingen en
vaardigheden door middel van oefening en ervaring. Drie factoren spelen hierin
een rol: rijping, de sociale omgeving en het actieve gedrag van het kind. Rijping
is de biologische factor en noodzakelijke voorwaarde voor het leerproces. Het
lichaam en het brein ontwikkelen zich op psychomotorisch, cognitief en sociaal-
affectief vlak, waarbij de puberteit als overgangsfase in de ontwikkeling een
belangrijke rol speelt. Ongeveer drie jaar durend en optredend in het twaalfde of
dertiende levensjaar, de turbulente en onzekere periode van de puberteit wordt
gekenmerkt door het experimenteren met sociale, morele en identiteitsgrenzen.
Naast de biologische ontwikkeling is de sociale omgeving een minstens zo
belangrijke factor in het leren. Één van de belangrijkste manieren waarop de
sociale omgeving een rol speelt in het leren is het proces van socialisatie: het
overdragen van waarden en normen door mensen onderling en met name van de
oude generatie naar de nieuwe generatie. Dit gebeurt door middel van
inwilliging, als een bepaalde sociale autoriteit gehoorzaamheid aan de waarden
en normen eist. Maar het gebeurt ook middels identificatie met de heersende
waarden en normen en idealiter – en in de meeste gevallen uiteindelijk – worden
ze verinnerlijkt (geïnternaliseerd).
Een relevant onderdeel van de sociale ontwikkeling van het kind is de
uitbreiding van gevoelservaringen. Zulk emotioneel leren wordt klassieke
conditionering genoemd en gebeurt aanvankelijk onbewust. Het werkt zo: 1) Een
specifieke gebeurtenis roept een aangeboren emotionele reactie op (zoals lachen
of huilen). 2) Als er voldoende contingentie en een beperkte tijdsduur is, dan
wordt deze gebeurtenis emotioneel verbonden met een andere gebeurtenis die
voorheen niet zo’n reactie opriep. 3) Het kind reageert met een gevoelservaring
op meer en meer gebeurtenissen. Dit wordt stimulusgeneralisatie genoemd.
Hierbij is stimulusdiscriminatie belangrijk: Het kind moet onderscheid maken
tussen gebeurtenissen die terecht en onterecht haar emotionele reactie
oproepen. Lukt dit niet, dan spreken we van overgeneralisatie, wat gepaard kan
gaan met vermijdingsgedrag.
Leren gebeurt niet alleen door middel van rijping en de sociale omgeving,
maar ook door actief gedrag en de reacties daarop. Dit wordt operante
conditionering genoemd. Het werkt zo: 1) Een bepaald gedrag leidt tot een effect
, vanuit de omgeving. 2a) Indien het effect gewenst is, zal het gedrag in de
toekomst herhaald worden; we spreken dan van bekrachtiging. 2b) Indien het
effect ongewenst, zal het gedrag niet meer herhaald worden. Echter, de
voordelen van het gedrag kunnen groter zijn dan de nadelen van het effect,
waardoor het gedrag toch herhaald zal worden. Als het beoogde effect (de
bekrachtiger van het gedrag) een primaire bekrachtiger is, zoals aandacht, en
niet een secundaire bekrachtiger, zoals geld, dan is de kans groter dat het
gedrag zal voortduren ondanks het ongewenste effect (bijv. straf).
Bij jonge kinderen gebeurt operante conditionering over het algemeen nog
onbewust. Het kenmerkt zich dan als een proces van gissen-en-missen. De
snelheid waarmee op deze wijze nieuwe gedragingen worden geleerd hangt af
van de contingentie tussen gedrag en effect, de tijdsduur en de continue
bekrachtiging (dan wel partiële bekrachtiging). Dit laatste wil zeggen dat als het
gedrag consequent wordt gevolgd door een bepaald effect, het kind dan sneller
zal leren wat het hoort te doen. Net als bij klassieke conditionering is het hier ook
belangrijk dat het kind een balans weet te vinden tussen stimulusgeneralisatie en
stimulusdiscriminatie, zodat het weet welk soort gedragingen bij welk soort
effecten hoort. Op den duur kan zo bepaald gedrag uitdoven of worden
vermeden. Het mag duidelijk zijn dat bij operante conditionering de omgeving
een zeer grote rol speelt; we noemen dit omgevingsdeterminisme. Echter,
naarmate kinderen ouder worden hebben ze steeds sneller in de gaten wat voor
gedrag tot welk effect zal leiden. Zo wordt onbewuste operante conditionering
geleidelijk overgenomen door bewust leren omdat ze meer en meer inzicht
krijgen in de samenhang tussen dingen. De omgeving krijgt dan een minder
direct determinerende rol.
Bij leren door observen (ofwel imitatieleren) is er sprake van reciprook
determinisme, omdat hier zowel het kind als de omgeving mede bepalen hoe
wordt geleerd. Het kind imiteert namelijk bepaalde gedragingen uit zijn
omgeving. Daarbij ontwikkelt het zijn cognitieve vaardigheden. Imitatieleren is
verschillend van intentioneel leren wat voornamelijk op school een grote rol
speelt. Feitenkennis, handelingskennis, causale verbanden en oplossingsregels
worden allemaal geleerd door middel van intentioneel leren ofwel cognitief leren.
Zulke kennis wordt onthouden middels kennisschema’s in het geheugen, die
verschillende informatie verbinden in een thematisch geordend cognitief
netwerk. Tot slot, dient het belang van sekserollen in het leerproces niet te
worden onderschat. Vanaf zeer jonge leeftijd (het tweede levensjaar) ontwikkelen
kinderen specifiek mannelijke en vrouwelijke gedragingen, die de rest van de
leerontwikkeling zullen blijven beïnvloeden.
Hoofdstuk 3: Waarnemen van het
zelf en anderen
De boodschap van dit hoofdstuk betreft het zelfbeeld van kinderen. Dit is het
beeld van jezelf waarin de kenmerken samenkomen waarvan je denkt dat die je
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ruben1april. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.