Samenvatting van alle colleges. Het is een beknopte samenvatting en alle belangrijke onderdelen worden besproken. Met het leren van alleen deze samenvatting heb ik een 6,9 gehaald voor het meerkeuzetentamen. Het boek heb ik verder niet gebruikt. In het tentamen kwamen voornamelijk leervragen en rek...
Onverzadigde vetten hebben door de
dubbele binding een knip erin zitten
hierdoor nemen ze meer ruimte in daarom
zie je vaak dat onverzadigde vetten meer een
soort olie vormen. Verzadigde vetten zijn
meer vaster.
Dia 21 van college vetten en vetzuren heeft
linolzuur 2 dubbele bindingen en de eerste
dubbele binding zit op de 6de positie.
Linoleenzuur heeft 3 dubbele bindingen en de
eerste dubbele binding zit op de 3 de positie.
Die n staat dus voor de plek van de dubbele
binding.
De trans configuratie zorgt ervoor dat er een recht molecuul ontstaat en kan het geen essentieel
vetzuur meer zijn.
Voor anabolisme is energie nodig bijvoorbeeld fotosynthese. Voor katabolisme wordt energie
geproduceerd celademhaling.
De voedingsmiddelen die in Nederland gebruikt
worden en de meeste energieconsumptie geven:
- Melkproducten
- Vlees en vleesproducten
- Niet alcoholische dranken
- Granen en graanproducten
Kilocalorie= energie die nodig is om te temperatuur van 1kg water 1 graden te laten stijgen een
eenheid om energie te meten
Energieprocent= procentuele aandeel energie dat een macronutriënt levert aan totale energie
inname
Koolhydraten zorgen voor 45% van de totale energie-inname. Onder andere koolhydraten in
graanproducten, niet-alcoholische dranken en zuivel. Bij een te lage energie inname kan een
ondergrens en bovengrens bereikt worden. De ondergrens bereikt worden dan is er
spierweefselafbraak. Als de bovengrens al er mogelijk te weinig eiwitten/vetten zijn.
,Koolhydraten kunnen onderverdeeld worden in:
- Monosaccharide: glucose, fructose en galactose
- Disachariden: twee monosachariden
- Polysachariden: ketens monosacchariden
Condensatie is energie nodig anabool
Hydrolyse energie vrij katabool
Koolhydraten monosacchariden worden opgenomen door de darmvlokken via de portal
vein naar de lever in de lever worden galactose en fructose naar glucose omgezet glycogeen.
In de lever vind 1/3 van de glycogeen in de lever en 2/3 in de spieren.
Bij een te lage bloedsuikerspiegel promoot vrijlaten glucagon vrijlaten door pancreas glucagon
zorgt voor het afbreken van glycogeen in de lever suikerspiegel gaat weer omhoog. GLUCOGEEN
AFGBEROKEN.
Bij een te hoge bloedsuikerspiegel promoot vrijlaten van insuline door pancreas insuline zorgt
voor het stimuleren van de lever op het aanmaken van glycogeen + stimuleert het halen van glucose
uit de bloedbaan en gaat vervolgens naar je weefsel beide zorgen voor een lagere
bloedsuikerspiegel. GLUCOGEEN AANGEMAAKT.
- Koolhydraten wordt glucose wordt gebruikt voor; lever en spier glycogeen opslag en
vetopslag.
- Vet vetzuur wordt gebruikt voor; vetopslag.
- Eiwitten aminozuren wordt gebruikt voor; lichaam proteïne, afbreken van nitrogeen via
urine en als vetopslag.
Energiebronnen 2-3 uur na een maaltijd:
- Glycogeen van lever en spieren glucose voor de hersenen, zenuwstelsel, rode
bloedcellen en overige cellen
- Lichaamsvet vetzuren energie voor overige cellen
Bij 24 uur lang vasten hebben de hersenen nog steeds glucose nodig, maar de glucosevoorraad
begint na zo lang uitgeput te raken. Daarom zet de lever vetten om tot ketone bodies deze
vormen een alternatieve energiebron voor de hersenen.
Bij type 1 diabetes vernietigt het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken. Bij
diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer goed op insuline.
Glycemische index= geeft weer welke voedingsmiddel de bloedsuikerspiegel snel laten stijgen en
welke producten deze langzamer laten stijgen vooral bedoelt om koolhydraatrijke producten met
elkaar te vergelijken.
Area under the curve ???
Nadelen van de GI:
- Veel variatie in vaststellen GI
- Relatief weinig voedingsmiddelen bekend
- Geen info op de verpakkingen
- Bereidingswijze
- Metabolisme van het individu
, Van de tabel hiernaast is fructose het meest
zoet.
De belangrijkste voedingsbronnen van mono-
en disachariden zijn zuivel, suiker en zoetwaren
en niet-alcoholische dranken.
1. Oligosachariden worden niet verteerd in de dunne darm, maar in de dikke darm omgezet
door bacteriën. Bevindt zich voornamelijk in peulvruchten.
1. Glycogeen heeft als belangrijkste functie de opslag van glucose. Het is sterk vertakt en heeft
veel plaatsen in zich beschikbaar voor omzettingen naar glucose als deze nodig is.
1. Cellulose is een vorm van polysachariden en is onverteerbaar plantenvoedsel. Het brengt
nauwelijks tot bijna geen energie.
Er zijn ook onoplosbare voedingsvezels deze kunnen niet gefermenteerd worden door bacteriën
in de dikke darm en brengen dus geen energie. Effecten op het lichaam:
- Houdt water vast
- Versnelt darmpassage
Gezondheidseffecten van onoplosbare voedingsvezels:
- Helpt tegen constipatie
- Preventie aambeien
- Rol in gewichtscontrole brengt geen energie, maar wel een verzadigingsgevoel.
De oplosbare voedingsvezels worden deels gefermenteerd door bacteriën in de dikke darm.
Effecten op het lichaam:
- Verlagen cholesterol
- Vertraging de passage van voeding door het maagdarmstelsel en zorgen hierbij dus ook
voor een vertraging van de glucose absorptie
- Houden vocht vast en maken de ontlasting zacht
Gezondheidseffecten zorgen minder kans hart- en vaatziekten en diabetes type 2.
De aanbevolen hoeveelheid vezels is 30-40g per dag.
Raffineren= langs chemische weg het zuiveren van diverse producten.
Een koolhydraat arm dieet kan zonder calorie-beperking niet tot gewichtsverlies leiden. Op de lange
termijn zal het dieet ook niet veel verschillen van een ander dieet. Voordeel meer eiwit. Nadeel
meer verzadigd vet, tekort aan voedingsstoffen, heel eenzijdig dieet, niet blijven gezond eetpatroon
en lastig vol te houden.
Oplossingen voor een duurzamer voedselsysteem:
1. Anders consumeren
2. Efficiënter produceren
3. Zorgvuldiger producten, natuurlijke ecosystemen beter benutten
4. Anders delen en verbinden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annapronk2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.